Kern AC
Les 1a
Leerdoelen
1. Herkent comorbiditeit/multimorbiditeit en prioriteert hulpvragen van de zorgvrager om de
zorg zo goed mogelijk af te stemmen.
Co morbiditeit meerdere aandoeningen die gerelateerd zijn aan een (chronische) ziekte,
bijvoorbeeld depressie bij dementie of ondervoeding bij kanker.
Multimorbiditeit wanneer meerdere chronische ziekte tegelijkertijd aanwezig zijn die elkaar
onderling beïnvloeden, bijvoorbeeld diabetes en hart- en vaatziekten.
2. Herkent de overeenkomsten en verschillen in de intramurale, extramurale, semimurale en
transmurale zorg en heeft inzicht wat dit betekent voor de samenwerking.
Intramurale zorg betekent binnen de muren, dus waarbij iemand ook echt opgenomen is. Denk
hierbij dus aan ziekenhuizen, psychiatrische instellingen en revalidatieklinieken.
Extramurale zorg is de zorg buiten de muren van een zorginstelling, dus bijvoorbeeld de thuiszorg, en
huishoudelijke hulp.
Semimurale zorg is een tussenvorm van zorg en valt tussen extra- en intramurale zorg in. Het houdt
in dat patiënten niet volledig zelfstandig kunnen wonen, zoals bij extramurale zorg het geval is, maar
ook niet hoeven te worden opgenomen in een zorginstelling. Het is extra zorg waar dit nodig is, bv.
begeleid wonen of dagbesteding.
Transmurale zorg wordt ook wel ketenzorg genoemd. Dit is een dynamische vorm van zorg,
waarbij zorg wordt aangeboden door meerdere zorgverleners. Dit kan bijvoorbeeld thuiszorg en
de zorg van een huisarts en polikliniek betekenen.
3. Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de revalidatiezorg in kaart.
Revalidatieverpleegkundige
Disciplines: fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist
Taken en doelen: Goede samenwerking met elkaar, om zo een actieve revalidatie te laten
plaatsvinden in samenwerking met de cliënt.
Samenwerkingsrelate: Opdrachten die de cliënten krijgen vanuit de therapie worden ook weer met
de verpleegkundige geoefend en gerapporteerd. Door dit te rapporteren is de therapeut op de
hoogte hoe het op de afdeling gaat en of de oefening eventueel aangepast moet worden.
4. Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de zorg voor zorgvragers in de wijk in
kaart.
Wijkzorg
Disciplines: huisarts, fysiotherapeut, ergotherapeut, buurteamwerker, mantelzorger,
praktijkondersteuner, verloskundige, GGD, consultatiebureau, dorpsondersteuner. Taken en doelen:
basis zorg uitvoeren en samenwerking via rapportages
,Samenwerkingsrelate: Door duidelijke rapportages en taken voor elkaar samenwerken aan de goede
zorg voor de cliënt.
Les 1c
Leerdoelen
1. Benoemt verlieservaringen waar je als verpleegkundige mee te maken krijgt.
Verlieservaringen: Een verliesgebeurtenis is een incidentele gebeurtenis waardoor verlies ontstaat
van iets of iemand waaraan u gehecht was. Bijvoorbeeld: Ontslag en baanverlies, burn out,
echtscheiding, stress, carrière, verlies van een dierbare door overleiden, verlies van iemands
gezondheid
2. Beschrijft proces van verlieservaring.
De vijf verschillende rouwfases zijn omschreven door psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Hoewel zij
deze fases in een bepaalde volgorde omschrijft, hoeft deze volgorde niet strikt gevolgd te worden.
Rouw is te allen tijde een individueel proces!
Ontkenning: De eerste fase van het rouwproces is ontkenning: een algemeen afweermechanisme
van ons brein. De waarheid is te erg om te bevatten, dus ontkennen we deze geheel of gedeeltelijk.
Boosheid: Rouwverwerking is méér dan intens verdrietig zijn. Juist bij rouwenden zie je vaak
boosheid, boosheid op het lot, de artsen, God, de omgeving... Dit is een gezond
verdedigingsmechanisme.
Het gevecht aangaan: Veel mensen proberen om hun verlies te verwerken door het gevecht aan te
gaan of door zichzelf doelen op te leggen. Het is in deze fase van rouwverwerking dat mensen
marathons gaan lopen tegen bepaalde ziektes, een wereldreis maken of vanaf nu echt stoppen met
roken.
Depressie: Wanneer nabestaanden gaandeweg tot de ontdekking komen dat ontkennen, boos
worden en/of het gevecht aangaan niet helpen om het verlies te verwerken, volgt vaak de
depressieve fase. Deze wordt grotendeels veroorzaakt door de machteloosheid die je als rouwende
voelt: er is niets, maar dan ook niets, wat je aan het gebeurde kunt veranderen.
Aanvaarding: Hoeveel verdriet en pijn je als nabestaande ook hebt, er komt een dag dat je gaat
proberen om het verlies een plaatsje te geven. Het betekent dat je probeert om je leven in te richten
zonder de geliefde om je heen.
3. Noemt verschillende coping stijlen en de betekenis daarvan en kent eigen coping stijlen.
Actieve coping: Je gaat opzoek naar informatie, en gaat alles voor jezelf op een rijtje zetten.
Passieve coping: Ontkennen, vermijden, afstand nemen.
Emotiegerichte coping: Het probleem wordt opgelost door de onplezierige gevolgen van stress of
tegenslagen te ontvluchten.
Probleemgerichte coping: Oorzaak wegenemen, situatie veranderen. Oplossing voor het probleem
zoeken door verandering aan te brengen in de situatie die stress of een tegenslag heeft veroorzaakt.
,Responsgerichte coping: Is erop gericht om de gevolgen van een probleem of tegenslag te
verminderen, door bijvoorbeeld meditatie.
Interne attributie: ‘ik ben het schuld’
Externe attributie: schuld ligt bij een ander.
4. Beschrijft de opbouw van een slecht nieuwsgesprek in een plan van aanpak.
Les 2A
Leerdoelen
1. Benoemt de wet en regelgeving, financiering en controlerende instanties met betrekking tot
wijkzorg en revalidatiezorg.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Ondersteunt mensen met een beperking om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. De
gemeente biedt daarbij ondersteuning.
Wie? Verstandelijk, lichamelijk of psychisch beperkt, chronisch zieken, ouderen, mensen met
psychosociale problemen.
Begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en vervoer is een voorziening van de
gemeente à indicatie stellen.
Persoonsgebonden budget in niet meer in handen van de inwoner maar door de Sociale
Verzekeringsbank SVB. Deze keert het geld uit aan de zorgaanbieder.
Gemeente mag een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen t.a.v. inkomen en vermogen.
Huishoudelijk hulp wordt alleen ingezet bij structurele beperkingen in combinatie met
begeleiding om het huishouden te structureren.
De jeugdwet
Jeugdhulpplicht tot 18 jaar en voor hun ouders. 24-uurs zorg of permanente zorg valt onder WLZ.
Gemeente is verantwoordelijk voor preventie en oplossingen van zorg. Voor jeugdhulp,
kinderbescherming en jeugdreclassering (hulp bij proces verbaal).
Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuis BOPZ
(Als het goedgekeurd wordt door de eerste kamer wordt dit vervangen door wet Zorg en Dwang,
wetsvoorstel Zorg en Dwang)
De wet BOPZ beschrijf de rechten van patiënten tijdens een onvrijwillige opname in een
psychiatrische instelling. De wet geldt voor gedwongen opnamen en behandelingen in de psychiatrie,
de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en de psychogeriatrie B ouderenzorg voor
mensen met dementie).
Iemand wordt gedwongen opgenomen als diegene een gevaar is voor zichzelf of voor hun omgeving,
alleen dan kan de persoon gedwongen worden opgenomen. Wanneer mensen zijn opgenomen stelt
de BOPZ wet een behandelplan verplicht. De persoon met zelf instemmen met het behandelplan. Is
hij daar niet toe in staat dan doet de partner of familie dat.
Wet langdurige zorg (WLZ)
, De Wet langdurige zorg (WLZ) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met
een handicap en mensen met een psychische aandoening.
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor zorg vanuit
de WLZ. U komt mogelijk in aanmerking als u intensieve zorg of toezicht nodig heef. Voldoet u aan de
voorwaarden? Dan geef het CIZ een zogeheten WLZ-indicatie af. Dit is een besluit waarin staat dat
iemand recht heef op langdurige zorg.
Met een WLZ-indicatie krijgt iemand in een zorginstelling alle begeleiding en zorg die hij nodig heef.
Zoals verpleging en verzorging.
Met een WLZ-indicatie kunnen mensen terecht in een verpleeghuis, een instelling voor mensen met
een handicap of een ggz-instelling. Maar ze kunnen er ook voor kiezen om thuis te blijven wonen met
intensieve zorg. Dit is alleen mogelijk als de situatie thuis geschikt is om verantwoord en doelmatig
zorg te krijgen. Dit betekent bijvoorbeeld dat u veilig en gezond thuis kunt blijven wonen. Het
Zorgkantoor gaat hierover met u in gesprek en beoordeelt de situatie. (Rijksoverheid, 2018)
Welke zorg wordt geregeld vanuit de WLZ?
De Wet langdurige zorg is bedoeld voor mensen die voortdurend (intensieve) zorg nodig hebben in
de nabije omgeving. Denk daarbij aan chronisch zieken, kwetsbare ouderen en mensen met een
ernstige geestelijke, lichamelijke beperking of aandoening. Alles wat de cliënt nodig heef wordt
vanuit de WLZ geregeld, namelijk:
Verblijf in een zorginstelling (thuis wonen is ook mogelijk)
Begeleiding, verpleging en verzorging
Geneeskundige zorg en behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis
Bij bepaalde zorgzwaarte: fysiotherapie en tandheelkunde.
Hulpmiddelen
Vervoer naar de plaats waar de begeleiding, behandeling en verzorging plaatsvindt.
Het gehele pakket aan zorg en voorzieningen noemt men het integraal pakket. (Zorgwijzer, 2018)
Participatiewet
De Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet
werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) gaan met ingang van 2015 samen in de
Participatiewet. Het doel van deze nieuwe wet is alle mensen, met of zonder beperking, volwaardig
deel te laten nemen aan de samenleving. Waar mogelijk moeten mensen zelf in hun levens
onderhoud voorzien, bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) niet mogelijk is door op
een andere manier te participeren in de samenleving. Gemeenten zijn de uitvoerders van de
Participatiewet. Ze zullen zelf gaan bepalen welke ondersteuning mensen met een arbeidsbeperking
nodig hebben om te functioneren in een reguliere baan.
Persoonsgebonden budget (PGB)
Het is een budget die mensen met een chronische beperking of ziekte toegekend kunnen krijgen. Om
hier vervolgens zelf zorgverleners mee in te huren die nodig zijn voor de zorg waar behoefte aan is
vanwege hun beperking of ziekte.
Met PGB heb je wat meer de eigen regie in handen, omdat je zelf bepaalt hoe, waar, wanneer en van
wie je zorg wilt ontvangen.