1.1 in de afbeelding hiernaast is de geomorfologie weergegeven van Zuid-
Amerika.
- Ten westen liggen veel hoogtezones zoals hoogvlaktes (altplano), gebergten
en vulkanen.
- Ten oosten (het tropisch laagland), met drie grote rivieren Amazone
- Ten noorden, twee hooglandgebieden van Guyana en Brazilië
- Ten zuidoosten het plateau van Patagonia
1.2 Een groot deel van het continent ligt in de tropische luchtstreek.
- door de grote invalshoek van de zon is het hier altijd warm.
- het continent wordt ingesloten door 2 hogedrukgebieden van de twee oceanen,
waardoor de winden aanlandig zijn
- aan de Noord-Oostkant zorgt de passaat voor vochtige en warme wind aan de
loefzijde, en komt tegen de bergen wat stuwingsregens veroorzaakt
- aan de Zuid-Oostkant liggen geen tot lage bergen waardoor lucht van zee veel
verder landinwaarts kan komen
- de invloed aan de westkant van de zee is minder, hoge bergen zoals de Andes
zorgen voor veel stuwingsregens aan de loefzijde, en woestijnen aan de lijzijde.
Ook is deze wind regelijk koel wat voor lagere temperaturen zorgt hier
Het grootste deel van Zuid-Amerika bestaat uit tropisch regenwoud. Hier valt
super veel neerslag, hierdoor blijven mineralen en plantenresten niet lang aan de
oppervlakte, maar gaan door uitspoeling snel de grond in. Hierdoor is de grond
helemaal niet zo vruchtbaar. Een bijzondere plantensoort is de Mangrove, deze
plant overleeft in zout water doordat de wortels boven het water uitsteken en zo
toch zuurstof op kunnen nemen, deze plant is essentieel om overstromingen tegen
te gaan, doordat ze de golven breken.
1.3 het noordelijke Hoogland van Guyana en het oostelijke Hoogland van Brazilië, zijn zeer oude
stukken aardkorst die schilden worden genoemd. Deze ontstaan door miljard jaar lange erosie
boven oude bergen.
Oosten, in het perm (250 miljoen), vormden alle continenten Pangea. In het
jura brak dit al af en later in het krijt gingen ook Afrika en Zuid-Amerika uit
elkaar. De magma die tussen de twee continenten in zat, kwam omhoog en
vormde een nieuwe laag van basalt. Het gebied in de breukzone werd
opgevuld met water > de Atlantische oceaan.
Noordwest, omdat Zuid-Amerika naar het noordwesten bewoog botste dit
met de Caribische laat.
Zuiden, in het zuiden schuift Zuid-Amerika langs de Scotiaplaat beweegt en
er ontstaat een transform breuklijn .
Westen, In het westen vindt zich ook convergentie plaats, hier beweegt de
Zuid-Amerikaanse plaat tegen de Nazcaplaat aan, omdat de Nazcaplaat veel
zwaarder is ontstaat er subductie en wordt de Atamacatrog gevormd. Parallel
aan deze trog zijn er op het land honderden vulkanen ontstaan door het
smelten, dit zijn stratovulkanen.
Tussen de zones van vulkanen liggen gaten zonder vulkanisme, dit komt
doordat dit oudere platen zijn en doordat dit verder afgekoeld is, zwaarder is.
Hierdoor zakt de plaat niet zo diep en smelt die niet op die diepte.
Bij convergentie zijn er veel aardbevingen, hoeveel ligt aan hoe vast de platen aan elkaar zitten.
Als dit veel het geval is, hoopt de energie zich op totdat er beweging ontstaat.
, 1.5 75% van Zuid-Amerika woont in een stad. Dit komt doordat in Zuid-Amerika:
- de natuurlijke bevolkingsgroei hard steeg
- het boerenbestaan uitzichtloos werd
- de economische ontwikkelingen in de steden lagen
- verbeteringen ontwikkelden in infrastructuur
De urbanisatie vond met name plaats naar de kustgebieden. In een aantal laden concentreerde de
bevolking zich naar één plaats waardoor primate city’s ontstonden. Ook ontstonden er
megasteden, steden met meer dan 10 miljoen inwoners.
