Samenvatting vpk kennis periode 2.1
Week 1
BN2020
De zorgverlener
- Versterken zelfmanagement van mensen in hun sociale context, waar mogelijk
- Vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg door middel van klinisch
redeneren
- Klinisch redeneren continu proces van gegevensverzameling en analyse gericht op
vragen en problemen van de patient
- Risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring
- Competenties
o De verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de behoefte aan
verpleegkundige zorg vast op lichamelijk, psychisch, functioneel en sociaal
gebied, indiceert en verleent deze zorg in complexe situaties, volgens het
verpleegkundig proces, op basis van evidence based practice
o De verpleegkundige versterkt het zelfmanagement van mensen in hun sociale
context richt zich op gezamenlijke besluitvorming
o De verpleegkundige indiceert en voert verpleegtechnische handelingen uit op
basis van zelfstandige bevoegdheid of functionele zelfstandigheid zoals
beschreven in de wet BIG
- Uitvoeren van zorg het verlenen van integrale zorg door zelfstandig alle
voorkomende verpleegkundige handelingen in complexe zorgsituaties uit te voeren
met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en vanuit een realistisch
perspectief
- Zelfmanagement versterken het ondersteunen van zelfmanagement van mensen,
hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden en verbeteren van
het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven
- Indiceren van zorg het vaststellen, beschrijven en organiseren van de aard, duur,
omvang en doel van de benodigde zorg, in samenspraak met de zorgvrager, op basis
van gediagnosticeerde of potentiële, nader te onderzoeken en te diagnosticeren
patientproblemen
Communicator
- Vraagt een goed inschattingsvermogen van de informatiebehoefte die de patient
heeft
- competentie
o De verpleegkundige communiceert op persoonsgerichte en professionele
wijze met de zorgvrager en diens informele netwerk, waarbij voor optimale
informatie-uitwisseling wordt gezorgd.
- Persoonsgerichte communicatie het actief luisteren naar de zorgvrager, informeren
van de zorgvrager en deze in staat stellen keuzes te maken in de zorg en de
zorgvrager als uniek persoon benaderen: op een natuurlijke manier gids, coach,
expert of adviseur zijn, afhankelijk van het moment en de omstandigheden
- Inzet informatie en communicatietechnologie (ICT) het toepassen van de nieuwste
informatie- en communicatie- technologien en het bieden van zorg op afstand (e-
health) als aanvulling op het persoonlijk contact met de zorgvrager
, - Professioneel gedrag en gezamenlijke besluitvorming
De samenwerkingspartner
- Deelt kennis en informatie, gericht op samenwerking en overdracht in de keten
- Vanuit perspectief van de continuïteit van de zorg voor het individu
- De verpleegkundige ondersteunt en begeleidt de mantelzorg of het sociale netwerk
- Competenties
o De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan, werkt effectief samen
vanuit het principe van gezamenlijke besluitvorming met de zorgvrager en
diens naasten en ondersteunt hen in het zelfmanagement
o De verpleegkundige werkt zowel binnen als buiten de eigen organisatie
samen met andere beroeps oefenaren of instanties waarin zij als autonome
professional haar bijdrage levert aan de kwaliteit en continuïteit van zorg
- Professionele relatie het aangaan en onderhouden van contact met de zorgvrager,
diens naasten en sociale netwerk, het onderhouden van langdurige zorgrelaties en
het zorgvuldig afbouwen van de relatie daar waar dit noodzakelijk is
- Gezamenlijke besluitvorming het systematisch overleggen in diagloog met de
zorgvrager en diens naasten over de te verlenen verpleegkundige zorg en zorgdragen
voor een expliciete afweging van verschillende kennisbronnen en de waarden van de
zorgvrager in het besluitvormingsproces
- Multidisciplinair samenwerken het handelen vanuit de eigen verpleegkundige
deskundigheid en samenwerken op basis van gelijkwaardigheid met de eigen en
andere disciplines binnen en buiten de gezondheidszorg met betrekking tot zorg en
behandeldoelen
- Continuïteit van de zorg het delen van kennis en informatie gericht op het
garanderen van een ononderbroken betrokkenheid van de noodzakelijke
zorgverleners bij het zorgverleningsproces van de zorgvrager door de tijd heen
Effectief verplegen deel 1
Pijn h12
- 4 abstractieniveaus
o Niveau 1 comfort/welbevinden
o Niveau 2 klasse: lichamelijk comfort
o Niveau 3 concept: pijn
o Niveau 4 diagnosen: acute pijn, chronische pijn
- NANDA definieert
o acute pijn sterk onaangename gewaarwording die een seconde tot nog
geen zes maanden duurt
o chronische pijn aanhoudende of intermitterende sterk onaangename
gewaarwording die langer dan zes maanden duurt
- twee definities pijn
o pijn is een onplezierige, gevoelsmatige en emotionele beleving die wordt
geassocieerd met een daadwerkelijke of dreigende beschadiging van weefsel,
dan wel beschreven wordt in termen van een dergelijke weefselbeschadiging
o pijn is wat een patient zegt dat het is en treedt op wanneer de patient zegt
dat het optreedt
- pijn is subjectief
- Loeser stelde een model op van de relatie tussen pijnprikkel en pijngedrag
, o Pijngedrag
o Pijnbeleving
o Pijngewaarwording
o Nociceptie pijnprikkel
- Poorttheorie van Melzack en Wall dikke en dunne zenuwvezels
- Biomedische modellen klachten veroorzaakt door pathologie
- Vrees-vermijdings-model gaat ervan uit dat gedachten van mensen ten aanzien van
pijn sterk van invloed zijn op de pijn en de daarbij behorende functionele
beperkingen
- ABC model
o A prikkel zorgt voor pijnlijke ervaring
o B interne processen zorgen ervoor dat deze ervaring wordt gecodeerd in
verbale of non- verbale gedragingen
o C omgeving moet de signalen interpreteren na waarneming van deze
expressie
- 3 indicatoren om pijn vast te stellen
o Fysiologische indicatoren
Verhoogde hartslag
o Gedragsobservaties
Schreeuwen, huilen
o Zelfrapportage
Aangeven hoeveel pijn die heeft
- Unidimensionele methode hulpmiddel slechts een dimensie van pijn beschrijft
- Multidimensionele methode beschrijft hoeveel verschillende aspecten van pijn en
combineert bijv. observatie van gedrag met een fysiologische meting (pijnintensiteit
en kwaliteit)
o Brief pain inventory
o McGill Pain Questionnaire
- Bij ouderen
o VDS verbal discriptor scale
o NRS numerieke schalen
- Zelfrapportageschalen
o Scores onderling niet vergelijken bijv. een 6 voelt voor iedereen ander
- Observatieschaal
o PACSLAC-d gedragsobservatieschaal
Gelaat
Verzet/ afweer
Sociaal emotioneel/stemming
o PAINAD pijnschaal
- Rotterdam Elderly Pain Observatin Scale (REPOS) om pijn te meten bij mensen met
verbale communicatie beperkingen 10 gedragingen
- Numerieke Rating Scale (NRS) rapportcijfer om pijn aan te duiden
- COMFORT schaal pijn bij jonge kinderen op de intensive care 7 gedragingen
- Pijnverlichtende interventies
o Farmacologische interventies
Opiaten en niet opiaten
NSAID