Hoorcolleges en literatuur developmental learning and behavior
Lecture 2: prenatal development
WEIRD science:
- Western, educated, industrialized, rich, democratic
- Ontwikkeling is verschillend per persoon en per cultuur
Wat is ontwikkeling:
- Specifiek type verandering:
Kwalitatief (type)
Sequentieel (sommige veranderingen proceed anderen)
Cumulatief (ontwikkelingsfasen kunnen ‘op’ elkaar komen)
Directioneel (progressief of regressief)
Multifactioneel (er is niet meer 1 factor die bepalend is)
Individueel (ontwikkelingspaden zijn verschillend per persoon)
- Globale ontwikkelingspaden kunnen onderscheiden worden maar individuele zijn uniek.
Prenatale ontwikkeling:
- Het begin van de ontwikkeling start bij 20 weken.
- Celdeling:
Mitose
Meiose (crossing-over, 4 nieuwe cellen ontstaan met halve genetische ‘blauwdruk’)
- Basis voor genetische variatie:
Genetische basis voor individuele verschillen
Helpt ons de interacties te begrijpen tussen nature en nurture
- 4 ontwikkelingsprocessen:
1. Mitose (normale celdeling)
2. Cel migratie
3. Cel differentiatie (morula, totipotent, inner mass cells, pluripotent)
4. Apoptose (geprogammeerde celdood)
- Stimulatie van buitenaf in de baarmoeder:
10 weken gevoel van druk
13 weken detectie van bewegingen
20 weken detectie van licht
26 weken detectie van geluid
26-28 weken detectie van geur en smaak
- Foetale beweging:
5-6 weken buigen van hoofd en ruggengraad
8-9 weken schrikachtige bewegingen
10 weken variatie van ledematen bewegingen
10-11 weken hoofdbewegingen, adem bewegingen
11-12 weken gapen, zuigen, slikken
14 weken niet willekeurige bewegingen
20 weken bewegingen met alle delen van het gezicht
25 weken openen en sluiten van de ogen
- Functies van foetale beweging:
Slikken afsluiten luchtpijp, longen, verteringssysteem
Lichaamsbewegingen spieren, botten, huid, gewrichten
,Hoofdstuk 1: een introductie van kind ontwikkeling
Resultaten van onderzoek toont aan dat biologische- en omgevingsfactoren samenkomen om kind ontwikkeling
te produceren.
- Redenen om te leren over kind ontwikkeling:
Opvoeden van kinderen
Kennis over kind ontwikkeling kan voor iedereen helpen bij het opvoeden van hun kinderen.
Kiezen van sociaal beleid
Een andere reden om meer te weten te komen over de ontwikkeling van kinderen is om weloverwogen
beslissingen te kunnen nemen over de grote verscheidenheid aan sociaal-beleidsvragen die kinderen in het
algemeen aangaan.
Het begrijpen van de menselijke natuur
Een derde reden om meer te weten te komen over de ontwikkeling van kinderen is om meer te begrijpen over
de menselijke natuur. Het bestuderen van jonge kinderen biedt de mogelijkheid om te leren over hoe mensen
zijn voordat ze worden beïnvloed door ontelbare invloeden van familie en gemeenschap.
- Historische basis in de onderzoeken naar kind ontwikkeling
De kijk van vroege filosofen op kind ontwikkeling
Plato en Aristoteles geloofden dat lange termijn welvaart van de gemeenschap afhing van de juiste opvoeding
van de kinderen. Plato vond zelfcontrole en discipline te belangrijkste doelen van educatie. Aristoteles was het
eens met Plato dat discipline belangrijk was maar opvoeding moest aangepast worden naar de behoeftes van
de individu. Plato geloofde dat kinderen aangeboren kennis hadden. Aristoteles geloofde dat kennis komt van
ervaringen en dat het geheugen van een kind is als een leeg bord. Ook Locke ziet het kind als een tabula rasa
waardoor ontwikkeling sterk afhangt van de nurture van de ouders en de gemeenschap. Rousseau geloofde dat
ouders en de gemeenschap hun kinderen maximale vrijheid moeten geven.
Sociale hervormingsbewegingen
Darwins evolutietheorie
Darwins evolutietheorie, die gebruik maakt van variatie, natuurlijke selectie en overerving als zijn
fundamentele variatie blijft ook het denken van moderne ontwikkelingsdeskundigen beïnvloeden over een
breed scala van onderwerpen.
- Blijvende thema’s in kind ontwikkeling
1. nature en nurture: hoe vormen nature en nurtutre samen ontwikkeling?
