100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Profiel van de Nederlandse overheid, Achtergronden Van Het SJD-werkveld €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Profiel van de Nederlandse overheid, Achtergronden Van Het SJD-werkveld

 0 keer verkocht

Samenvatting van de hoofdstukken 2,8,9 en 10 van Profiel van de Nederlandse overheid. Gemaakt voor het vak Achtergronden van het SJD-werkveld.

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2,8,9 en 10
  • 16 mei 2021
  • 30
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
juliahoenselaar
Samenvatting: achtergronden van het SJD-werkveld
Profiel van de Nederlandse overheid

Hoofdstuk 2 Enkele begrippen:
Geschiedenis van bestuur:
Staat: (3 criteria)
- Er moet sprake zijn van een afgegrensd grondgebied
- Er moet een geaccepteerd bestuursgezag aanwezig zijn
 Hierbij spreekt het begrip ‘’soevereiniteit’’ een rol.
Soevereiniteit  hoogste macht of gezag.
De staat heeft namelijk als enige organisatie de controle over de binnenlandse
aangelegenheden.
- Er moet een te onderscheiden staatsvolk zijn
Veel moderne staten kennen 2 pijlers die ten grondslag liggen aan de inrichting van hun
bestuur:
- Scheiding tussen kerk en staat.
In vroegere tijden bestond er geen scheiding tussen kerk en staat. De kerk was de staat.
Nu kunnen we in de westerse samenleving wel een scheiding.
- Scheiding van de drie machten.
Je hebt verschillende soorten samenlevingen:
- Samenlevingen op basis van gelijkheid
Voorbeeld: jagers-verzamelaarssamenleving. Hier leefden de mensen in groepen
waarin de individuen redelijk gelijkwaardig waren. Toch kenden dit soort groepen wel
een soort leiderschap op deelgebieden.
- Samenlevingen met rangorde
Bijvoorbeeld: agrarische samenleving. In deze samenlevingsvorm konden weer
nieuwe machtposities ontstaan, bijvoorbeeld door het bezit van land of door
productieoverschotten. Bezit is ook een basis voor macht.
- Samenlevingen met gelaagdheid
In een standensamenleving zie je dat de bevolking in verschillende groepen of standen
is opgedeeld. Een bekende gelaagdheid is die van de geestelijkheid, adel, boeren en
burgerij. Als je tot een bepaalde stand behoort, dam heeft dat allerlei rechten en
plichten. De stand waarin je geboren wordt is de stand waartoe je de rest van je leven
zult behoren. De mogelijkheid om tussen de standen te wisselen is heel beperkt.
In de samenleving zijn er 3 machten die de basis vormen voor het staatsbestel.
Montesquieu beschreef de volgende drie machten (trias politica):
1. De wetgevende macht
2. De uitvoerende macht
3. De rechtelijke macht
Deze 3 machten vormen in principe gelijkwaardige machten, vandaar dat vaak gesproken
wordt van een horizontale machtenscheiding. Elk van de machten kent zijn eigen
grondslagen, regels, bevoegdheden en mechanismen om te corrigeren. Er is géén hiërarchie
tussen de machten.

,Het idee achter de trias politica is dat je ook binnen de overheid de machten zou moeten
scheiden.
We kunnen op rijksniveau onderscheiden:
1. De Staten-Generaal (wetgevende macht)
2. De ministeries (uitvoerende macht)
3. Onafhankelijke rechters (rechterlijke macht)
De regering is de uitvoerende macht, maar maakt ook deel uit van de wetgevende macht. Ook
is in Nederlands een min of meer geaccepteerd verschijnsel dat de rechter normen nader
invult die door de wetgever te vaag zijn geformuleerd.
Tot aan het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw bestond er zoiets als administratief
beroep: een vorm van rechtspraak door de uitvoerende macht zelf. Door het Europese Hof
voor de Rechten van de Mens is hieraan een einde gemaakt omdat er op deze manier geen
sprake kon zijn van onafhankelijke rechtspraak.
Naast de 3 machten kennen we nog een aantal andere machten. Zo wordt het
ambtenarenapparaat (of de bureaucratie) wel aangeduid met de term ‘’de vierde macht’’. Ook
al is de minister als de officiële uitvoerende macht natuurlijk politiek verantwoordelijk, zijn
rijksambtenaren kunnen met hun beleidsadviezen de minister sterk sturen. Daarbij voeren de
ambtenaren tal van zaken voor de minister uit en nemen zij daarbij allerlei
uitvoeringsbeslissingen.
De media, lobbyisten en advies- en organisatieadviseurs worden elk ook machten genoemd.
Kenmerkend voor al deze machten is dat zij, soms achter de schermen, de politieke
besluitvorming beïnvloeden.
In 1848 vond er een grondwetswijziging plaats in Nederland die het begin betekende van de
gedecentraliseerde eenheidsstaat. Deze grondwetswijziging was zo ingrijpend dat het ook wel
een vreedzame revolutie wordt genoemd. De grote man achter de grondwet was Johan
Rudolf Thorbecke (1798-1872).
Voorbeelden van wijzigingen dat nu nog relevant zijn:
1. Invoering van ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk,
de koning is onschendbaar.
2. Rechtstreekse verkiezing van de Tweede Kamer, Provinciale Staten en
gemeenteraden.
3. Indirecte verkiezing van leden van de Eerste Kamer
4. Mogelijkheid om de Kamers te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
5. Invoering van het recht van amendement van de Tweede Kamer en het recht op
informatie voor beide Kamers.
6. Invoering van het recht van enquête van de Tweede Kamer en het recht op informatie
voor beide Kamers.
7. Jaarlijkse vaststelling van de begroting.
8. Een andere procedure voor herziening van de Grondwet.

