Week 1 Verhouding recht en ethiek
Kernbegrippen
- Normen
o Maatstaven waaraan het handelen van mensen wordt afgemeten à Veiligheidsnormen, hygiëne, juridisch
- Waarden
o Kwaliteiten waartoe mensen zich aangetrokken voelen omdat deze bijdragen tot goed samenleven à Respect,
vrijheid, solidariteit
- Moraal
o Geheel van opvattingen over goed en kwaad, zinvol en zinloos, waardevol en waardeloos
- Ethiek
o Reflectie op de vanzelfsprekendheden waaruit de alledaagse moraal bestaat
o Ethiek analyseert de begrippen die in de moraal centraal staan en bespreekt waarom iets goed of slecht is
Kenmerken ethiek
- Ethiek gaat over goed en slecht handelen
- Ethiek is normatief: afgeleid van normen (regels waaraan handelen moet voldoen). Ethische normen zijn weer afgeleid
van waarden
- Ethiek heeft een transcendent karakter: dat houdt in dat de criteria waar we in ethiek naar zoeken de persoonlijke
willekeur overstijgen
Verhouding recht en ethiek I
- Er bestaat spanning tussen recht en ethiek
o Hoe moet met juridische regels worden omgegaan? Om die vraag te beantwoorden heb je een buiten-juridisch
kader nodig, dat is ethiek. Ethiek probeert de vraag te beantwoorden wat een goede en een slechte manier is
om met het juridische systeem om te gaan
- Recht en ethiek zijn beide normatieve wetenschappen
o Beide proberen ze maatstaven voor handelen te formuleren om zo het handelen van mensen te beoordelen
o Ze staan op enige afstand van feitelijke gebeurtenissen
o Verschil in normativiteit recht en ethiek
§ Recht is heel sterk normatief
§ Ethiek is op een manier normatief die niet afhankelijk is van een kader van bestaande vaste regels
- Voorbeelden
o 46c Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
o 6 & 10 EVRM
o Rechter kan twitteren en toelichting geven op uitspraken van collega’s
Verhouding recht en ethiek II
- Juridische opvattingen komen voort uit de brede morele opvattingen uit de samenleving (recht = gestold moraal)
- Waar gerechtelijke oordelen ontbreken begint de oorlog. Interpretaties:
o Als er geen recht is dan gaan mensen oorlog voeren
o Wie geen toegang heeft tot de rechter begint de oorlog
o Waar juridische oordelen afwezig zijn, daar begint ethiek
Waarom doen we aan ethiek
- De samenleving verlangt dat van ons
- Ontwikkelingen
o Wegvallen richtinggevende kaders in de samenleving, zoals instituten als de kerk, ideologieën en tradities
o Burgers discussiëren steeds meer: niet alles is vanzelfsprekend meer
o Globalisering, digitalisering, netwerksamenleving
o Meer keuzevrijheid voor individuen leidt tot meer vertrouwensvragen en integriteitskwesties
Verschillen tussen recht en ethiek
- Referentieader
o Recht: beroept zich op algemene regels in een formeel systeem
o Ethiek: beroept zich op waarden/normen/intuïtie à De innerlijke beleving van mensen
- Vaststelling van het referentiekader
o Recht: er is een autoriteit die wetten vaststelt en naleving afdwingt door sancties
o Ethiek: er is geen formele autoriteit. Wel: gezag, invloed en voorbeeldfuncties
§ Afhankelijk van persoonlijk karakter
- Implicatie
o Recht: ordening in de samenleving door heldere criteria à Ordening van de samenleving door algemeen
geldende regels
, o Ethiek: intrinsieke motivatie door het zelf stellen van normen à Waarden en normen kunnen per context
verschillen en zijn dus niet een vast gegeven
Ethiek in een pluriforme samenleving
- Pluriforme samenleving = veel verschillende opvattingen over wat goed en fout is
- Pluriformiteit leidt tot een verlies van gemeenschappelijke ideeën
o Probleem omdat een discussie over wat belangrijk/waardevol is moeilijk wordt
o Oplossing: ethische theorieën die zoeken naar bovenpersoonlijke structuren om een discussie/argumentatie
mogelijk te maken
Doorwerking ethiek in de samenleving
- Waarden en normen spelen op
o Individueel niveau
o Organisatieniveau (beroepsethiek)
o Cultureel niveau (samenleving)
- Speltheorie: gevangen dilemma
o Beloning is afhankelijk van wat de ander doet
o 2 manieren om te zorgen dat het beste resultaat gehaald wordt
§ Controleren dat individuen zich aan de regels houden (rechtspraak)
• Maar is niet altijd voorhanden en kost veel geld
§ Minimum aan moreel goede bedoelingen bij mensen om samen te werken
Sociaalwetenschappelijke kennis en ethiek
- Sociale wetenschap is ook bezig met normen, waarden, goed en kwaad maar is geen normatieve wetenschap zoals
recht en ethiek
- Sociale wetenschap levert kennis aan die ethisch relevant is
- Hoe moeten juristen omgaan met sociaalwetenschappelijke kennis?
