Berk Bilgin
Kennistheorie
Epistemologie: de vraag naar de zekerheid of de betrouwbaarheid van kennis.
Scepticisme: je kan niets 100% zeker weten.
Onze zintuigen kunnen ons bedriegen, waardoor de dingen anders zijn dan ze lijken. Ons
geheugen kan onzin de steek laten, we kunnen in de war zijn, we kunnen voorgelogen
worden, we kunnen op dit moment niet eens zeker weten of we niet dromen.
We kunnen nergens van op aan.
Het empirisme gaat ervan uit dat we onze kennis krijgen door onze zintuigen te gebruiken, oftewel
vanuit onze ervaringen.
Rationalisten vinden dit, net als de sceptici, onbetrouwbaar. Het rationalisme gaat er daarom
vanuit dat de enige betrouwbare kennis de kennis van het denken is, waar geen waarneming voor
nodig is. Kennis is aangeboren.
Noam Chomsky
Het vermogen om een taal te kunnen leren is ook aangeboren. Anders zou het een baby niet lukken
om het gebrabbel dat hij/zij om zich heen hoort, te structuren en zelf kloppende zinnen te maken. Er
zit al een soort voorgeprogrammeerde basis in hun hoofd.
Praktische kennis: kennis over hoe je iets moet doen (vaardigheid), oftewel kunde.
Propositionele kennis: hoe iets zit of weten dat iets het geval is.
Een propositie is de inhoud van een uitspraak.
Objectieve kennis: feitelijke kennis die niet beïnvloed is door vooroordelen.
Subjectieve kennis: hierbij betreft een persoonlijke kijk op de zaak en is het wel beínvloed door
belangen of vooroordelen.
Objectief: datgene wat over het object (voorwerp van kennis) zelf gaat.
Subjectief: datgene wat door het oordeel van het subject (degene die iets kent0
bepaald wordt.
Intersubjectiviteit: datgene wat voor een grote groep gemeenschappelijk geldig is.
De begripsrealisten (platonisten) gingen ervan uit dat een algemeen begrip op zichzelf bestaat. Het
universale (of een Idee) staat los van alle verschillende exemplaren op aarde.
De nominalisten (aanhangers van Aristoteles) gingen ervan uit dat een woord een verzameling is dat
iets aanduidt die vroeger, nu en in de toekomst zal bestaan.
De sofisten (onderwijzers in de retorica) vonden echt begrip niet belangrijk, want objectieve
waarheden bestonden volgens hen niet. Wie wint heeft gelijk.
Cornelis Verhoeven (1928 - 2001)
Plato was veel minder systematisch en dogmatisch dan zijn aanhangers hem afschilderen.
Aristoteles zijn werk is voor een groot deel metafysisch van aard en hij legde zeker niet alleen de
nadruk op empirische kennis, maar juist ook op logica.
1
, Berk Bilgin
Plato (427 - 347 v.C.) ~ rationalist
De ziel is onsterfelijk en komt voort uit de Ideeënwereld; daar zijn de pure Ideeën, zoals de
Schoonheid en het Goede aanwezig. De Ideeën zijn onveranderlijk, in tegenstelling tot de
vergankelijke dingen op aarde, waar alleen flauwe afspiegelingen van te vinden zijn.
De ware en eeuwige kennis van de Ideeën (epistème) worden onderscheiden van de vluchtige
mening over aarde zaken (doxa).
De ware kennis van de Ideeën is aangeboren, niet aangeleerd.
Idealisme: de wereld van de ideeén is werkelijker dan de materiële wereld.
Grotallegorie van Plato:
In een onderaardse grot zitten mensen van jongs af aan zo vastgeboden dat ze alleen maar recht voor
zich uit kunnen kijken naar een muur. Op die muur wordt een soort schimmenspel geprojecteerd. Ze
hebben nooit iets anders gezien en beschouwen de schaduwen van voorwerpen en mensen, die ze op
de muur zien, als de werkelijkheid. Op een gegeven moment wordt een van de gevangenen losgemaakt
en uit de grot naar boven gehaald. Zijn ogen doen pijn van het felle zonlicht, maar eenmaal gewend
aan wat hij daar ziet, begrijpt hij dat hij al die tijd in een onechte wereld heeft geleefd. Hij wil deze
schokkende ontdekking delen met zijn lotgenoten beneden in de grot, maar zij geloven hem niet. Ze
proberen hem zelfs te doden.
We moeten niet alles geloven wat we zien. Voor de ware kennis van ’alles wat juist en mooi is’, moeten
we onze blik naar boven richten en geen genoegen nemen met de schijn van de alledaagse
werkelijkheid.
Om de zoektocht naar de Waarheid te beginnen, moeten we bereid zijn onze lichamelijk behoeften te
negeren. We moeten de verleiding weerstaan om ons te verschuilen achter de oordelen van anderen,
en altijd kritisch blijven en ons eigen verstand gebruiken.
Aristoteles (384 - 324 v.C.) ~ empirist en realist
Kennis krijgen we zowel door onze waarneming te gebruiken als door logisch te denken.
De zintuigen leveren kennis, die het verstand door middel van de logica moet ordenen.
De kennis die we via onze zintuigen krijgen is een juiste weergave van de werkelijkheid, die
onafhankelijk van onze gedachten bestaan; naïef realisme.
De mens heeft de mogelijkheid om uit de waarneming bepaalde eigenschappen te abstraheren. Niet-
relevante zaken kunnen we onderscheiden van zaken van algemene aard.
Bij Plato bestaat de essentie van de dingen los van dei dingen zelf, als een idee dat voorafgaat aan
het ding.
Volgens Aristoteles bestaat de essentie niet los van het ding, maar zit daarin vervat, als het doel of de
functie van het ding.
Teleologische systeem: alle onderdelen hebben een doel en streven samen naar perfectie.
Je hebt de stofoorzaak, de vormoorzaak, de werkoorzaak en de doeloorzaak.
Een substantie bestaat uit vorm en materie. Het doel is in de substantie vervat.
De essentie ligt in de dingen zelf en zweeft niet ergens daarbuiten.
2