In dit document staan alle voorgeschreven arresten van het vak Goederen- en Insolventierecht. Per arrest is een korte en begrijpelijke samenvatting gegeven en is de rechtsregel die eruit voortvloeit gehighlight.
Portacabin-arrest
Wanneer sprake van gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd? (5:20 BW)
In deze zaak was de vraag wanneer een gebouw valt onder ‘gebouwen en werken die duurzaam met
de grond zijn verenigd’ van artikel 5:20 BW. Deze vraag is relevant omdat in dit geval er sprake is van
natrekking, en er dus een opstalrecht moet worden gevestigd door degene die dit gebouw/werk op
andermans grond wil neerzetten. In casu ging het om artikel 3:3 BW lid 1, waar ook wordt gesproken
over ‘gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd’. Het antwoord dat de HR geeft
in dit arrest, geldt dus zowel voor 5:20 als 3:3 BW. De HR oordeelt als volgt: Bij beantwoording van de
vraag of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven moet […] worden
gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is. Het moet dus voor
objectieve omstanders duidelijk zijn dat de zaak bestemd is voor langer gebruik, en het er niet slechts
tijdelijk staat.
In deze zaak komt de vraag aan de orde hoe het eigendomsvoorbehoud (3:92 BW) kan worden
geplaatst in het juridisch stelsel. Bij eigendomsoverdracht moet er sprake van het bekende OTLB
(overdracht, titel, levering en beschikkingsbevoegdheid) voordat er sprake is van eigendomsrecht.
Waar zit nu de beperking in bij eigendomsvoorbehoud? De HR oordeelde: “... deze overdracht –
behoudens afwijkend beding – wordt aangemerkt als een overdracht onder opschortende
voorwaarde, waarbij de levering van de desbetreffende roerende zaken is voltooid op het moment
dat de zaken in de macht van de verkrijger zijn gebracht, met als gevolg dat de verkrijger een
“terstond ingaand eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde”, respectievelijk
“voorwaardelijk eigendomsrecht” verkrijgt.”(4.2.2)
DUS: niet de levering (en ook niet de titel) is voorwaardelijk, maar het eigendomsrecht zelf dat de
verkrijger verkrijgt.
Vervolg: Faillissement
Het gevolg van een gebrek in de titel/levering in geval van eigendomsvoorbehoud, is dat men niet
gelijk beschikkingsbevoegd een pandrecht kan vestigen. Wat wel kan is uiteraard het doen van de
vestigingshandelingen en hiermee de O, T en V vervullen. Wanneer de potentiele pandgever dan
echte failliet gaat, is er geen sprake van een geldig pandrecht want bij de ‘B’ komt definitief ‘’een
min’’ te staan. In geval we de theorie van de HR volgen, echter, is de beschikkingsbevoegdheid wel
vervult. Er is dan namelijk sprake van beschikkingsbevoegdheid onder opschortende en ontbindende
voorwaarde. In geval van het failliet gaan van de pandgever, kan de bank eventueel het
eigendomsvoorbehoud afbetalen waardoor er onvoorwaardelijk eigendomsrecht en dus pandrecht
voor de bank ontstaat. Dit heeft als voordeel dat de bank ingevolge artikel 57 Fw haar recht kan
uitoefenen om als eerste beslag te doen op de opbrengsten van de verkoop van het verpande goed.
(dus los van de inboedel).
, De HR: ‘’Wordt de opschortende voorwaarde waaronder de zaken aan de schuldenaar zijn
overgedragen na het intreden van het faillissement vervuld – doordat de resterende prestatie wordt
voldaan –, dan groeit het pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de volle eigendom van
de desbetreffende zaken en daarmee op die zaken zelf.”
4. (On)beschikkingsbevoegdheid
Geen jurisprudentie
5. (On)overdraagbaarheid (3:83 BW)
Oryx/Van Eesteren
Wat zijn de gevolgen van een ononverdraagbaarheidsbeding (3:83 lid 2 BW)?
In deze zaak zijn schuldeiser en schuldenaar een verpandingsverbod overeen gekomen. De HR legt
uit wat hier het gevolg van is:
“Leidt een verpandingsverbod als dit niet tot beschikkingsonbevoegdheid maar tot niet-
overdraagbaarheid van de vordering zelf” beschikkingsonbevoegdheid ≠ onoverdraagbaarheid!
En levert een overdracht in strijd met zo’n beding niet slechts wanprestatie op, maar heeft het
beding ongeldigheid van die overdracht tot gevolg. Krachtens art. 3:98 geldt dit een en ander ook
voor verpanding.” Het resultaat is dus dat de O van OTLB niet vervuld is, en er sprake is van
goederenrechtelijke werking!
Coface/Intergamma
Hoe kunnen we zien dat er sprake is van onoverdraagbaarheid?
In deze zaak staat de vraag centraal wanneer er sprake is van onoverdraagbaarheid wanneer een
uitsluiting van overdraagbaarheid van een vordering in het beding is opgenomen. Hierbij legt de HR
uit dat in de regel er slechts verbintenisrechtelijk effect is (dus gewoon overdraagbaar, maar
tekortkoming), en in de uitzondering er een goederenrechtelijk effect is (dus onoverdraagbaar, 3:83
lid 2). Om dit te beoordelen moet worden gekeken naar de formulering: als er staat dat A niet aan B
mag overdragen is er een verbintenisrechtelijk effect, maar als er staat dat vordering X niet
overdraagbaar is, is er goederenrechtelijk effect.
6. Pand op toekomstige goederen
Dix qq/ING
Voldoen verzamelpandakten aan het vereiste van bepaalbaarheid (3:84 lid 2 jo. 3:98)?
De Hoge Raad oordeelt:
‘’Naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad is voor het overdragen of verpanden van vorderingen op
naam noodzakelijk, maar ook voldoende, dat de desbetreffende akte zodanige gegevens bevat dat,
eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vorderingen het gaat.’’
Het moet dus slechts achteraf terugkijkend dus duidelijk zijn waarover het ging.
‘’Bepaalbaar’’ kan dus ruim worden opgevat.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tychodijkhuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.