Probleem 8
Bronnen:
- ‘Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht’
o Hoofdstuk 13
- B.W.A. Jue-Volker, ‘Vrijheidsbeperking als strafrechtelijke sanctie’,
1. Welke soorten sancties zijn er?
Als laatste vraag van art. 350 Sv moet gekeken worden naar de op te leggen straf of maatregel. Het
verschil tussen straffen en maatregelen is het doel dat ermee wordt beoogd. Met het opleggen van
een straf wordt vooral vergelding en preventie beoogd en met het opleggen van een maatregel heeft
vooral als doel de samenleving te beveiligen of rechtsherstel te bewerkstelligen. Het onderscheid
tussen de doelen van straffen en maatregelen is wel veel kleiner geworden.
De wet geeft aan welk type sanctie mag worden gegeven en wat de maximale straf mag zijn, dit heet
de ‘strafbedreiging’. Wanneer de rechter bekijkt welke sanctie zal worden opgelegd in een zaak doet
hij aan ‘straftoemeting’. Hij bepaalt of er een straf moet worden opgelegd, welk type dit moet zijn
(strafsoort) en hoe zwaar die straf moet zijn (strafmaat).
De strafbedreiging
Art. 1 Sr bepaalt dat alleen de in de wet strafbaar gestelde feiten strafbaar zijn (legaliteitsbeginsel).
Verder maakt art. 350 Sv duidelijk dat ‘de oplegging van straf of maatregel bij de wet bepaalt’ moet
zijn. Wanneer de rechter zomaar de soort en de hoogte van de straf zou kunnen bepalen, zou dit
leiden tot rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid.
In art. 9 Sr worden hoofdstraffen en bijkomende straffen onderscheiden. Hoofdstraffen en
bijkomende straffen worden samen de ‘strafbepalingen’ genoemd.
De toepassing van maatregelen, taakstraffen en verbeurverklaringen is geregeld in Boek 1 van het
Wetboek van Strafrecht en gelden over het algemeen. Voor bijzondere wetten is de strafbepaling
lastiger te vinden dan in het Wetboek van strafrecht. Ze staan in bijzondere wetten vaak aan het
einde van de wet, en deze strafbepalingen gelden ook weer voor heel die wet.
De straf moet in redelijke verhouding staan tot het delict (proportionaliteitsbeginsel). Hoe hoog het
strafmaximum ligt zal aan de omstandigheden liggen van het strafbare feit. Er zijn ook
strafverzwarende en straf verlichtende omstandigheden.
Hoofdstraffen
Hoofdstraffen worden gevonden in de wetsbepaling waarin ook de delictsomschrijving is
opgenomen. Art. 9 Sr onderscheid vier hoofdstraffen:
1. Gevangenisstraf en hechtenis
Gevangenisstraf is een vrijheidsbenemende straf en wordt alleen opgelegd bij misdrijven. De
maximale duur van een vrijheidsstraf wordt bepaald door de wet en heeft een minimum van
een dag (art. 10 lid 2 en art. 18 lid 1 Sr). De max. gevangenisstraf is 30 jaar (art. 10 lid 4 Sr).
Hechtenis en gevangenisstraf worden beide in de gevangenis uitgezeten (art. 10
Penitentiaire beginselenwet). Hechtenis is een vrijheidsbenemende straf en wordt opgelegd
bij overtredingen en enkele misdrijven. Een hechtenis mag voor max. 1 jaar worden opgelegd
(art. 18 lid 1 Sr).
, In veel gevallen wordt de veroordeelde al eerder vrijgelaten, dit is voorwaardelijke
vrijheidsstelling. Er zijn gevallen waarbij een voorwaardelijke vrijheidsstelling niet gebeurt,
deze zijn genoemd in art. 6:2:12 Sv. De vrijgestelde veroordeelde moet zich wel aan bepaalde
voorwaarden houden (voorwaarden staan in art. 6:2:11 Sv) voor een bepaalde tijd (=
proefperiode art. 6:1:18 lid 2 Sv). Of en op welk tijdstip de veroordeelde voorwaardelijk
vrijkomt hangt af van de duur van de opgelegde vrijheidsstraf (zie art. 6:2:10 lid 1 en 2 Sv).
Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat de veroordeelde niet opnieuw een strafbaar feit
mag begaan. Wanneer niet aan de voorwaarden wordt voldaan kan de veroordeelde alsnog
aangehouden worden (art. 6:3:15 Sv) en het resterende deel van de straf alsnog uitzitten
(art. 6:2:13 Sv). De OvJ zal dan een vordering tot herroeping indienen bij de rechtbank (art.
6:6:1 Sv).
Volgens art. 27 Sr moet de periode van het voorarrest van de duur van het ten uitvoer te
leggen straf afgetrokken worden. Het gaat hierbij dan om de duur van de
inverzekeringstelling en de voorlopige hechtenis.
2. Taakstraf
Art. 9 lid 2 en 4 Sr geven aan wanneer een taakstraf opgelegd kan worden. In beginsel kan
een taakstaf op elk delict worden toegepast, behalve op een overtreding waar alleen een
geldboete op staat. Art. 22b Sr bepaalt dat een taakstraf niet bij ernstige misdrijven mag
worden opgelegd of wanneer de verdachte binnen vijf jaar na een opgelegde taakstraf een
soortgelijk misdrijf begaat. Deze beperkingen gelden niet wanneer de verdachte naast een
taakstraf ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, hechtenis of TBS heeft gehad (lid 3).
Een taakstraf is het verrichten van onbetaalde arbeid (art. 22c lid 1 Sr) met een maximum
van 240 uur (lid 2). Hier geld de aftrek van art. 27 Sr ook. Wanneer de taakstraf niet of
onvoldoende is verricht kan de rechter hechtenis toepassen (art. 22d Sr). Het OM controleert
of de taakstraf goed (art. 6:3:5 Sv) of niet goed (art. 6:3:3 Sv) is uitgevoerd. Twee uur
onvoldoende taakstraf geld als één dag vervangende hechtenis.
Ook de OvJ mag een taakstraf opleggen van max. 180 uur bij een strafbeschikking (art 257a
lid 2 sub a Sv) en 120 uur bij een transactie (art. 74 lid 2 sub f Sr).
3. Geldboete
Bij een geldboete moet de veroordeelde binnen een bepaalde tijd een bedrag betalen aan de
Staat. Het bedrag wordt uitgedrukt in categorieën, deze bedragen worden elke twee jaar
opnieuw vastgesteld. Er moet rekening worden gehouden met het draagkrachtbeginsel (art.
24 Sr): de verdachte mag niet onevenredig in zijn inkomen bestraft worden. De rechter
bepaalt of de boete in termijnen betaald mag worden (art. 24a Sr) en het OM stelt de
uiterste betaaldatum vast (art 6:4:1 Sv). Wanneer niet betaald wordt kan twee keer
verhoogd worden (art. 6:4:2 Sv), wordt dan nog niet betaald kan het OM goederen in beslag
nemen en verkopen (art. 6:4:3 Sv), dit heet ‘verhalen’. Wanneer dit onwenselijk of
onmogelijk is kan er hechtenis ten uitvoer worden gelegd (art. 6:4:3 lid 3 Sv). De rechter stelt
de vervangende hechtenis vast (art. 24c Sr).
Bijkomende straffen
Bijkomende straffen kun je in het commune strafrecht vinden aan het einde van de titel waarbinnen
het desbetreffende delict is geplaatst. Een bijkomende straf wordt opgelegd in combinatie met een
hoofdstraf. Op grond van art. 9 lid 5 Sr zou een bijkomende straf ook zonder hoofdstraf worden
opgelegd. Er zijn drie soorten bijkomende straffen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bodriesen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.