Deze enorme bevolkingsgroei zorgde voor veel problemen. De overheid van Brazilië pakte dit
probleem aan door in de vorige eeuw, de hoofdstad te verplaatsen naar het midden van het land.
Andere overheden verplaatsten bijvoorbeeld bedrijven naar wat kleinere steden rondom de grote
steden. De sociale bevolkingsgroei verplaatsten zich naar de kleinere steden.
Bijna een kwart van Zuid-Amerika wonen in favela’s. Dit zijn informele gebieden, met illegale
woningen. Bewoners van deze favela’s bouwen hun huizen zelf. Deze gebieden liggen vaak op
hele ongunstige gebieden. Doordat hier dus illegaal gewoond wordt, staan ze erom bekend dat
criminele organisaties het vaak als uitvalsbasis gebruiken.
Overheden willen toch liever legale woningbouw aan de rand van hun steden, daarom zorgen ze
zelf ook voor zulke projecten. Favela’s worden geruimd en er komen woningen met voorzieningen
zoals water, elektriciteit, riolering en wegen.
Sommige rijke mensen ontvluchten de criminaliteit en milieuproblemen van een stad, en vestigen
ze zich vaak aan de rand van de stad in gated communities. Hier komen geen anderen mensen
in, en hebben vaak eigen voorzieningen.
2.1 Zuid-Amerika heeft een relatief lage bevolkingsdichtheid. De spreiding van de bevolking is
zeer ongelijk. Maar toch groeit Zuid-Amerika wel. De ongelijke groei en spreiding:
- Geboorteoverschot, jongeren trekken naar de steden
- Migratie, geschiedenis:
1. Prekoloniale tijd, eerste bewoners trokken de bergen (Andes) in omdat het hier wat
koeler was en goed lag voor akkerbouw (terrassenlandbouw)
2. Koloniale tijd, rond 1494 kwamen de eerste Europeanen van Portugal en Spanje en
hierdoor verschoof het economisch zwaartepunt van de bergen naar gebieden met
plantageteelt, inheemse bevolking stierf aan de ziektes van de Europeanen en daardoor
was het continent dunbevolkt
3. Postkoloniale tijd, sinds 1830 bestaat Zuid-Amerika uit onafhankelijke staten en 20 jaar
later komt de immigratie uit Europa ook goed op gang. Er kwam goedkoper en sneller
vervoer, landen werden gericht op export voor Europa, waardoor steden langs de
kustgebieden kwamen te liggen. Regeringen stimuleren boeren ook door uitgifte van
goedkope grond
4. Moderne tijd, na jaren van dictatuur kwam er eind jaren 90 een einde aan de dictaturen
en werd Zuid-Amerika gedemocratiseerd. Migratie nam toe van de arme landen naar de
rijkere landen binnen het continent.
Toename van Zuid-Amerika neemt ook toe door de natuurlijke bevolkingsgroei. Op dit moment
daalt het geboortecijfer maar ook het sterftecijfer. Hierdoor zal er in de toekomst vergrijzing
optreden. Dit komt niet alleen maar door de stijgende welvaart maar ook door de afnemende
invloed van religie. Gezinsplanning werd ook een feit door betere voorbehoedmiddelen.
2.2 in Zuid-Amerika werken relatief veel mensen in de primaire sector, maar ook treed
deagrarisatie op, dit is een proces waarbij werkgelegenheid van het bbp afneemt. Dit komt door
schaalvergroting en mechanisering van landbouw. Het arbeidsoverschot dat hierbij ontstaat wordt
opgevangen door de tertiaire en secundaire sector.
De dienstensector in Zuid-Amerika is niet erg productief, dit komt door de grote informele sector
en doordat veel mensen in overheidsdiensten zitten. Mensen uit de informele sector betalen geen
belasting en worden niet gerekend tot de beroepsbevolking.