,Nature verwijst naar onze biologische gaven, de genen die we van onze ouders hebben gekregen. Nurture
verwijst naar het brede scala aan omgevingen, fysiek en sociaal, die onze ontwikkeling beïnvloeden. Alle
menselijke karaktereigenschappen worden gecreëerd door de samenwerking van nature en nurture, de
constante samenwerking van biologie en onze omgeving. Onderzoek toont aan dat een genoom (iedere
persoon zijn complete set van erfelijk materiaal) gedrag en ervaringen beïnvloed en dat gedrag en ervaringen
het genoom beïnvloed. In het DNA zitten eiwitten die genexpressie regelen door genen aan en uit te zetten
(epigenetica). Bewijs voor de blijvende epigenetische impact van vroege ervaringen en gedragingen komt van
onderzoek in methylering, een biochemisch proces dat expressie van een verscheidenheid aan genen
vermindert en is betrokken bij de regulering van de reactie op stress.
2. het actieve kind hoe vormen kinderen hun eigen ontwikkeling?
Kinderen vormen hun eigen ontwikkeling door selectieve aandacht. Wanneer kinderen beginnen te praten is
deze eigen bijdrage duidelijker. Kinderen leren alleen praten omdat ze intern gemotiveerd zijn om de taal te
leren. Kinderen spelen met zichzelf voor plezier maar zij leren ook veel tijdens dit proces. De fantasie van
spelen bij jonge kinderen heeft ook een grote bijdrage aan de kennis over zichzelf en anderen. Ook leert spelen
kinderen waardevolle lessen.
3. continuïteit/discontinuïteit: op welke manieren is ontwikkeling continu en in welke manier is ontwikkeling
discontinu?
Sommige onderzoekers zien ontwikkeling als een continu proces met kleine veranderingen, andere
onderzoekers zien ontwikkeling als een discontinu proces met verschuivingen.
Stage theories ontwikkeling vindt plaats in een progressie of onderscheiden leeftijd-gerelateerde fases.
Cognitieve ontwikkelingstheorie tussen de geboorte en de adolescentie gaat het kind door 4 fases van
cognitieve groei, elke fase gekarakteriseerd door onderscheiden, intellectuele capaciteiten en manieren om de
wereld te begrijpen.
In de afgelopen 20 jaar is uit onderzoek gebleken dat ontwikkelingsveranderingen geleidelijk plaatsvinden en
niet in fases.
4. mechanismen van verandering: hoe vindt verandering plaats?
Wat zijn de mechanismen die de veranderingen produceren? Ontwikkelingsmechanismen kunnen
gedragsmatig, neuraal of genetisch zijn. Een interessant mechanisme is de ontwikkeling van effortfull attention.
Dit mechanisme bevat rollen van de hersenen, genen en leren. De ontwikkeling van de delen in de hersenen
die een mechanisme beïnvloeden komt door omgevingsfactoren en genetica. Ander onderzoek heeft
aangetoond dat specifieke genen de productie van neurotransmitters beïnvloeden. Variatie in deze genen bij
kinderen is geassocieerd met variaties in de kwaliteit of uitvoering van de taak die effortfull attention vereist.
Een volledig begrip over de mechanismen die ontwikkelingsveranderingen produceren vereist specifieke kennis
over hoe genen, hersenstructuur en processen en ervaringen interacteren.
5. de sociaal-culturele context: hoe beïnvloed de sociaal-culturele context ontwikkeling?
Kinderen groeien op in een bepaalde omgeving. De fysieke, sociale, culturele, economische en historische
aspecten van deze omgeving bepalen de sociaal-culturele context van het leven van het kind, die weer de
ontwikkeling van het kind beïnvloeden (Bronfenbrenner). Ontwikkelingscontext verschilt niet alleen tussen
culturen maar ook binnen de culturen. Contextuele verschillen binnen culturen zijn gerelateerd aan etniciteit,
ras en SES. Arme kinderen hebben een cummulatie van nadelen. Deze opstapeling tijdens de ontwikkeling,
cumulatief risico, is het grootse obstakel voor een succesvolle ontwikkeling voor arme kinderen. Kinderen die
deze obstakels overwinnen hebben vaak positieve, persoonlijke kwaliteiten, een goede relatie met minstens 1
ouder en een goede relatie met minstens 1 volwassene anders dan de ouders.
6. individuele verschillen: hoe kunnen kinderen zo van elkaar verschillen?
Scarr identificeerde 4 factoren die voor de verschillen kunnen zorgen: genetische verschillen, verschil in
behandeling door ouders en anderen, verschil in reacties op vergelijkbare situaties en verschil in keuzes in de
omgeving (het maken van de eigen keuzes).
7. onderzoek en welvaart van kinderen: hoe kan onderzoek het welzijn van kinderen promoten?
Verbeterde kennis over de ontwikkeling van het kind zorgt voor praktische voordelen bij het opvoeden en
onderwijsverbeteringen.
- Methoden voor het bestuderen van kind ontwikkeling
De wetenschappelijke methode
De basis voor de wetenschappelijke methode is dat alle overtuigingen fout kunnen zijn. Overtuigingen moeten
daarom eerst vaker getest zijn en bekeken worden als hypothesen. De wetenschappelijke methode heeft 4
stappen:
1. Het kiezen van een vraag die beantwoord moet worden
, 2. Hypothese formuleren
3. Methode ontwikkelen
4. De resultaten gebruiken om een conclusie te trekken over de hypothese
Het belang van de juiste meetinstrumenten:
Betrouwbaarheid de mate waarin de onafhankelijke metingen consistent zijn. De
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid gaat over hoeveel overeenkomst er is tussen twee onderzoekers die
hetzelfde instrument gebruiken. De test-hertestbetrouwbaarheid gaat over wanneer het meetinstrument een
tweede keer wordt gebruikt hier dezelfde metingen uitkomen als bij de eerste keer.
Validiteit de mate waarin het meetinstrument meet wat hij moet meten. Interne validiteit gaat over of het
effect dat gemeten is bijdraagt aan de factor die getest wordt. De externe validiteit gaat over de
generaliseerbaarheid van het resultaat.
Context voor het verzamelen van data over kinderen
Onderzoekers verzamelen data over kinderen op 3 verschillende manieren:
1. Interview en vragenlijsten gestructureerde interviews, vragenlijsten, klinisch interview.
2. Naturalistische observatie observeerders plaatsen zichzelf in de context van het kind die ze willen
onderzoeken waardoor zij het gedrag van het kind zien zonder dat zij het gedrag beïnvloeden.
3. Gestructureerde observatie onderzoekers ontwerpen een situatie dat het gedrag oproept die
relevant is voor de hypothese.
Correlaties en causaliteit
Kinderen verschillen enorm van elkaar op alle variabelen.
Correlatie ontwerp het voornaamste doel van studies met een correlationeel ontwerp is om te bepalen of
kinderen, die verschillen op 1 variabele, ook verschillen op voorspelbare manieren op een andere variabele. De
associatie tussen de twee variabelen wordt de correlatie genoemd. Correlatie is niet hetzelfde als causaliteit.
Een correlatie vertelt niet welke variabele de oorzaak is en welke het gevolg (direction-of-causation problem)
en de correlatie tussen twee variabelen kan ook veroorzaakt worden door een derde variabele (third-variabele
problem).
Experimenteel ontwerp een groep aan benaderingen die conclusies over oorzaken en gevolgen mogelijk
maken. Twee technieken zijn cruciaal bij experimentele ontwerpen: willekeurige toewijzing zodat de groepen
te vergelijken zijn met het echt, en experimentele controle (de mogelijkheid van de onderzoekers om specifieke
ervaringen van respondenten bij het experiment te bepalen) met de experimentele groep en een
controlegroep.
Onderzoek ontwerpen voor het onderzoeken van kind ontwikkeling
Cross-sectioneel ontwerp deze methode vergelijkt kinderen van verschillende leeftijd op een gegeven
gedraging, capaciteit of karaktereigenschap door hun te bestuderen op hetzelfde moment. Verschillen en
overeenkomsten kunnen hiermee aangetoond worden.
Longitudinaal ontwerp de kinderen worden op 2 of meer momenten onderzocht over een periode.
Microgenetisch ontwerp de kinderen worden herhaaldelijk onderzocht over een korte periode.
Ethische problemen in onderzoek naar kind ontwikkeling
1. Zorg ervoor dat het onderzoek de kinderen niet fysiek of mentaal schaadt
2. Verkrijg informed consent voor de deelname
3. Anonimiteit en gegevens alleen gebruiken voor de studie
4. Bespreek alle informatie met de ouders of verzorgers verkregen door het onderzoek dat belangrijk is
voor het welzijn van het kind
5. Probeer negatieve gevolgen door het onderzoek te vermijden
6. Verbeter alle inaccurate indrukken die de kinderen ontwikkelen tijdens het onderzoek