Week 1a Verbintenissen en overeenkomsten
Vermogensrecht
- Absolute rechten (Burgerlijk I)
- Relatieve rechten (Burgerlijk II)
o Verbintenissen 6:1 BW
§ Een vermogensrechtelijke betrekking tussen 2+ personen
§ Die de ander verplicht tot het verrichten van een prestatie
o Andere rechtsplichten
§ Een plicht zonder dat een ander een recht heeft
Verbintenis Rechtsplicht
Rechtsbetrekking Geen rechtsbetrekking
2+ Partijen (recht & plicht, schuldenaar & schuldeiser) Schuldenaar en plicht staan centraal
Tekortkoming = wanprestatie Schending = onrechtmatige daad
Opeisbaar 3:296 BW (tenzij natuurlijke verbintenis 6:3 lid 1 BW) Alleen opeisbaar bij een schending
Stelsel van verbintenissen
- Formeel gesloten volgens 6:1 BW à Verbintenissen moeten voortvloeien uit de wet, maar dat betekent niet dat de wet
het ontstaan van een verbintenis expliciet moet toestaan
- In de praktijk een open stelsel van verbintenissen volgens HR Quint/Te Poel
o De Hoge Raad oordeelde dat niet iedere verbintenis rechtstreeks gebaseerd hoeft te zijn op de wet. Een
verbintenis kan ook ontstaan als het aansluit bij wat er in de wet staat
Bronnen van verbintenissen
- Wettelijke oorsprong (6:1 BW)
o Rechtshandelingen 3:33 BW à Handelingen gericht op teweegbrengen rechtsgevolg
§ Overeenkomsten (6:213, 6:248 jo. Boek 7 BW)
§ Aansprakelijkheidsstelling (2:403 lid 1 f BW)
§ Bekrachtiging (3:69 BW)
§ Legaat (4:117 BW)
o Andere rechtsfeiten à De wil van de handelende persoon is niet van belang
§ Onrechtmatige daad (6:162 BW)
§ Zaakwaarneming (6:198 BW)
o Rechterlijke uitspraken
§ Veroordeling tot betaling dwangsom/proceskosten (237 e.v. en 611a e.v. Rv)
§ Toekennen van een schadeloosstelling (bijvoorbeeld 3:53 BW
- Oorsprong uit HR Quint/Te Poel
o Indien de wet geen regeling voor het geval kent moet er een oplossing worden gezocht die past in het stelsel
van de wet en die aansluit bij wel in de wet geregelde gevallen.
[Overzicht tussendoor]
- Vermogensrecht
o Absolute rechten
o Relatieve rechten
§ Rechtsplichten
§ Verbintenissen
• Wettelijke oorsprong
o Rechtshandelingen
o Andere rechtsfeiten
o Rechterlijke uitspraken
o Natuurlijke verbintenis (niet-afdwingbaar)
• Oorsprong HR Quint/Te Poel
o Regeling die binnen het systeem van de wet past
Natuurlijke verbintenis
- Hoofdregel: iedere verbintenis is in beginsel opeisbaar (3:296 BW)
- Uitzondering: natuurlijke verbintenis (6:3 BW)
o Niet afdwingbare verbintenis à Er is wél een verbintenis, maar géén rechtsvordering)
o Ontstaan door bijvoorbeeld verjaring of gentlemens agreement
o Bv HR Goudse Bouwmeester à Steekpenningen doneren aan gemeente is niet een onverschuldigde betaling
1
,Ontstaan van overeenkomsten I
- Vermogensrecht
o Absolute rechten
o Relatieve rechten
§ Rechtsplichten
§ Verbintenissen
• Wettelijke oorsprong
o Rechtshandelingen 3:33 BW
§ Overeenkomst (6:213, 6:248 jo. Boek 7 BW)
- Overeenkomst (6:213, 6:248 jo. Boek 7 BW)
o Totstandkoming 6:217 BW
§ Aanbod
§ Aanvaarding van het aanbod
o Het achterliggende idee is leidend: het gaat om de wilsovereenstemming
Rechtshandeling
- Handelingen gericht op teweegbrengen rechtsgevolg
- Vereisten voor bestaan rechtshandeling 3:33 BW
o Een op rechtsgevolg gerichte wil
o Een verklaring die de wil heeft geopenbaard, die in beginsel vormvrij is volgens 3:37 lid 1 BW
- Complicaties
o Handelsonbekwaamheid à Je mag geen rechtshandeling verrichten 3:32 BW
§ Minderjarigen
§ Onder curatele gestelde mensen
o Discrepantie tussen wil en verklaring: geestelijk gestoordheid 3:34 BW
