Samenvatting arbeidsmarkt
De toekomst van werk
De arbeidsmarkt verandert voortdurend. Jongeren stromen in en zoeken een nieuwe baan,
werknemers verliezen hun baan en gaan op zoek naar een nieuwe baan, ouderen stromen uit.
Maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op de arbeidsmarkt, zo neemt de
arbeidsparticipatie en het arbeidsaanbod van 50-plussers toe. Ook wordt er de laatste jaren binnen
veel organisaties aandacht besteed aan ‘mobiliteit’ van werknemers. Hier wordt dan onder verstaan
dat werknemers behouden blijven voor het bedrijf, door – afhankelijk van levensfase en persoonlijke
behoeften – intern door te stromen naar passende functies.
Wat betekent dit voor HR?
‘Dat HR met een flink aantal uitdagingen te maken krijgt. Het aantal vacatures neemt toe, het aantal
moeilijk vervulbare vacatures ook, het verloop binnen een organisatie stijgt, het ziekteverzuim neemt
toe, de werkdruk ook, en ga zo maar door.
De arbeidsmarkt is het totaal van de vraag naar aanbod door de werkgevers en het aanbod van
arbeid van de werknemers.
Voor de toekomst van werk zijn vier ontwikkelingen van belang:
1. Economische ontwikkelingen: groei, globalisering en andere structurele veranderingen,
internationale netwerken, internationale concurrentiekracht, noodzaak innovatie en
efficiency, economische dynamiek/conjunctuur.
2. Technologische ontwikkelingen: onder andere verandering in ICT, robotisering en artificiële
intelligentie, innovatie, internetisering.
3. Demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen, maatschappelijke factoren:
veranderingen in de omvang en samenstelling bevolking, vergrijzing en ontgroening,
arbeidsimmigratie en -emigratie, stijging opleidingsniveau (tekort aan vakmensen),
participatie achterstandsgroepen, corporate governance, waarde van en eisen aan werk
veranderen.
4. Politieke ontwikkelingen: verschuiving nationale wetgeving naar Europese wet- en
regelgeving, grotere rol overheid, flexwet, participatiewet, werkloosheidswet, ontslagrecht,
transitievergoeding.
5. Ecologie en ontwikkelingen met betrekking tot duurzaamheid.
Meerdere factoren zijn gelijktijdig van invloed en drijvende krachten zullen het domein van werk niet
eenzijdig beïnvloeden. Veranderingen gaan vaak langzaam, bepaalde instituties en normen zijn
opvallend stabiel. De huidige transities onderscheiden zich van voorgaande transities door het hoge
tempo waarmee de ontwikkelingen zich voltrekken. Deze ontwikkelingen laten vooral zien dat we
ons in een fase bevinden van meervoudige transities. Deze transities bieden kansen voor
investeringen, duurzaamheid en werkgelegenheid, maar brengen ook risico’s en nieuwe uitdagingen
met zich mee.
Technologie
Definitie: Robotisering: geprogrammeerde machines die taken uitvoeren die voorheen door mensen
worden gedaan. Ontstaan:
• Technologische ontwikkelingen
• Concurrentie arbeidsloon
• Beperkt aanbod van arbeid
De overwegingen
Nadeel: Uitholling van functies, verdwijnen van functies (technische werkloosheid).
,Voordelen:
• Efficiënte productie.
• Inzetbaar op werkzaamheden die voor werknemers minder aantrekkelijk zijn.
• Voorkomt het verdwijnen van banen naar andere landen.
• Verdwijnen van banen maar ook nieuwe banen gecreëerd, behoefte aan nieuw
vakmanschap.
Rol HR: Wat worden we in de toekomst? Naast de drone-piloot, 3D printspecialist en growth hacker
werd ook de werkgelukdeskundige gepresenteerd: een medewerker of manager die zich richt op het
vergroten van de geluksbeleving binnen een organisatie.
Flexibilisering
Definitie: het vergroten van de flexibiliteit in de arbeidsorganisatie (buigzaam, soepel). Extern en
intern.
Ontstaan: Behoefte om inzet en middelen aan te kunnen passen aan veranderende omstandigheden.
Overwegingen:
• Snelle veranderingen noodzaak flexibiliteit voor werkgevers (maar ook kosten en risico’s
spelen een rol)
• Uitdaging en onafhankelijkheid voor werknemer
• Schijnzelfstandigheid
• Zwakke onderhandelingspositie werknemer
• Flexibiliteit bedreigt het vakmanschap
• Werknemers hebben behoefte aan zekerheid?
