Dit is een samenvatting van het studieboek 'economie van misdaad en straf' waarin 13 hoofdstukken je meenemen in het proces van kosten en opbrengsten van crimineel gedrag. De samenvatting is geheel in lijn van het boek geschreven en gepoogd is zo veel mogelijk in de woorden van de auteur te blijven.
Economie van misdaad en straf
Hoofdstuk 1 - economie van misdaad en straf in vogelvlucht
1.1 Maatschappelijke rationaliteit
Moordzaken worden over het algemeen veel meer gestraft dan andere misdrijven zoals
diefstal. Dit komt omdat moord wordt gezien als een zeer ernstig misdrijf en de inbreuk
op de rechtsorde is groot. De maatschappelijke schade is ook een stuk groter. Het lijkt
erop dat er hier een keuze is gemaakt met een kosten en baten afweging, of de politie
ingezet wordt op extra handhaving of niet. Door de inzet van deze middelen voor politie
en justitie moet andere dingen worden opgeofferd, de kosten. Tegenover de kosten staan
de baten, het positieve effect van de inzet. De baten kunnen zijn de materieel en
immaterieel schade die niet geheel maar wel grotendeels voorkomen kan worden door te
interveniëren. Kleinere delicten, zoals fietsendiefstal is een fact of life geworden, het is
niet meer schokkend, eerder ongemakkelijk. Daarnaast is het delict beter te voorkomen
met voorzorgsmaatregelen.
1.2 Individuele rationaliteit
Het is echter niet alleen een maatschappelijke afweging, er moet ook gekeken worden
naar de individuen. Over het algemeen zullen individuen dingen doen als de baten de
kosten overtreffen. Verondersteld wordt dat individuen rationeel handelen. Mensen zijn
hierin niet allemaal hetzelfde, iedereen heeft zijn eigen voorkeuren. Die preferenties
kunnen betrekking hebben op materiële en immateriële zaken, maar ook op het tijdstip en
de (on)zekerheid. Niet alle individuen hebben alle informatie tot hun beschikking, omdat
zij daar zelf naar moeten zoeken. Onbewuste beslissingen worden vaak als rationeel
gezien, omdat mensen beslissingen nemen die op de automatische piloot gaan vaak in
overeenstemming zijn met de eigen normen. Bovendien laten individuen zich ook
meeslepen door emoties. De economie voorspelt hoe de gemiddelde mens reageert op
wijzigingen in de omstandigheden, het geeft geen voorspelling van individueel gedrag.
Normen en waarden vertalen zich in wroeging (intern) en sociale controle (extern). Zij
creëren drempels die de burger over moet voordat hij een delict kan plegen, dit zijn de
immateriële kosten van de regelovertreding. Centraal staat het strafrisico: de gemiddelde
sanctie die een regelovertreder kan verwachten als gevolg van het optreden van politie en
justitie. Strafrisico = pakkans x strafmaat. De pakkans is de gemiddelde kans dat een
regelovertreder een sanctie krijgt opgelegd. De strafmaat is de zwaarte van de sanctie.
1.3 Strategische interactie
Stel dat factoren die stimulerend of remmend werken op crimineel gedrag door de
overheid gebruikt kunnen worden om beleid te maken. De overheid zou nooit de
criminaliteit los kunnen laten, omdat dat de maatschappij ontwricht. Maar aan de andere
kant zou het ook nooit alle criminaliteit wegnemen, omdat de handhavingskosten dan
veel te hoog zouden worden. Deze beslissingstheoretische benadering heeft een aantal
complicaties:
1
,- Besluitvorming van de overheid is gevoelig voor politieke processen. De prioriteiten zijn
onderhevig aan maatschappelijke veranderingen.
- De overheid is niet volledig centraal bestuur
- Niet alleen de overheid en de regelovertreders spelen een rol, ook de slachtoffers.
Deze drie complicaties maken dat er sprake is van strategische interactie Er is namelijk
interactie tussen de regelovertreders en de overheid, maar ook tussen het
overheidsbeleid en de uitvoerende instanties en regelovertreders en tussen daders en
slachtoffers. Onder een strategische theorie valt ook de speltheorie zoals het Prisoner’s
Dilemma. De overheid reageert met het beleid op wat er in de samenleving gebeurd. Als
er veel roofovervallen zijn, wordt daar het beleid op ingesteld. Het gevolg is dat het
strafrisico dus verandert onder invloed van ontwikkelingen in de criminaliteit. Er is sprake
van een tweezijdige causaliteit, oftewel simultaneïteit.
