Hoorcollege 7 – Alzheimer 2
Executieve functies
Beperkingen komen veel voor in AD
• Al in een vroeg stadium
• Beperkt relatief aan NC (= normal controls) op set shifting, flexibiliteit (WCST = wisconsin card sorting
test), planning (ToL = Tower of London), inhibitie (Stroop)
Stroop in AD (Bondi et al., 2002)
• 51 gezonde controls, 59 waarschijnlijk AD
• AD → meer fouten op woord lezen, kleur lezen, kleur-woord lezen trials (dus op alles)
• AD → interferentie score beperkt (CW/C)
• Geen verschil tussen milde en matige AD subgroepen (Dementia Rating Scale)
o Milde AD had al een psychomotorische vertraging en een inhibitietekort
Executive Functions in Alzheimer Disease: A Systematic Review (Guarino et al., 2019)
Stroop – meest consistent beperkt
• Accuraatheid
• Reactietijden
• Interferentie
AD heel mild (MMSE 26) – matig (MMSE 16)
WCST – tekorten inconsistent
• Probleem met taakmoeilijkheid (waarschijnlijk te
moeilijk)
• Vloer effect (al snel te moeilijk)
Flanker – geen consistente groepsverschillen
Go-NoGo – grootste deel van de studies geen verschil
AD: MMSE 18-25
Taal
Productie
• Benoemen
• Verbale vloeiendheid
(semantisch en fonemische
vloeiendheid)
Comprehension
Relatief gespaard in het vroege
stadium van AD
Ferris & Farlow (2013) →
,Visueel-ruimtelijke functies
Beperkingen typisch mild in het vroege stadium
• Ernstige beperkingen als de ziekte zich voortzet
• Verlies van oriëntatie – verdwaald in bekende omgeving, zelfs in eigen huis
Visueel zoeken: kenmerk vs. conjunctie zoeken (Foster et al., 1999)
• AD langzamer dan gezonde controls (HC), zelfs in kenmerk zoeken
• Beperking ernstiger in meer geavanceerde AD
Visueel-ruimtelijke vaardigheden
Mentale rotatie (Lineweaver et al., 2005)
“Roteer de figuur mentaal naar de recht op positie en geef aan aan welke kant
van de figuur de bal zal zijn.”
• AD langzamere reactie (mentaal roteren)
• Accuraatheid lager in AD-patiënten, grotere afname met stijgende
draaihoeken
Kloktekenen
Kopieer een klok uit je geheugen & kopieer een klok
(Rouleau et al., 1992)
• Fouten bij AD meestal conceptuele errors, zoals:
o Een klok tekenen zonder nummers of
wijzers
o Het fout zetten van de tijd (10 past 11)
→ Conceptuele errors = tekort in toegang krijgen tot de
kennis > moeite met herinneren hoe een klok eruitziet
,Visual Object and Space Perception (VOSP) → 31 AD, 44 HC (Quental et al., 2013)
Vroeg stadium van AD – beperking in sub testen van objectperceptie en plaatsperceptie
Mogelijke oorzaken van visueel-ruimtelijke stoornissen (Cronin-Golomb, 2011)
• Verminderde contrastsensitiviteit
• Verminderde bewegingsperceptie (optische flow)
• Inadequaat scannen van het visuele veld
• Aandacht/verwaarlozen van een deel van het visuele veld
Patroon van neuropsychologische beperkingen
Typisch patroon geheugen en EF-beperkingen in een vroeg stadium van AD
• Met progressie van de ziekte, worden meer functies beïnvloed
• Patroonbeperkingen minder onderscheidend van andere vormen van dementie
Weintraub et al. (2012) → hoogte staaf geeft ernst aan, donkere deel geeft vroege stadium aan
Comportment = gedrag
Ernstigste = expliciet geheugen (declaratief geheugen, woordenlijsten leren, episodisch geheugen)
Salmon & Bondi (2009)
→ Ernst en profiel van cognitieve
beperkingen varieert vanwege
leeftijd op het moment van diagnose
→ Verschillende vormen van AD???
(want de lijnen verschillen van
elkaar) > komt door vergelijking met
gezonde controls van dezelfde
leeftijdsgroep → dus 80 is minder
heftig vanwege dat mensen met 80
sowieso wel achteruitgaan.
, Geslachtsverschillen in AD
• AD komt vaker voor bij vrouwen
o Genetisch – APOE4 (Mielke et al., 2014)
▪ Enkel APOE 4 allel > vrouwen 4 x hoger risico op AD, mannen kleine stijging van
risico
▪ Autopsie studie > plaques en knopen meest voorkomend in vrouwen die het APOE 4
gen dragen
o Hormonen – veranderingen in oestrogeen levels
▪ Hormoonvervangings therapie (HRT = hormon ereplacement therapy) in het midden
van het leven kan het risico op AD verlagen
• HRT na de menopause kan het risico op AD juist verhogen
o Cognitieve reserve
▪ Mensen met meer cognitieve reserve hebben een grotere capaciteit om om te gaan
met breinpathologie
▪ Educatie en occupatie zijn belangrijke factoren voor de cognitieve reserve
• Cognitieve beperkingen zijn ernstiger in vrouwen met AD
o LAws et al. (2018) – review van 298 artikelen
▪ Vrouwen met AD < Mannen met AD
• Episodisch geheugen, semantisch geheugehn, verbale vaardigheden,
visueel-ruimtelijke functies
• Effect sizes small (d = 0.2)
Vroege cognitieve predictoren
Vroege cognitieve predictoren voor AD
• Verstoring in het episodisch geheugen jaren voor de diagnose
o Vertraagd oproepen CVLT (= California Verbal Learning Test) prestatie in gezonde oudere
volwassenen is een predictor van subsequente progressie naar AD (Bondi et al., 1999)
• Geheugenprestatie slechter in personen die 3 jaar later AD kregen
o Leerscore op de CVLT onderscheidde de normale groep (controls), MCI (twijfelachtig) en
converters (MCI die uiteindelijk waarschijnlijk AD kregen) – (Albert et al., 2001)
Personen die gediagnosticeerd werden met AD > slechter
episodisch geheugen dan personen die gezond bleven 6 jaar
voor de diagnose (Bäckmen et al., 2001)
Milde beperkingen in het episodisch geheugen zijn een vroege
predictor van AD
• aMCI meer kans om uiteindelijk AD te krijgen dan
naMCI
• aMCI wordt naar gerefereerd als “MCI door AD”
(geheugen beperking + biomarkers)