Uitgangspunten
Een van de belangrijkste uitgangspunten die volgens de SER ook in de toekomst val moeten gelden is
het brede welvaartsbegrip. De doelstellingen voor het sociaaleconomisch beleid omvatten meer dan
het bevorderen van economische groei alleen; ook sociale vooruitgang, duurzame ontwikkeling en
een goede kwaliteit van de leefomgeving zijn hiervan onderdeel. Gestreefd moet worden naar een
evenwichtige en duurzame economische groei, een zo groot mogelijke arbeidsparticipatie en een
redelijke inkomensverdeling. Nationaal perspectief, welvaartsgroei is door en voor iedereen.
Kenmerkend voor de Nederlandse economie is zijn openheid. Brengt ook dilemma’s met zich mee.
Betere handhaving van bestaande regels en aanpassing van inadequate regels zijn nodig. Er is een
stevig en eerlijk raamwerk nodig van spelregels op Europees niveau, met uitwerking op nationaal
niveau, om ervoor te zorgen dat een volwaardige interne markt tot stand kan komen, waarin
goederen, kapitaal, diensten en werknemers grensoverschrijdend mobiel kunnen zijn, in het belang
van burgers, bedrijven en een duurzame, economische en maatschappelijke ontwikkeling.
Om de maatschappelijke welvaart te verbeteren moet ingezet worden op een verhoging van de
arbeidsparticipatie en kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid. Die verhoging is nodig door het
relatief lage aantal uren dat in Nederland wordt gewerkt. Inzet op een verhoging van de
arbeidsparticipatie vereist dat er rekening wordt gehouden met het feit dat er ruimte moet zijn voor
het verrichten van activiteiten in andere domeinen. Combinaties moeten passend zijn bij levensfase
en achtergrond. Naast goed werk, is het streven erop gericht een inclusieve arbeidsmarkt te creëren,
waarin zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen en meedelen in de vooruitgang. Sociale partners
zullen zich moeten blijven inzetten om kwetsbare groepen aan werk te helpen.
,Arbeidsparticipatie
Definitie: Inclusieve arbeidsmarkt: een arbeidsmarkt waarbij zoveel mogelijk mensen blijven
participeren, met name doelgroepen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Ontstaan
door gelijke rechten van de mens.
Overwegingen:
• Nut en noodzaak van arbeid.
• Verdwijnen eenvoudige banen, verzwaring van functie-eisen maakt afstand voor specifieke
doelgroepen groter
• Verwachte tekorten op de arbeidsmarkt.
• Intrinsieke of externe prikkel wg? I.i.g.: Participatiewet.
4 Cetenary conversations: ILO
1. Werk en samenleving:
welke rol zal werk in de komende eeuw spelen in onze maatschappij?
2. Decent work voor iedereen:
hoe garanderen we werkgelegenheid en bescherming van werknemers?
3. Organisatie van werk en productie:
hoe veranderen productieprocessen en wat voor invloed heeft dit op
werkgelegenheid en bescherming van werknemers?
4. Governance van het werk:
hoe regelen we werk, nationaal en internationaal?
De toekomst van werk: uitdagingen en kansen:
Werk en samenleving
De betekenis van werk veranderd door technologische en sociaal-culturele ontwikkelingen over de
hele wereld. Technologische ontwikkelingen leiden tot groeiende inkomensongelijkheid.
Uitdaging om het onbenutte arbeidsaanbod verminderen en de arbeidsdeelname van vrouwen in de
toekomst verhogen. Er is sprake van een onbenut arbeidsaanbod omdat de combinatiedruk tussen
werken, zorgen en leren erg hoog ligt. Doordat de technologie nieuwe mogelijkheden creëert, valt
ook te verwachten dat in de toekomst de grenzen tussen werk en privé meer zullen gaan vervagen.
Dat brengt kansen maar ook risico’s. Als alle tijd potentiële werktijd wordt neemt de werkintensiteit
en de stress toe. In Nederland ligt de participatiegraad hoog in personen, maar zij maken relatief
weinig uren.
Kansen ontstaan vooral door technologische en digitale ontwikkelingen. Deze bieden mogelijkheden
voor het ontzorgen, maar roepen tegelijkertijd ethische vragen op: welke zorg geef je uit handen aan
technologie, zonder dat de waardigheid van diegene die wordt verzorgd in het gedrang komt?
Demografische ontwikkelingen maken het mogelijk om langer te werken en er ontstaat ruimte voor
tweede of derde carrières. Dit kan openingen bieden voor het spreiden van betaalde arbeid en
, arbeidstijden over de levensloop. Tegelijkertijd vraagt dit om actief beleid. Zowel gericht op
voortdurende her-, om- en bijscholing als op het aanpassen van functies, gericht op het vergroten
van de mogelijkheden om ook actief en gezond een hogere leeftijd te bereiken.