Ontstaan van overeenkomsten II
- Rechtshandelingen 3:33 BW
o Een op rechtsgevolg gerichte wil
o Een verklaring die de wil heeft geopenbaard, die in beginsel vormvrij is volgens 3:37 lid 1 BW
§ Overeenkomst 6:217 BW
• Aanbod, vereisten:
o De wil om een aanbod te doen om een overeenkomst tot stand de laten komen
o Een (VORMVRIJE) verklaring die de wil openbaart om een ovk te laten ontstaan
o Bepaalbaarheid 6:227 BW
§ De inhoud van een overeenkomst moet je kunnen vaststellen
§ 7:4 BW à Een koopovereenkomst zonder afgesproken prijs heeft als
gevolg dat een “redelijke prijs” wordt overeengekomen
• Aanvaarding van het aanbod, vereisten:
o De wil om een aanvaarding te doen om een overeenkomst tot stand de laten komen
o Een (VORMVRIJE) verklaring die de wil openbaart om een ovk te laten ontstaan
o Gerichtheid (niet vereist bij aanbod)
§ Aanvaarding moet gericht zijn op degene die het aanbod doet à Dit is een
hard vereiste
o Aansluiting: de aanvaarding moet aansluiten op het aanbod, anders is er sprake van
een nieuw aanbod volgens 6:225 BW
Wilsovereenstemming
Tussen het aanbod en de aanvaarding is er wilsovereenstemming nodig
Wil Verklaring
Aanbod Walvisvlees Haaienvlees
Aanvaarding Walvisvlees Haaienvlees
Hier komt wel een overeenkomst tot stand omdat er wilsovereenstemming is
Wil Verklaring
Aanbod Walvisvlees Haaienvlees
Aanvaarding Walvisvlees Sardientjes
Hier komt ook een overeenkomst tot stand omdat er wilsovereenstemming is
2
,Geen wilsovereenstemming
Wil Verklaring
Aanbod Sardientjes Haaienvlees
Aanvaarding Walvisvlees Haaienvlees
- Wat voor overeenkomst komt in dit geval tot stand? Komt er überhaupt wel een overeenkomst tot stand? Er is immers
geen wilsovereenstemming, en er is geen aanbod en aansluitende aanvaarding
- Hier komt dus in principe geen overeenkomst tot stand à Maar pas op! Deze uitkomst komt niet vaak voor, meestal
wordt er een middenweg gevonden door de rechter. Zie onderstaande punten
Wilsvertrouwensleer
- De wil- en verklaringsleer van 3:33 BW wordt aangevuld door 3:35 BW (Gerechtvaardigd vertrouwen)
o Vertrouwen bij de wederpartij ten aanzien van de wil van de handelende partij
o Het vertrouwen is opgewekt door de handelende partij
o Het vertrouwen is gerechtvaardigd (“redelijkerwijze”)
o HR Misverstand à Bij een misverstand moet gekeken worden naar wat beide partijen over een weer hebben
verklaard en welke zin zij uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid. Hiervoor weer kijken naar:
§ Welke betekenis lag logischerwijs voor de hand
§ Is er sprake van een vaststaande technische betekenis, en zo ja, kenden partijen deze betekenis
§ Hebben de partijen zich laten bijstaan door een deskundige
§ Zou de betekenis die partijen hebben gehanteerd geleid hebben tot een resultaat dat te rijmen valt
met wat de overeenkomst probeerde te beogen
Gevolgen wilsvertrouwensleer
- Als een beroep op 3:35 BW slaagt, dan kan er geen beroep gedaan worden op het ontbreken van de wil
- Conclusie: de wil van de handelende partij bepaalt de inhoud van een gerichte rechtshandeling. De wil is niet
afhankelijk van de interne wil, maar wel van de wil zoals de wederpartij deze door het toedoen van de handelende
partij mocht interpreteren
Wil Verklaring (Gerechtvaardigd) vertrouwen
van de wederpartij 3:35 BW +
HR Misverstand
Aanbod Sardientjes Haaienvlees Walvisvlees à NEE
Aanvaarding Walvisvlees Haaienvlees Sardientjes à NEE
- Zoals eerder vermeld, komt de “geen overeenkomst want geen wilsovereenstemming” uitkomst niet vaak voor.
o De rechter zoekt meestal een middenweg
o Alleen als beide partijen niet gerechtvaardigd vertrouwden, én ten tijde van het sluiten van de overeenkomst
ook niet zouden contracteren onder andere voorwaarden, is deze uitkomst een optie.
- In veruit de meeste zaken is het een kwestie van uitleg.
3
, Week 1b Vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging algemeen I
- (Onmiddellijke) vertegenwoordiging is
o Het verrichten van rechtshandelingen in naam van een ander
o Door iemand die daartoe rechtens de bevoegdheid heeft
o Met het gevolg dat de rechtsgevolgen niet voor de handelende, maar voor de achterman intreden
- Dus niet: in opdracht van iemand anders handelen (middellijke vertegenwoordiging), maar in naam van iemand anders
handelen
Vertegenwoordiging algemeen II
- Onmiddellijk (direct) à HIER GAAT HET OVER VANDAAG
o Als iemand namens een ander rechtshandelingen verricht
o “Echte” vertegenwoordiging à Degene die handelt is niet degene die juridisch gezien de rechtshandeling
verricht.
o Voorbeelden
§ Minderjarigen
§ Rechtspersonen
§ Volmacht à HIER GAAT HET OVER VANDAAG
§ Etc
o “Vertegenwoordiging” is niet op 1 plek in de wet geregeld, behalve volmacht (een vorm van
vertegenwoordiging) à HIER GAAT HET OVER VANDAAG
§ Als je iemand een volmacht verleent, mag diegene namens jou rechtshandelingen verrichten à
Eenzijdige rechtshandeling
§ Juridisch gezien: volmachtgever verricht de rechtshandeling
§ Bepalingen over volmacht ook veelal op andere vormen van vertegenwoordiging van toepassing
§ Een volmacht betekent niet dat je zelf niet meer kan handelen
o T handelt voor A
§ Contract komt tussen A en D tot stand, ook al tekent T; dit omdat T slechts een tussenpersoon is
- Middellijk (indirect)
o Tussenpersonen handelen in eigen naam, voor rekening en risico van een ander
o Contract komt tot stand tussen T en D. Uit het contract A – T volgt dat T de overeenkomst T-D voor risico
van A komt. Juridisch is T contractpartner, economisch is dat A.
Vertegenwoordiging en volmacht schematisch
- Vertegenwoordiging
o Middellijk (indirect)
o Onmiddellijk (direct)
§ Volmacht (enige vorm van vertegenwoordiging die in de wet geregeld is)
Volmacht 3:60 BW e.v.
- Sommige regelingen ten aanzien van volmacht zijn ook van toepassing op andere vormen van vertegenwoordiging.
Zie schakelbepaling 3:78 BW
- 3:60 lid 1 BW à Volmacht = een bevoegdheid tot vertegenwoordigen
o Het is geen overeenkomst, maar een eenzijdige rechtshandeling
o Een volmacht kan wel voortvloeien uit een overeenkomst
Gevolgen en vereisten van volmacht I
- 3:66 lid 1 BW à Een door de gevolmachtigde
o Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid (=vertegenwoordigingsbevoegdheid)
o In naam van de volmachtgever (=vertegenwoordigingskwaliteit)
o Verrichte rechtshandeling (zie de behandeling van 3:33 en 3:35 BW week 1a)
o Treft in haar gevolgen de volmachtgever
- Dus, in het kort: het gevolg dat de rechtshandelingen van de gevolmachtigde de volmachtgever treffen, gebeurt
onder 3 voorwaarden volgens 3:66 lid 1 BW
o Vertegenwoordigingsbevoegdheid (=binnen de grenzen van je bevoegdheid)
o Vertegenwoordigingskwaliteit (=in naam van de volmachtgever)
o Rechtshandeling
4