1.4 Reikwijdte van het strafrecht
Het strafrecht staat stil bij twee vragen. De eerste vraag gaat over de schadelijkheid, dat
verwijst naar het leerstuk van de negatieve externe effecten. Hier doet zich het
probleem voor dat de dader alle lusten heeft en het slachtoffer de lasten. Daarnaast is er
nog het welvaartsprobleem, wanneer de dader geen rekening krijgt gepresenteerd voor
de schade zal zijn individuele kosten en baten afweging gunstiger uitvallen dan op
maatschappelijk niveau. Er kan ook via het civielrecht of het bestuursrecht
rechtgesproken worden. Het strafrecht is de zwaarste vorm van interventie, het is het
ultimum remedium. Het strafrecht kan van belang zijn voor gevallen waarin de schade
niet gecompenseerd kan worden. De waarde van het strafrecht is vooral gelegen in de
afschrikwekkende en preventieve werking. Daarnaast voorkomt het eigenrichting.
Hoofdstuk 2 - criminaliteit in Nederland
2.1 Inleiding
Onder criminaliteit vallen alle handelingen die volgens het strafrecht een strafbaar feit
vormen. Handelingen zijn alleen strafbaar als daar een wettelijke regeling aan vooraf is
gegaan, het legaliteitsbeginsel. Er is een tweedeling gemaakt tussen misdrijven en
overtredingen.
2.2 Het begrip strafbaar feit
Een strafbaar feit is:
- Een menselijke gedraging
- Die valt binnen een wettelijke delictsomschrijving
- Die wederrechtelijk is
- En aan schuld te wijten
2
, De gedraging kan gebaseerd zijn op het handelen of het nalaten te handelen. Het
strafrecht bestaat voornamelijk uit het gewone/commune strafrecht, maar heeft ook
bijzondere wetgeving. Een misdrijf is een gedraging die wordt afgekeurd omdat het afwijkt
van de materiële norm. Een overtreding is een gedraging die wordt afgekeurd van wie de
behoefte aan bepaalde ordening. Met de strafbaarstelling hiervan wordt de norm
gegeven.
2.3 Geregistreerde criminaliteit
Om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van criminaliteit kan men het best kijken naar
de geregistreerde misdrijven. Dit zijn cijfers van de politie van 1950 tot nu. In 2005 kwam
er een breuk in de grafiek, omdat men toen overstapte op een andere methode om data
te verzamelen. In de jaren 50 heeft de geregistreerde criminaliteit een explosieve groei
doorgemaakt en sinds 2000 is het sterk gedaald. De cijfers verschillen heel erg per soort
criminaliteit. Het is echter onduidelijk of deze cijfers een goed beeld vormen, omdat dit
afhankelijk is van de registratie en meldingen.
2.4 Feitelijk gepleegde criminaliteit
De geregistreerde criminaliteit vormt geen goed beeld van de feitelijk gepleegde delicten.
Slachtoffers doen bijvoorbeeld geen aangifte of de politie maakt geen proces-verbaal op
van alle gemelde delicten. Bovendien zijn er ook slachtofferloze delicten. Een instrument
om een beter beeld te krijgen van de totale criminaliteit zijn slachtofferenquêtes. Dit is
een steekproef, maar kan een goed beeld geven. Maar slachtofferenquête bevragen niet
alle mensen die in Nederland slachtoffer geweest kunnen zijn van een delict. Bovendien
wordt er van slachtofferloze delicten geen aangifte gedaan, deze worden alleen ontdekt
als de politie ze zelf vaststelt. Er wordt dan ook wel gesproken van haaldelicten en
brengdelicten. De vangst/hervangstmethode is een techniek die het mogelijk maakt
om op basis van politiegegevens een schatting te maken van het aantal delicten dat niet
bij de politie bekend is.
2.5 Gepleegde versus geregistreerde criminaliteit
Er is een grote discrepantie tussen het aantal geregistreerde delicten het het feitelijk
aantal gepleegde delicten, dit wordt ook wel het dark number genoemd. De
aangiftebereidheid verschilt ook heel erg per persoon. Er moet wel benoemd worden dat
de classificatie van delicten verschillen per registratiemethode. Daarnaast is bij de
slachtofferenquête retrospectief onderzoek gedaan. Niet iedere deelnemer weet meer
precies wanneer een delict heeft plaatsgevonden. Bovendien kan er ook een vertekening
optreden door een responseffect. De non-respons wordt gecorrigeerd door een
gemiddelde uitkomst te wegen. Ook ontstaat overschatting doordat alleen mensen van
vijftien jaar en ouder gevraagd worden en slechts een paar specifieke sectoren uit het
bedrijfsleven. Als laatste zijn er in de diverse categorieën gepleegde delicten bij de
salchtofferenquêtes niet systematisch alle denkbare typen misdrijven meegenomen. Als
de bij de politie geregistreerde aantal delicten achter blijft op de aantallen geregistreerd
door slachtofferenquetes kan dat twee dingen betekenen. Ten eerste kunnen de
respondenten de aantallen overdrijven. Ten tweede kan het ook zijn dat ze te hoog
hebben opgegeven van hun aangiftebereidheid.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vanvoorstmelissa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,45. Je zit daarna nergens aan vast.