DUITSLAND IN EUROPA
1918-1991
1. Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en
Europa (1918-1945)?
2. Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland
na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?
3. Wat verklaart de hereniging van de beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa (1961-
1991)?
1. DUITSLAND: VAN DE EERSTE NAAR DE TWEEDE WERELDOORLOG
In het voorjaar van 1918 waren alle oorlogvoerende langen de uitputting nabij. Met een laatste, enorme
veldslag wilde het Duitse leger door het geallieerde westfront breken. Dit lukte niet, de opperbevelhebbers
(Von Hindenburg & Ludenddorff) wilden zich gewonnen geven. Voor de leden van de Rijksdag, die dit nieuws
vernamen, was dit een enorme shock. Jarenlang had de pers onder censuur gestaan en de overheid had veel
propaganda gemaakt. IN EEN TREINWAGON IN COMPIÈGNE WERD DE WAPENSTILSTAND GETEKEND.
Veel Duitse soldaten zijn met hun wapens naar huis teruggekeerd, velen zonder werk en onderdak. Allerlei
extremistische groeperingen probeerden in Duitsland de regering ten val te brengen, het meest bedreigend
waren de communisten. Er werden verkiezingen gehouden voor een nieuw parlement. DUITSLAND WERD DE
REPUBLIEK VAN WEIMAR. Er kwam een grondwet, met een gekozen parlement, een regeringscoalitie o.l.v.
een rijkskanselier en daarboven de rijkspresident. De rijkspresident mocht de noodtoestand uitroepen.
De vredesonderhandelingen beginnen in januari 1919 in Versailles. Duitsland moest accepteren:
- Militair: klein leger (max. 100.000 soldaten) en het Rijnland demilitariseren.
- Gebied: gebied inleveren, waaronder Elzas-Lotharingen aan Frankrijk en alle koloniale gebieden.
- Financieel: herstelbetalingen aan Frankrijk, Engeland en België.
Hoe was het mogelijk dat het trotse, sterke Duitse leger verslagen was? ONDER DE BEVOLKING GROEIDE
ALS ANTWOORD OP DEZE VRAAG DE ‘DOLKSTOOTLEGENDE’; HET DUITSE LEGER WAS DOOR DE
EIGEN POLITICI EN DELEN VAN HET VOLK (SOCIALISTEN, COMMUNISTEN EN/OF JODEN) IN DE
STEEK GELATEN. Er is veel wantrouwen in de regering.
Toen Duitsland in 1923 niet genoeg kon betalen, bezetten Franse troepen als reactie het Ruhrgebied, het
belangrijkste industriegebied van Duitsland. De Duitse regering riep de arbeiders en mijnwerkers op om in
staking te gaan. Om de lonen te kunnen blijven betalen, liet de regering geld bijdrukken, waardoor hyperinflatie
ontstond. EEN AMERIKAANSE COMMISSIE STELDE HET DAWESPLAN OP; de Fransen zouden uit het
Ruhrgebied vertrekken, Duitsland kreeg een nieuwe munt en de Amerikanen zouden Duitsland met leningen
financieel gaan steunen. Frankrijk en Engeland hadden namelijk schulden bij Amerika, en konden die niet
terugbetalen zonder de Duitse herstelbetalingen. DE DUITSE ECONOMIE GROEIDE.
In Amerika was tijdens de Eerste Wereldoorlog de productie flink opgeschaald. Toen uit Europa de vraag naar
Amerikaanse producten afnam, leidde dit tot overproductie. De prijzen daalden en werknemers werden
ontslagen. HET GEVOLG WAS DE BEURSKRACH IN 1929, HET WERD EEN WERELDCRISIS EN OOK
DUITSLAND WAS SLACHTOFFER DOOR DE CONNECTIE MET HET DAWESPLAN. De zwakke Republiek
van Weimar kon de werkloosheid en ontevredenheid niet oplossen.
Door de economische crisis kreeg Adolf Hitler meer aanhang, die een andere inrichting van de samenleving
beloofde. De nationaalsocialisten (zijn partij) waren tegen het kapitalisme, het communisme, het liberalisme,
de democratie, het verdrag van Versailles, de joden. Met dit laatste punt (antisemitisme) onderscheidde de
NSDAP zich van een vergelijkbare ideologie: het fascisme.
- Eenheid van natie: individu ondergeschikt
- Verheerlijking van geweld en militarisme