Philosophy of Mind, Brain and Behaviour
Hoorcollege 1 – Dualisme, logische behaviorisme en de identiteit theorie
Mind (geest): koepelterm voor alle mentale staten.
- Mentaal: intentioneel en/of fenomenaal (meeste mentale staten hebben beide).
o Intentioneel betekent dat het over iets gaat (gedachtes, angsten, etc.).
o Fenomenaal betekent dat het een subjectieve ervaring is.
Substantie dualisme (Descartes): theorie dat we bestaan uit twee ‘substanties’ de niet-
fysieke substantie (ziel) is causaal verbonden aan het lichaam.
- Als de ziel niet-materieel is, heeft het geen lichaam/brein nodig om te bestaan.
- Property dualisme: de geest wordt geproduceerd door het brein, maar sommige
eigenschappen (de fenomenale) zijn non-fysiek.
o Deze andere vorm van dualisme wordt recenter geloofd.
- Substantie dualisme past niet in onze wetenschappelijke blik, dus we bepreken
reacties op substantie dualisme.
Problemen bij substantie dualisme:
- Methodologische problemen:
o Hoe onderzoek je de geest als het immaterieel is?
o Introspectie is de enige optie, maar dit is geheel subjectief (niemand kan
checken of het klopt). Bovendien zijn er ook onbewuste mentale staten.
o Reactie Watson herdefinieerde psychologie als gedragswetenschap
(psychologische behaviorisme).
- Theoretische problemen:
o Interactieprobleem (Elisabeth van Bohemen): hoe kunnen de lichaam en de
geest interacteren als ze zo radicaal anders zijn?
Descartes zei dat de interactie plaatsvindt in de pijnappelklier.
Elisabeth vroeg wat daar dan gebeurt. Descartes kwam met plaatjes
over krachten van de geest die het lichaam binnenstromen.
Hij moest toegeven dat het hypothetisch was (nooit geobserveerd).
Uiteindelijk zei Descartes dat hij wist dat de interactie er was (uit
ervaring), maar niet hoe. Hij gebruikte magnetisme als voorbeeld (was
ook nog niet verklaard).
o Causal closure of the physical realm: dat elke gebeurtenis in het fysieke rijk
een fysieke oorzaak heeft.
De pijnappelklier is ook fysiek. Een immateriële geest zou dus niks
doen, omdat de geest toch al werkt vanuit fysieke oorzaken.
,Logische behaviorisme is een reactie op substantie dualisme. Niet vanwege een
wetenschappelijke blik (bv. dat interactie niet kan), maar vanwege de denkfout van de geest
als verborgen oorzaak van gedrag.
- Ryle zag de geest bij substantie dualisme als een soort poppenspeler die het lichaam
controleert. Hij noemde dit de geest in de machine.
- Volgens Ryle bestaat dit omdat we het verschil tussen intelligent en non-intelligent
gedrag willen verklaren (door de ziel vs. puur lichamelijk).
o Maar volgens Ryle hebben we geen verklaring nodig, omdat we het ook al
zonder die verklaring kunnen onderscheiden.
o ‘Geest’ is gewoon een woord voor intelligent gedrag (geen oorzaak ervan).
o Het onderscheid is dus conceptueel, maar substantie dualisten maken de fout
om het causaal te zien.
The Concept of Mind: invloedrijk boek van Ryle.
- Ryle analyseerde de manier waarop we woorden over mentale staten gebruiken in
het dagelijks leven (conceptuele analyse van de geest).
o Hij zag dat mensen niet verwijzen naar een verborgen locus of control, maar
gewoon onderscheid maken tussen intelligent en non-intelligent gedrag.
- Hij zegt dat het een fout is om de geest te zien als een ding. Dit noemt hij een
categoriefout. Behaviorisme gaat hier tegenin.
- Ryle noemt mentale staten gedragsdisposities: neigingen voor gedrag onder
bepaalde omstandigheden (als-dan).
o De geest is dus een verzameling van gedragsinhibities volgens Ryle.
o Het is dus geen ding volgens hem (net zoals dat het niet het brein zou zijn).
