Psychopathologie
Stoornis Betekenis/oorzaak Kenmerken Behandeling
Algemeen De driedelige respons 1. Alarmreactie: verhoogde Psychische factoren
aanpassingssyndroo van het lichaam op activiteit van het die stress
m langdurige of hevige sympathische zenuwstelsel. verlichten:
stress. *Vecht of vluchtreactie: Coping stijlen: de
aangeboren reactie op een manier waarop we
dreiging met stress omgaan.
2. Weerstandstadium: 1.Emotiegerichte
lichaam probeert coping:
langdurige stress te minimaliseren van
doorstaan en hulpbronnen de emotionele
op peil te houden. Energie gevoeligheid voor
aanvullen en lichaam de stressor ipv.
herstellen. stressor
3. Uitputtingsfase: rechtstreeks
weerstand neemt af, aanpakken. (bv.
parasympatische ontkennen
zenuwstelsel neemt toe, probleem, tijdelijk
lichamelijke gezondheid vermijden)
wordt aangetast. 2. Probleemgerichte
coping: stressor
rechtstreeks
aanpakken.
Acculturatiestress Immigranten die druk
voelen om zich aan te
passen aan een
nieuwe cultuur.
Aanpassingsstoornis Ongepaste reactie op Kenmerkt zich door
een duidelijke belemmering in
stressor functioneren of de
emotionele distress is
groter dan verwacht mag
worden. (Bv. uit met vriend
=> cijfers slechter op
school)
Acute stressstoornis Reactie op Kenmerken lijken op PTSS, CGT > angst
(ASS) traumatische stress maar beperkten zich tot herbeleven in een
die optreedt in de een periode van een veilige omgeving.
maand na de maand direct na het Exposure >
bloostelling aan de trauma, getuigen zijn van geleidelijk
traumatische een trauma of het horen confronteren.
gebeurtenis. (ASS van een naaste. Medicatie >
leidt vaak tot PTSS) Herinneringen, flashbacks, antidepressiva
vermijden en EMDR > uitdoven
slaapproblemen. van de emotionele
impact.
Posttraumatische Langdurige, Amygdala zou genetisch bij CGT > angst
stressstoornis (PTSS) ongepaste reactie op kunnen dragen aan het herbeleven in een
een traumatische krijgen van PTSS. veilige omgeving.
, gebeurtenis. (Houdt *Vermijden van prikkels die Exposure >
langer aan dan een aan trauma moet denken geleidelijk
maand) *Herbeleven van het confronteren.
Kan zich vele trauma Medicatie >
maanden, jaren later *Algehele of emotionele antidepressiva
pas ontwikkelen. sufheid EMDR > uitdoven
*Emotionele nood van de emotionele
*Beperkt functioneren impact
Angststoornis Kenmerkt zich door 1.Fysiek: schrikachtig, Medicatie >
buitensporige of zenuwachtig, koude antidepressiva,
ongepaste ledematen, trillen, beven, angstremmers.
angstreactie. beklemmend, gevoel Vaak terugval als
maag/borst, duizelig, men stopt met de
klamme handen, zweten, medicatie en ze
droge mond, kortademig, schrijven
bonkend hart. verbeteringen toe
2. Gedrag: vermijdend, aan de medicatie
vastklampen, afhankelijk, ipv eigen
geagiteerdheid (ergernis) kunnen/stappen/
3. Cognitief: zorgelijkheid, veranderingen
bang voorgevoel, angst CGT >
voor controleverlies, zelfwaarneming,
piekeren, blootstelling,
angstige/storende ontwikkeling van
gedachten, copin respons.
concentratie/aandacht Algemeen > er
problemen, catastroferen, wordt vaak getraind
verwardheid. op een goede
bukademhaling,
ontspanning en
anders denken.
Paniek stoornis Angststoornis met *Herhalend en onverwacht Paniekstoornis is
terugkerende *Bonkend hart, zweten, een combinatie van
episodes van intense duizelig, snelle ademhaling, cognitieve- en
angst/paniek. kortademig, moeite om biologische factoren
adem te halen en van foutieve
*Sterke lichamelijke dan interpretaties van
andere angststoornissen > lichamelijke
situatie willen ontvluchten, sensaties,
angst voor dood, gek anderzijds om
worden, controle kwijt fysiologische en
raken. fysieke reacties.
*Heel bewust van hartslag, Genen kunnen
vaak denken dat ze een onderdeel zijn voor
hartaanval hebben het krijgen van de
*Paniekaanval is vaak stoornis.
zonder aanleiding, binnen 1.Cognitief
10/15 minuten in de piek, perspectief:
duurt paar minuten verkeerd
interpreteren van
Diagnose criteria: lichamelijke
, 1.Aanhudende angst voor sensaties
volgende aanval 2. Hersenen:
2. Verandering in gedrag inwendig
(Bv. vermijden) alarmsysteem >
limbisch systeem en
Kan leiden tot > Agorafobie frontale kwab.
3.
Neurotransmitters:
GABA onderdrukt
stress reacties, als
GABA onvoldoende
effect heeft, kunnen
neurotransmitters
buitensporig gaan
vuren en dit kan
angst veroorzaken.
(mensen met een
paniekstoornis
hebben dus vaak
een laag niveau aan
GABA in de
hersenen.
Fobische stoornissen Buitensporige Theoretische
Fobie irrationele vrees perspectieven over
3 soorten: fobieën:
1.Psychodynamisch
> angst is een
signaal dat gevaar
het bewustzijn in
dreigt te dringen.
*Projectie > de
dreigende impuls
wordt
geprojecteerd op
het fobische object.
2. Leerperspectief >
klassieke en
operante
conditionering. (Bv.
hond blaft > kind
schrikt > fobie voor
honden)
*Leren door
observeren>
moeder toont
angstige reactie op
onweer, kind kan
fobie ontwikkelen.
3. Biologische
perspectief >
genetische factoren