👑
middeleeuwse geschiedenis
Class 112110026Y
Created @Nov 4, 2020 7:59 PM
Materials
Property
Reviewed
Type Lecture
monday November 2nd - Migratie en
lokalisering
Romeinen en 'barbaren': bekend als niet-Grieken, niet-Romeinen. Mensen die een
brabbeltaal spraken en buiten de grenzen van het rijk woonden → Germanen,
Kelten. Schrift en beeldvorming: Romeinen hadden wel schrift maar de barbaren
niet.
Barbaarse groepen hadden variatie in etniciteit, religie, taal en cultuur. Groepen
hadden hun eigen identiteitsmarkeringen, maar we weten niet zeker welke van
welke stam is. Flexibele samenstelling: groepen vormen rond succesvolle leiders en
families, desintegreren ook weer geregeld. Flexibele identiteiten: vermeende
middeleeuwse geschiedenis 1
, etniciteit, tradities en familiebanden als manieren om een groepsidentiteit uit te
dragen.
Culturele wisselwerking: er was Romanisering, maar het ging ook de andere kant op.
De Romeinen gingen aspecten overnemen van de barbaren; steeds meer generaals
hadden barbaarse namen en een deel van het leger had barbaarse leden.
Tussen 4e en 6e eeuw grote migratiegolven, met en zonder Romeinse instemming.
Het waren beide sedentaire en nomadische samenlevingen, dus niet alleen maar
nomaden zoals mensen vroeger dachten. Grote migratiegolven en geleidelijke
migratie en acculturatie:
laat 4-5e eeuw: Hunnen, Visigoten, Ostrogoten, Vandalen, Alanen, Sueben,
Bourgondiërs
midden 5e eeuw: Alemannen, Franken, Beieren, Angelen, Saksen
midden 6e eeuw: Avaren, Lombarden
Lokalisering/involutie: een politiek en economisch proces dat de schaal van de
transregionele relaties tussen de provincies van het voormalige Romeinse rijk
inperkte. Aantal centrale ontwikkelingen: verschuiving van politieke centra van
Rome naar bisschopssteden, landgoederen en kloosters. Platteland belangrijker dan
stad (landbezit wordt basis van rijkdom elites). Persoonlijke loyaliteitsbanden
cruciaal voor bestuur koninkrijken.
Door land en loyaliteit als machtsbasis, kwam er landexploitatie. Slaven, horigen, en
vrije boeren. Gefolgschaften en politiek-militaire loyaliteitsbanden. Gift-exchange:
als jij mij steunt, dan krijg je van mij dit stuk land. Beperkte reikwijdte koningschap.
Emporia: handelsstaat die maar kort heeft bestaan, maar vooral een tussenfunctie
heeft gehad.
thursday November 5th - Het vroege christendom,
missie en bekering
Axial age & text-based religions: 800-200 BCE was de tijd van Confucius, Socrates,
Plato, Aristoteles, Jemeria, Ezechiël, Boeddha. Zelf-reflectie en reflectie over de
geschiedenis. Neerschrijven → kopiëren → nog eens kopiëren. Vormend voor
judaīsme, christendom en islam (religions of the book). Profeten en heiligen.
middeleeuwse geschiedenis 2
, In alledrie die religies was een idee van een Covenant (verdrag) met God. Het
symbool was de regenboog. Terugkomend is transformatie en mysterie. Wordt
mondeling en schriftelijk doorgegeven. Reizen en migratie: 'portable religions'.
Christendom had een sterke expansie in een relatief korte tijd.
Kerkvaders waren op hun hoogtepunt in 4e-5e eeuw. De basis is dat christendom
een groeiende populariteit had, het ideaal van gemeenschap op aarde en na de dood.
Dynamische verspreiding binnen en buiten Europa. Officiële erkenning in
Eritrea/Ethiopië in 4e eeuw. Romeins rijk vrijheid van godsdienst 313 (Constantijn
de Grote), staatsreligie 381-392 (Theodosius). Privileges voor geestelijken: vrij van
belasting, leger, andere rechtspraak.
kerkvaders:
Ambrosius van Milaan, 339-397. Strijd voor eenheid binnen de kerk
Hiëronymus, 347-420. Vertaling van de bijbel
Augustinus van Hippo, 354-430. Erfzonde en genade van God; rechtvaardige
oorlog; vooruitgang
Organisatie van de kerk: parochies → bij wie je hoort, verkabeling van stad en
platteland, je club. Sacramenten → belangrijke rituelen in de kerk, zoals de doop en
biechten. Horen bij het leven en overtuiging van de kerk, je hebt plicht en rechten.
Bisdommen → priester, bisschop, aartsbisschop. Tienden → belastingen voor
mensen die lid van de kerk zijn, zo draag je bij. Caritas en armenzorg →
liefdadigheid. Je hoort voor de zwakken in de samenleving te zorgen. Synoden en
concilies → bijeenkomsten van bisschoppen en aartsbisschoppen om kwesties te
discussiëren. Concilie van Niaea, 325: Heilige Drie-Eenheid. Chalcedon, 451: Jezus
helemaal God en mens.
Syncretisme: versmelting van wereldbeschouwingen, religieuze ideeën en praktijken
→ kerstmis, Pantheon naar Santa Maria Rotonda. Localisme: omgeving is soms
leidend tot syncretisme (e.g. heilige bron). Mensen kunnen lokale heiligen worden.
Uiteenlopende visies op geloof en gemeenschap:
Arianisme komt uit Arius, 3e eeuw, Alexandrië. Jezus en de Heilige Geest niet
gelijk aan de Vader, volgens Nicaea, 325, een ketterse gedachte
Arianen waren Ostrogoten, Visigoten, Vandalen, Lombarden, Bourgondiërs
middeleeuwse geschiedenis 3