Hierbij zou het woord ‘atmosfeer’ vergelijkbaar zijn (ook geen ding).
Psychologische behavioristen negeren de geest om te focussen op gedrag. Op die manier
accepteer je eigenlijk nog steeds het idee van substantie dualisten, omdat je de geest apart
ziet van het lichaam.
Logische behavioristen definiëren de geest in termen van gedrag.
Problemen bij behaviorisme:
- De geest is in ieder geval deels iets subjectiefs dat niet in gedrag gedefinieerd kan
worden.
o Super Stoic: iemand die pijn in principe volledig zou kunnen verdragen (niet
waarschijnlijk, maar dan zou gedrag het dus niet tonen).
o Perfect Pretender: iemand die geen pijn voelt, maar heel goed kan doen alsof.
- Mentaal holisme: mensen kunnen zich hetzelfde gedragen door andere redenen
(geen 1-op-1 verband tussen specifieke mentale staten en gedragsdisposities).
o Iemand kan bv. uit een glas drinken omdat hij denkt dat het water is en dorst
heeft, maar ook omdat hij denkt dat het gif is en suïcidaal is.
, In Australië kwam de identiteitstheorie. Dit werd in Engeland de ‘Australian heresy’
genoemd, omdat het ongehoord was dat mensen Ryle afwezen.
- Ullin Place geloofde in het meeste wat Ryle zei, maar had een probleem met het feit
dat er toch een subjectief gedeelte is dat niet verklaard kan worden met
gedragsneigingen.
o Hij las het boek The Physical Dimensions of Consciousness, waarin de Schrijver
Boring voor het eerst zei dat bewustzijn een breinproces is.
o Niemand las dit boek, omdat bewustzijn in die tijd van behaviorisme
genegeerd werd.
- Hij wilde het idee van Boring samenvoegen met het idee van Ryle.
- J.J.C. Smart wilde Place’s idee aanvullen. Hij keek verder dan bewustzijn en zag de
hele geest als identiek aan het brein (= identiteitstheorie).
o Als je het brein manipuleert, manipuleer je de geest (en andersom).
Smart zei dat taal over mentale staten ‘onderwerp neutraal’ is. Hoe we erover praten, zegt
niks over de natuur van de geest.
- Hij zegt dat dualisme waar had kunnen zijn, bijvoorbeeld als er fysieke fenomenen
zonder fysieke verklaringen waren, maar dit is niet zo.
- Wetenschap ziet dat alles wat in het brein gebeurt, ook in de geest gebeurt, en
andersom.
o Hierdoor is het heel waarschijnlijk dat de geest en het brein identiek zijn.
- Smart ziet het als een ontdekking net zoals die van de H2O-structuur van water.
Problemen bij de identiteitstheorie:
- De ‘explanatory gap’: zeggen dat mentale staten hetzelfde zijn als breinstaten
verklaart niks (waarom? hoe?).
o Oftewel: hoe kunnen het intentionele en fenomenale aspect fysiek zijn? Hoe
kan een gedachte hetzelfde zijn als elektriciteit in het brein?
o Volgens Smart is de ‘waarom’ vraag niet relevant, net zoals ‘waarom is water
H2O?’. Toch kun je de eigenschappen van water wel verklaren met de
structuur, waardoor je de waarom vraag wel kunt beantwoorden.
- Multiple realization: dezelfde mentale staat zou gerealiseerd kunnen worden door
verschillende breinen. Dit is waarschijnlijk, omdat andere dieren bijvoorbeeld ook
pijn ervaren.
o Volgens de identiteitstheorie kunnen organismes met verschillende breinen
niet dezelfde types mentale staten hebben.
De identiteitstheorie werd destijds gezien als ‘de theorie van de toekomst’, maar de
problemen zijn serieus.
- Functionalisme lost de problemen van identiteitstheorie en logische behaviorisme
op, zonder terug te gaan naar substantie dualisme (zie volgend hoorcollege).