Historische Contexten: Hoofdstuk 2 – Duitsland
2.1 Het Duitse Keizerrijk (1871 – 1919)
Duitsland vóór 1871:
In EU: 4 grootmachten: Engeland (Industr. Grootmacht: supermacht!!), Rusland, Frankrijk en
Oostenrijk-Hongarije. (=O-H) balance of power (machtsevenwicht) tussen deze landen.
Duitsland hoorde hier niet bij: bestond uit veel staatjes, geen eenheid. Pruisen was grootste
staat.
In 19e eeuw: Pruisen wordt machtiger.(krijgt ook gebieden erbij door Congres van Wenen)
meer grond (veroveringen), meer mensen, meer industrie, groter en beter leger.
DOEL van Duitse nationalisten: wég met al die kleine staatjes, 1 grote staat.
Pruisische kanselier Bismarck wil dit doel bereiken en maakt gebruik van nationalisme.
Bismarck provoceert (lokt uit) oorlog met Fr. In 1870. Idee hiervan was: Nationalisme
gevoed door; Duitse staten verenigen zich in strijd tegen vijand. Fr verslagen! De
koning van Pruisen, Wilhem I werd tot keizer Wilhelm I van het Duitse rijk gekroond. =
eenwording Duitse rijk.
Duitsland onder Bismarck
Duitsland is nu nieuwe 5e grootmacht in EU. (macht Fr verminderd). Gevolg?
o Bismarck beseft angst van andere EU landen voor nieuwe grootmacht. (met
name angst voor FR, want wraakzuchtig ivm oorlog). daarom wil Bismarck
andere landen te vriend houden. = alliantiepolitiek. (alliantie = bondgenoot).
andere landen geruststellen)
o Bismarck wil vertrouwen winnen van andere EU landen om coalitie tegen
Duitse rijk te voorkomen
o Waarom dus bondgenootschappen? Eigen positie veilig stellen, wil niet alleen
staan
Congres van Berlijn, 1884-1885): Bismarck organisator vd conferentie. Onderwerp:
Verdeling Afrika.
- Bismarck presenteert zich als ‘eerlijke makelaar’. Past bij alliantiepolitiek. Want Du
stelt zich neutraal op. Houdt dus iedereen te vriend.
- Afrika moest verdeeld worden afspraken:
o Land dat deel van Afrika koloniseerde, moest gebied echt besturen
- Bismarck wilde eig geen kolonies (want in strijd met all. Politiek) Maar nationalisten
wilden wel, want willen meedoen in wereld). dus Du krijgt enkele kolonies.
Bismarck niet blij, want mogelijk gevaar voor alliantiepolitiek, stelt andere landen niet
gerust)
Duitsland onder Wilhem II (kleinzoon Wilhelm I)
1888: Wilhem II volgt Wilhelm I op.
Wilhelm II wil een ander beleid: Wil dat DU meer macht krijgt, ontevreden met
machtsevenwicht. DUS: - Ontslaat Bismarck, 1890
- Einde alliantiepolitiek. Nieuwe buitenlandse politiek: Weltpolitik.
Die politiek is: gericht op maken van DU een wereldmacht.
Wil veel kolonies = modern imperialisme (=streven van EU staten naar groot koloniaal
rijk) typisch in 19e eeuw. Wil aanzien, grondstoffen, afzetgebied.
Dus actief koloniaal beleid. Wil sterke vloot om te verdedigen en kolonies verwerven.
Strijd met Britten, die sterkste vloot hadden.
o 1898: Eerste Vlootwet. Veel geld voor vlootuitbreiding. Achterliggende
ideeën:
Overzeese gebieden en belangen beschermen
Vriendschap met Eng afdwingen. (dan zou Eng geen oorlog met DU
durven)
, Helaas: tegengesteld effect. DU verstoort balance of power. Ontstaan wapenwedloop en
wantrouwen met Eng.
(indirecte) oorzaken voor WOI:
1) DU wordt sterke economische macht na eenwording. = bedreigend & gevaarlijk
- Industrialisatie -> maakt wapenwedloop mogelijk
- Aanleg spoorwegennet
- Enorme bevolkingsgroei -> had meer ruimte nodig
- Modern imperialisme
2) Militarisme: = verheerlijking leger en oorlog. Was ook nodig om ambities van DU te
bereiken.
- Leger belangrijke rol in samenleving
- Vlootwet is hier uiting van.
3) Bondgenootschappen:
- Door bovenstaande dingen: Rusland, Eng en Fr bang. Rusland verbreekt verdrag
met DU. Rus, Eng en Fr sluiten met elkaar verdrag. (dus: Doordat DU
machtsevenwicht verstoort, andere landen gaan steun zoeken bij elkaar, dit is waar
Bismarck bang voor was)
- Du vooral bang voor Rusland. -> Want Rus wilde invloed in westen uitbreiden, door
industrialisatie kon dat snel.
4) Nationalisme: liefde voor eigen vaderland en volk.
Deze 4 oorzaken zorgen voor langzaam toenemende spanningen in EU. Directe oorzaak
was: moord op kroonprins van O-H: Frans Ferdinand.
2 grote bondgenootschappen:
- Centralen: Duitsland en O-H. (vanaf 1882 Italië erbij)
- Geallieerden: Rusland, Fr en Engeland. (1914: Italië erbij)
Oorlogsplan van Duitsers = von Schlieffenplan. Het plan is: Eerst Fransen verslaan. (idee
dat Rusland niet snel zouden mobiliseren, door slecht georganiseerd leger en wegennet etc.)
-> Via België (onverwachts) Noord-FR aanvallen en daarna naar Parijs. Na deze overwinning
naar Rusland om die te verslaan. MAAR: waarom mislukt?
- Verwachting dat België dit zou accepteren/neutraal zou blijven. Is niet zo, Belgen
vechten terug: tegenstand is groot.
- Russen veel sneller gemobiliseerd dan verwacht. Deel Duitse leger moet al aan
Oostfront vechten. Hierdoor toch 2frontenoorlog.
Hoe ging het dan?
Toen ze naar Parijs wilden tegenaanval van Fr en Britten. leidt tot 1e veldslag van WOI =
Slag bij de Marne. Enorme gevechten en groot aantal doden. Ook wisten de geallieerden
Duitse aanval te stoppen bij Parijs. start van loopgravenoorlog, ruim 4 jaar.
Oktober 1918:
Bij WOI vocht hele samenleving (burgers) mee (het thuisfront): wapenproductie etc.
hierdoor te weinig arbeidskrachten in landbouw voedseltekorten.
Eensgezindheid verminderd. Onvrede onder soldaten en volk.
1918: Duitse nederlaag onvermijdelijk. Toch gaf marineleiding bevel om nog Britse vloot aan
te vallen. -> Matrozen weigeren te gehoorzamen. Matrozen kwamen in opstand in Kiel.
November 1918:
9 november 1918: Aftreden duitse regering. Macht overgegeven aan sociale regering.
Uitroepen Weimarrepubliek. Nu verantw. Voor vredesonderhandelingen
10 nov 1918: Keizer vlucht naar NL
11 nov 1918: wapenstilstand officieel.
- Communistische opstanden in Duitsland door arbeiders & soldaten. Eisten einde
oorlog, hervormingen. -> Legerleiding wijst verantwoordelijkheid in schoenen nieuwe
regering en communisten. ontstaan dolkstootlegende.