Decent work voor iedereen
Veranderingen als globalisering en technologisering brengen onzekerheden met zich mee voor de
toekomstige werkgelegenheid en de kwaliteit van het werk. Uitgaande van een perspectief van
volledige werkgelegenheid is het de vraag hoe we de werkgelegenheid van hoge kwaliteit, die
bereikbaar is voor verschillende doelgroepen op de arbeidsmarkt creëren (inclusieve arbeidsmarkt).
De invloed van toekomstige digitale technologieën biedt kansen, maar het kan ook uitdagingen
creëren voor de hoeveelheid arbeid en de kwaliteit van het werk. Nieuwe digitale technologieën
vervangen denkkracht en cognitieve vaardigheden, waardoor niet alleen functies en taken van
laaggeschoolden, maar ook van middelbaar- en hooggeschoolden kunnen wijzigen. Digitale
technologieën zijn general purpose technologies, hebben impact op bijna alle sectoren waardoor
aanpassing en opvang in een andere sector een grotere uitdaging zal zijn. Verder mag worden
verwacht dat de mogelijkheden toenemen om fysiek zwaar, gevaarlijk, repetitief, vuil of saai werk te
beperken. De kans dat alle werkzaamheden die iemand vervult door deze technologieën worden
overgenomen, lijkt klein. Digitalisering kan ertoe leiden dat de aard van het werk verandert, maar
ook dat de rol van de mens en het beroep op zijn professionele kwaliteiten veranderen. Digitalisering
biedt steeds meer mogelijkheden voor het volgen en monitoren van mensen op de werkplek,
waardoor de autonomie en privacy in het gedrang kunnen komen. Steeds meer werk bepaalt door
algoritmes zonder menselijke tussenkomst, wat tot verschraling of verrijking kan leiden. Werkenden
moeten op dezelfde manier worden behandeld en goed voorbereid zijn om met nieuwe
technologieën en de gevolgen daarvan om te gaan. Zo veel mogelijk betrekken bij de implementatie,
bijvoorbeeld via sociale innovatie. Taakverrijking en functie-verbetering of taakverarming en functie-
verslechtering? Toename economische en sociale ongelijkheid? Toename flexibele arbeidsrelaties.
Sociale innovatie: Vergroten mogelijkheden kwetsbare groepen. Cultuur van blijvend leren integraal
onderdeel van werken om te kunnen anticiperen. Verstevigen infrastructuur.
Organisatie van werk en productie
Door technologische ontwikkelingen en verduurzaming ontstaan nieuwe bedrijfs- en
verdienmodellen, die aanleiding kunnen zijn voor andere productie- en werkprocessen en
organisatorische aanpassingen. Dit verandert de manier waarop mensen binnen een bedrijf en in een
productieketen met elkaar samenwerken. Een algemene ontwikkeling is dat technologie invloed
heeft op de omvang van bedrijven. De opkomst van digitale technologie zorgt ervoor dat veel
bedrijven een minder grote schaalomvang nodig hebben dan voorheen om tot een optimale
rentabiliteit te komen. Ook leidt de toepassing van nieuwe technologie er vaak tot een hogere
productiviteit, waardoor minder mensen nodig zijn. Als blijkt dat als gevolg van digitalisering
structureel te weinig werk is voor bepaalde groepen, dan is een belangrijke uitdaging om te
investeren in meer werk en/of een andere verdeling van werk. Digitalisering maakt het ook mogelijk
om functies op te knippen in verschillende taken en werkzaamheden. Bepaalde taken of
werkzaamheden komen te vervallen, andere komen erbij en er vindt een verschuiving plaats in de
aandacht die taken krijgen. Dit kan leiden tot taakverrijking en functieverbetering van werknemers,
hoewel niet kan worden uitgesloten dat dit ook voor taakverarming en functieverslechtering kan
zorgen. Complementariteit, waarbij mens en machine samenwerken en elkaar versterken, leidt tot
een optimale inzet van de mogelijkheden van beiden. Co-creatie is daarbij van groot belang:
werknemers moeten bij de ontwikkeling van dergelijke complementaire systemen worden betrokken
om ervoor te zorgen dat ze bruikbaar zijn en dat de werknemer voldoende autonomie en controle
over en plezier in het werk behoudt. Co-creatie waarin medewerkers worden betrokken bij de
ontwikkelingen zodat deze bruikbaar zijn en zij zich voldoende kunnen voorbereiden op de nieuwe
situatie, met mogelijk nieuwe vereisten. Het betekent ook dat werknemers zich vaak moeten
aanpassen aan de veranderende situatie. In een dynamische en moeilijk voorspelbare omgeving