o Apologetisch à Niet actief handelen op basis van die kennis; alleen verontschuldigen en je onttrekken aan de
verantwoordelijkheid
o De kennis gebruiken om het gedrag te verbeteren
Becker: recht, ethiek en ethische theorieën
- Onderscheid recht en ethiek
o Hart: rechtspositivisme
§ Wet- en regelgeving is een vrijstaand stelsel
§ Wet is niet ethiek en voor ethische overwegingen is geen plaats in de wet
§ Mensen gehoorzamen de wet omdat het de wet is, niet omdat het ethisch is om de wet na te leven
• Mensen gehoorzamen de wet omdat deze op basis van secundaire wetten tot stand komt: er
wordt een bepaalde procedure gevolgd en er wordt aan bepaalde voorwaarden voldaan: dat
creëert draagvlak
§ Ethiek is niet onbelangrijk: waarden en normen sturen het handelen van mensen
• Maar: de motivatie om de wet na te leven is dus niet afhankelijk van ethiek!
• Gehoorzaamheid aan waarden en normen komt voort uit maatschappelijke conventies
o Dworkin: ethische interpretatie
§ De betekenis van wetten is afhankelijk van interpretatie à De interpretatie is gestoeld op ethische
waarden
§ Neutrale en secundaire regels bestaan niet: er is altijd een morele lading, een opvatting over wel
mensen wel of niet moeten doen
§ De wet is een juridische uitwerking van ethische beginselen in de samenleving
, Week 2 Ethische theorieën
Ethische theorieën
- Waarom?
o Ethische theorieën structureren de algemene ethische filosofie
o Ethische theorieën helpen richting geven in ethische dilemma’s
o Ethische theorieën zijn relevant voor het onderbouwen van het recht en het beoordelen van menselijk
handelen
- De theorieën
o Deontologie (=plichtsethiek)
o Utilisme
o Deugdenethiek
Deontologie
- Definitie
o Deontologie omschrijft het gewenste handelen door middel van plichten à Handelingen moeten voldoen aan
bepaalde voorwaarden
o Intentie en bedoelingen van de handelende persoon spelen in de beoordeling een rol
- Deontologie van Kant
o Algemeen geldende theorie voor goed handelen
§ Niet op basis van feiten want feiten veranderen
§ Niet op basis van tradities want die verschillen per persoon en vertroebelt het verstand
§ Niet op basis van emoties want die verschillen per persoon en vertroebelt het verstand
o Maximes (= uitgangspunten die iemand heeft om zijn leven in te richten)
§ Een goede maxime is een algemeen geldende wet die goed is omdat hij in zichzelf goed is à De
maxime (leefregel) mag niet in zichzelf tegenstrijdig zijn
§ Categorische imperatief = een algemene wet/voorschrift/maxime die in zichzelf goed en
onvoorwaardelijk is
§ 2 manifestaties van Kants categorische imperatief
• Handel alsof de maxime die aan je handeling ten grondslag ligt, tot algemene wet kan
worden verheven
o De regel die ten grondslag ligt aan je handeling mag niet zichzelf tegenspreken
o Voorbeelden
§ Geld dat je leent niet terugbetalen à De regel die ten grondslag ligt aan je
handelen is tegenstrijdig: de bedoeling van lenen is namelijk dat je het
teruggeeft
§ Liegen à De regel die ten grondslag ligt aan je handelen is tegenstrijdig: als
iedereen liegt, weet je dat niemand de waarheid spreekt. Dan is het hele
idee van liegen weg, omdat je iemand op iets wil laten geloven wat niet
waar is, maar niemand gelooft dan meer iets
o Aan heel veel huidige regelgeving, bijvoorbeeld omtrent integriteit, zijn te verklaren
vanuit de categorische imperatief
• Handel op die manier dat je de mensheid in je eigen persoon en in de persoon van een ander
altijd als doel en nooit als middel beschouwt
o De autonomie van de mens en zijn vermogen/recht/vrijheid om zelf beslissingen te
mogen maken moet gerespecteerd worden
o De mens mag niet gereduceerd worden tot een object
o Dwang, liegen en bedrog zijn met deze vorm van de categorische imperatief in strijd
omdat ze de mens niet als doel beschouwen maar als middel
o Conclusies Kants deontologie
§ Kant formuleert een regel die niet afhankelijk is van emoties, maar van menselijke rationaliteit
§ De motivatie van een persoon staat centraal
§ De categorische imperatief is een negatieve test: als je handelen niet door de test komt, moet je je
handelen veranderen
- Beroepscodes
o Deontologie komt in de beroepsethiek terug in bepaalde codes
o Codes schrijven voor hoe mensen in een bepaalde beroepsgroep moeten handelen
o Deze codes worden ook wel ‘deontologische codes’ genoemd
o De codes dienen als basis voor veel integriteitsvoorschriften ten aanzien van bijvoorbeeld fraude, corruptie,
diefstal, belangenverstrengeling, misbruik van informatie, discriminatie, etc.