Hoofdstuk 1
§1, volgens Rijkswaterstaat voelen de mensen zich veilig in de kustgebieden. Toch zijn er altijd
overstromingsrisico’s door zeespiegelstijging en bodemdaling. Plaatsen aan water zijn verdeeld
in dijkringen die worden beschermd door primaire waterkeringen of hoge gronden. Een
waterkering is bedoeld om oppervlaktewater tegen te houden.
Overstromingskansen worden kleiner door veiligheidsmaatregelen. Op sommige plekken
(Randstad) is de schade groter bij overstroming, waardoor de overstromingsrisico groeit.
Door klimaatverandering ontstaat zeespiegelstijging. Ook het weer zal extremer worden:
- neerslagregiem wordt extremer, drogere zomers en nattere
winters
- meer -en intensere neerslag
Het voorbestaan van onze kust zal alleen mogelijk zijn wanneer:
- de zeebodem auw a oopt
- de stroming voldoende zand aanvoert
- het verschil in getijden niet te groot is
- de kust niet geteisterd wordt door zware stormen
- er geen sprake is van een snelle zeespiegelstijging
De kustafslag is een normale zaak geworden. De zeespiegelstijging zou betekenen dat het
Waddengebied volledig onder water komt te staan; waardoor het unieke ecosysteem verdwijnt.
De zandbalans geeft aan hoeveel zand erbij komt of verdwijnt.
In 1953 werd de Deltawet ingevoerd; dijken werden op deltahoogte gebouwd. Hierdoor
ontstonden zoetwaterbekkens die verzilting tegen ging en zoetwater verschafte, verbindingen in
Zeeland en betere toegang voor scheepvaart. Nadeel was dat de zoetwaterbekkens slecht waren
voor het milieu: vervuiling water, zuurstofarm —> visstand. Om waterkwaliteit te verbeteren werd
de Brouwersdam en de Haringvlietsluizen op een kier gezet. Geld hiervoor kwam het Deltafonds.
§2, Nederlandse kust bestaat vooral uit duinen: ontstaan doordat zandbanken bij eb droogvallen
waardoor zand naar het land waait en achter obstakels zoals planten op hun plek blijven. Jonge
duinen zijn hoger en vormen de zeewering tegen de Noordzee, oude duinen liggen nog een aantal
kilometers landinwaarts.
In Nederland zijn er drie verschillende kusttypes te onderscheiden:
1. Wadden, de aanslibbing overtreft hier de afslag, grote verscheidenheid
2. Gesloten kust, bestaan uit oude -en jonge duinen
3. Estuariumkust, trechtervormige riviermonding, het verschil tussen eb en
vloed wordt landinwaarts groter door het steeds nauwer worden
Kusten met een natuurlijke oorsprong komen zijn zachte kusten, zoals duinen
en stranden. Harde kusten zijn door mensen gebouwd, zoals zeedijken en
dammen. Strekdammen staan haaks op de kust en worden op extra zwakke
plekken neergelegd. Ze zijn bedoeld om de stroming en de golfslag te breken.
Nadeel van harde kustverdediging is dat zich niet vrij kan bewegen en geen
mogelijkheid heeft om zich te herstellen.
Door de golfstroom en wind uit het zuidwesten kan zanddrift optreden. Zand wordt in
noordoostelijke richting verplaatst. Als de kust bijvoorbeeld diep is, is de golfsnelheid hoger
waardoor zand sedimenteert. Maar ook kan het zijn dat er kusterosie optreedt als er de erosie
hoger is dan sedimentatie.
fl fl
, Getijdenstroming of getij is de afwisseling tussen eb en vloed, maximale hoogte is hoogtij en
minimale hoogte is laagtij. Wanneer de maan en de zon in één lijn staan, ontstaat extra hoog
water en heet springtij. Als de zon en de maan haaks op elkaar staan is het verschil tussen hoog-
en laagwater minimaal; doodtij.
Vloedstroom loopt sneller dan de ebstroom, waardoor meegenomen zandkorrels langer de tijd
hebben om te sedimenteren.
§3, dynamische handhaving is het verdedigen van de kust met natuurlijke processen. De natuur
zorgt zelf voor een basiskustlijn en Rijkswaterstaat grijpt in als die te klein wordt. Dit doet
Rijkswaterstaat door zand op te spuiten:
zandsuppleties.
Zandsuppletie bestaat uit twee onderdelen:
- strandsuppletie, duur en veel overlast
- vooroever-suppletie, goedkoper en onderzee
Vorm van harde dynamische kustverdediging.
Een nadeel van zandsuppletie zijn de hoge kosten.
Andere voorbeelden van dynamische handhaving
- zandmotor: een haak van zand wordt in zee gelegd waardoor wind, golven
en stroming ervoor zorgen dat het zand verspreid wordt.
- slufter: hier kan water van zee door een geul het land binnen stromen
door eb en vloed. Doordat het stroomgat langzaam naar het noorden begaf,
word de noordkant van de geul aangetast. In 2004 begon men met een
nieuwe geul ten zuiden en het oude werd dichtgemaakt. De slufter is
bijzonder omdat het voor een gradiëntrijke natuur zorgt, dit betekent dat de
natuur voortdurend in beweging is. Zachte dynamische kustverdediging
Kustbescherming ook belangrijk voor:
- ecologisch: de Wester -en Oosterschelde zijn enorm belangrijke pleisterplaatsen. Het
waddengebied trekt zeehonden en miljoenen vogels aan.
- economisch: recreatie en tourisme.
De drie waardes komen voortdurend in gevecht:
- winning van olie en gas, visserij en zandwinning brengt veel geld op maar is slechts voor milieu.
- Badplaatsen aan de kust maakt het verbreden van waterkeringen landinwaarts onmogelijk.
- Kustbebouwing maakt dynamische handhaving moeilijk en veroorzaakt bolwerkvorming.
Hoofstuk 2
§1, in Nederland kennen we de Rijn, Maas, IJssel, Overijsselse Vecht en de
Eems als rivieren die via de grenzen ons land binnenkomen. Het
stroomgebied; afwatering van een bepaalde river, van deze rivieren ligt
vooral in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Het stroomstelsel: de
hoofdstroom plus zijrivieren en zijtakken, ook.
De grootste rivieren zijn de Rijn en de Maas die zich door zes landen
begeven. Tweederde van het stroomgebied is van de Rijn en de grens
tussen deze twee stroomgebieden heet de waterscheiding.