, Grondrechten = rechten die de burger beschermen tegen de overheid.
Twee soorten grondrechten:
1. Klassieke grondrechten
Zijn zaken waar de overheid zich niet mee mag bemoeien. Kunnen worden
afgedwongen
2. Sociale grondrechten
Dit zijn onderwerpen waar de overheid zich juist wel mee moet bemoeien. Om sociale
grondrechten te realiseren moet er een beleid worden gemaakt. Kunnen niet worden
afgedwongen.

In de moderne tijd (1848-1940) waren er een groot aantal ontwikkelingen die de samenleving
steeds complexer maken: grote bevolkingsgroei, toenemende landbouwproductiviteit,
industrialisatie en ontwikkeling van de wetenschap. Met die veranderingen in de samenleving
verandert ook de rol van de overheid. In de 19e eeuw was de overheidsrol beperkt tot het
garanderen van de veiligheid van de inwoners door aanwezigheid van politie en leger. Er was
weinig bemoeienis met de inwoners van ons land. Deze periode wordt wel aangeduid met het
begrip nachtwakersstaat.
In het begin van de 20e eeuw zie je dat de rol van de overheid gaat toenemen. Zij wordt
belangrijker bij het aanpakken van de grote maatschappelijke problemen uit die tijd: grote
armoede, slechte arbeidsomstandigheden, gebrekkige huisvesting. Belangrijk is: het
kinderwetje van Van Houten (1874) en de ongevallenwet (1901).
Na WO II ging de overheid zich steeds meer bemoeien met de samenleving. Je zou deze
verschuiving van het aandachtsveld van de overheid kunnen aanduiden met de begrippen
codificatie en modificatie.
Codificatie  betekent het op schrift stellen van recht, letterlijk ‘’het maken van een boek’’.
Met codificatie wordt hier bedoeld dat de overheid eerst de ontwikkelingen in de samenleving
volgt en daarna (eenmalig) wetten opstelt die passen bij de geconstateerde ontwikkelingen.
Modificatie  hierin zit het element sturing. Bij modificatie blijft het niet bij het eenmalig
opstellen van wetgeving. De overheid wil continu inspelen op de ontwikkelingen in de
samenleving en mogelijk zelfs daarop vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden
(modificeren). De overheid gaat de samenleving dus sturen en schept hiervoor zelf de
randvoorwaarden: de verzorgingsstaat.
Over de verzorgingsstaat wordt wel gezegd dat het een samenleving is waar de burger van de
wieg tot aan het graf wordt verzorgd. Veel sociale voorzieningen en sociale verzekeringen
zijn in deze periode ontstaan. (Algemene ouderdomswet (AOW), de Algemene
nabestaandenwet (Anw) en de Participatiewet. In het begin van de verzorgingsstaat was
financiering van deze ontwikkelingen niet zo’n probleem. Maar de afgelopen decennia staan
in het teken van het besef dat niet alles betaalbaar meer is en dat het niet langer door kan
gaan. Daarbij speelt ook een aantal factoren een rol, bijvoorbeeld de toenemende vergrijzing
(kosten voor zorg omhoog), een verslechterde economische situatie (het aantal werklozen en
uitkeringen stijgt) en veranderde maatschappelijke patronen (het aantal eenpersoons- of
kleinere huishoudens neemt toe).

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliahoenselaar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64257 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€3,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd