1
Samenvatting ontwikkelingspsychologie en psychopathologie deeltentamen 1
Tess Beekhof, Vrije universiteit Amsterdam
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 (Disorders of Childhood): Introduction.......................................................................................2
Hoofdstuk 2 (Disorders of Childhood): Models of Child development, Psychopathology, and Treatment.........2
Hoofdstuk 3 (Disorders of Childhood): Principles and practices of Developmental Psychopathology...............3
Hoofdstuk 4 (Disorders of Childhood): Classification, Assessment and Diagnosis, and Intervention.................4
Hoofdstuk 5 (Disorders of Childhood): Disorders of Early Childhood...............................................................5
Hoofdstuk 7 (Disorders of Childhood): Autism Spectrum Disorder..................................................................6
Hoofdstuk 9 (Disorders of Childhood): Attention Deficit/Hyperactivity Disorder.............................................8
Hoofdstuk 10 (Disorders of Childhood): Oppositional Defiant Disorder and Conduct Disorder.......................10
Hoofdstuk 14 (Disorders of Childhood): Substance-Related Disorders and Transition to Adult Disorders (p.
254 – 269).................................................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 1 (Abnormal Psychology): Looking at Abnormality.......................................................................14
Hoofdstuk 10 (Abnormal Psychology): Neurodevelopmental and Neurocognitive Disorders (p. 282 – 286)....16
Hoofdstuk 10 (Abnormal Psychology): Neurodevelopmental and Neurocognitive Disorders (p. 276 – 282)....17
Hoofdstuk 11 (Abnormal Psychology): Disruptive, Impulse-Control, and Conduct Disorders..........................18
Hoofdstuk 14 (Abnormal Psychology): Substance Use and Gambling Disorders.............................................18
Extra literatuur: Bradbury & Karney (2013) H13............................................................................................20
Extra literatuur: Rommelse & de Zeeuw (2014) p. 243-246...........................................................................22
,2
Hoofdstuk 1 (Disorders of Childhood): Introduction
Developmental psychopathology: verwijst naar intense, frequente en/of aanhoudende
onaangepaste patronen van emotie, cognitie en gedrag. Het wordt beschouwd in de context
van typische ontwikkeling en resulteert in de huidige en potentiële beperking van
zuigelingen, kinderen en adolescenten.
Wat is normaal?
Veelvoorkomende beschrijvingen van normaliteit en psychopathologie richten zich
vaak op:
statistical deviance: de zeldzaamheid van bepaalde emoties, cognities en
gedragingen;
sociocultural norms: de overtuigingen en verwachtingen van bepaalde groepen over
welke soorten emoties, cognities en gedragingen ongewenst of onaanvaardbaar zijn;
Mental health perspectives: theoretische of klinisch gebaseerde noties van nood en
disfunctie.
Prevalence: verwijst naar het deel van een populatie met een aandoening.
Deviance: verwijst naar de snelheid waarmee nieuwe gevallen ontstaan.
Willekeurige steekproeven van een algemene populatie is een mogelijkheid om de
prevalentie te schatten.
Barrières voor zorg:
Structurele belemmeringen zijn onder meer beperkte beleidsperspectieven,
onsamenhangende systemen, gebrek aan beschikbaarheid van providers, lange
wachtlijsten, onhandig gelegen diensten, vervoersproblemen en onvermogen om te
betalen.
Belemmeringen die verband houden met percepties over psychische
gezondheidsproblemen zijn onder meer het onvermogen om een stoornis te
erkennen, de ernst van het probleem te ontkennen en de overtuiging dat
moeilijkheden in de loopt van de tijd zonder behandeling zullen verdwijnen.
Belemmeringen die verband houden met percepties over geestelijke
gezondheidsdiensten omvatten een gebrek aan vertrouwen in het systeem, eerdere
negatieve ervaringen en het stigma dat verband houdt met het zoeken naar hulp.
Een grote barrière voor individuen is de stigmatization van psychopathologie. Voor ouders
die bezorgd zijn om hun kind, is er bijna altijd schaamte, angst of schuldgevoelens bij het
zoeken naar hulp. Voor kinderen spelen ervaringen van geheimhouding en afwijzing een
belangrijke rol.
Hoofdstuk 2 (Disorders of Childhood): Models of Child
development, Psychopathology, and Treatment
Theoretische modellen van ontwikkeling, psychopathologie en behandeling helpen
bij het organiseren van klinische observaties, directe onderzoeksinspanningen en het
ontwerpen van behandelprogramma’s.
, 3
Dimensionele model: de nadruk leggen op de manier waarop typische gevoelens, gedachten
en gedragingen geleidelijk aan ernstiger worden, die dan kunnen verergeren en vervolgens
klinisch te diagnosticeren stoornissen kunnen worden.
Categorische model: benadrukken de discrete en kwalitatieve verschillen in individuele
patronen van emotie, cognitie en gedrag. Er zijn duidelijke classificaties van normaal en
abnormaal.
Fysiologische model: stellen voor dat er een fysiologische basis is voor alle psychologische
processen en gebeurtenissen. De rol van genen en biologische factoren (zoals de structuur
van het brein en de functies) spelen een belangrijke rol samen met de omgeving.
Psychodynamische model: bestaan onder andere uit de klassieke psychoanalyse van
Sigmund Freud. Benadrukken een fixatie-agressie model van de psychopathologie, wat
suggereert dat individuen die ontwikkelingsproblemen niet hebben kunnen doorstaan, vast
komen te zitten in het verleden. Stoornissen zelf zijn geworteld in trauma’s of conflicten die
tijdens de vroege kinderjaren werden ervaren.
Gedragsmodel: een naar buiten gerichte oriëntatie, gericht op het waarneembare gedrag
van het individu binnen een specifieke omgeving. Omgevingen hebben veel invloed op de
ontwikkeling van persoonlijkheid en psychopathologie.
Cognitieve model: de focus ligt op de componenten en processen van de geest en mentale
ontwikkeling.
Humanistische model: de nadruk leggen op persoonlijk betekenisvolle ervaringen,
aangeboren motivaties voor gezondheidsgroei en de doelbewuste creatie van zichzelf door
het kind. Psychopathologie houdt meestal verband met verstoring of onderdrukking van de
natuurlijke neiging van het kind om een geïntegreerd zelfgevoel te ontwikkelen.
Familiemodel: stellen voor dat de beste manier om de persoonlijkheid en psychopathologie
van bepaalde kinderen te begrijpen, is om de dynamiek van hun specifieke families te
begrijpen.
Socioculturele model: benadrukken het belang van de sociale context, met inbegrip van
geslacht, ras, etniciteit en sociaaleconomische status bij de ontwikkeling, het verloop en de
behandeling van psychopathologie.
Hoofdstuk 3 (Disorders of Childhood): Principles and
practices of Developmental Psychopathology
Het concept van developmental pathways illustreert het principe dat aanpassing en
onaanpassing punten of plaatsen zijn op een levenslange kaart. Dit kan heel positief
verlopen, maar ook heel negatief.
Equifinality en multifinality verwijzen naar overeenkomsten en verschillen in
individuele routes naar een verstoorde uitkomst. Equifinality is een set van
verschillende omstandigheden die allemaal leiden tot dezelfde diagnose. Multifinality
is een set van dezelfde omstandigheden die leiden tot verschillende uitkomsten.
Coherence in ontwikkeling weerspiegelt de logische verbanden tussen vroege
ontwikkelingsvariabelen en latere uitkomsten. Continuïteit is gevonden in het begrijpen van
de relatie tussen uitkomsten en de variabelen die tot stabiliteit of verandering leiden.
Competence weerspiegelt effectief functioneren in relatie tot relevantie ontwikkelingstaken
in kwesties; evaluaties van competentie zijn ingebed in de omgeving waarin ontwikkeling
plaatsvindt.