7.1 Ontstaan van de mens
- Je weet wat het creationisme inhoudt. Je kunt uitleggen hoe de catastrofetheorie omgaat met
feit dat er fossielen gevonden worden.
Creationisme= geloof in een bovennatuurlijke schepper; god heeft alles gemaakt
Er werd ontdekt dat fossielen die gevonden werden in verschilllende afzettingslagen niet
leken op de levende organismen in dat gebied. Deze vonst was niet in lijn met het
scheppingsverhaal. Om de vonsten te plaatsen binnen het scheppingsverhaal is er de
Catastrodetheorie: een grote natuurramp was de oorzaak dat alle levende organismen in het
getroffen gebied stierven. Bij een nieuwe schepping na de catastrofe, kwamen er nieuwe
soorten.
- Je weet dat een evolutietheorie verklaart hoe soorten geleidelijk veranderen en hoe nieuwe
soorten ontstaan.
Evolutietheorie= theorie die de ontwikkeling van het leven op aarde verklaart
- Je kunt in een uitspraak over evolutie herkennen of die uitspraak overeen komt met de visie
van Darwin of van de Lamarck.
Lamarck: ging ervan uit dat een organisme de aanpassingen aan de omgeving, die hij tijdens
zijn leven ontwikkelde, doorgaf aan zijn nakomelingen.
Darwin: in een populatie verschillen individuen in eigenschappen en de leefomgeving oefent
een selectiedruk uit op hun overlevingskansen. Individuen die beter zijn aangepast aan hun
omgeving blijven langer leven en krijgen de meeste nakomelingen
*In the struggle for life, survival of the fittest*
De nieuwe populaties krijgen zo procentueel steeds meer individuen met de gunstige
aanpassing.(Dit is anders dan de theorie van Lamarck, die gebaseerd is op de aanpassingen
van het individu aan zijn omgeving)
- Je kunt uitleggen wat de rol is van (natuurlijke of kunstmatige) selectie op de ontwikkeling van
eigenschappen binnen een populatie.
Door de selectiedruk neemt de populatie met gunstige eigenschappen toe.
- Je kunt de evolutietheorie van Darwin aanvullen met recentere kennis tot de
neodarwinistische evolutietheorie en kunt deze theorie met de juiste begrippen gebruiken om
het veranderen van soorten uit te leggen.
Individuen die beter zijn aangepast aan hun omgeving leven langer en krijgen de meeste
nakomelingen. De nieuwe populaties krijgen zo procentueel steeds meer individuen met de gunstige
eigenschap.
- Je weet op welke manieren de erfelijke eigenschappen van organismen kunnen veranderen
(mutaties, recombinatie, crossing over).
(toevallige) Mutaties= is een verandering in het genetisch materiaal, waarbij het genotype
wordt veranderd
Recombinatie= het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen bij de vorming van de
geslachtscellen
Crossing over=uitwisseling van gelijke stukken DNA tussen twee homologe chromosomen,
waardoor recombinatie van het haplotype optreedt.
- Je kunt uitleggen hoe selectiedruk op de savanne kon bijdragen aan de ontwikkeling van de
mensachtigen.
De individuen die het best waren aangepast op de omgeving kregen nakomelingen met dezelfde
gunstige eigenschap. Hierdoor ontstond er een mensachtige aangepast op de leefomgeving.
, - Je kunt uitleggen hoe mitochondriaal DNA en het Y-chromosoom gebruikt kunnen worden
voor het bepalen van migratiepatronen van Homo sapiens (Binas 94B)
Wetenschappers kunnen migratiepatronen afleiden m.b.v:
mitochondriaal DNA (erft over via de vrouwelijke lijn)
Mitochondriaal DNA muteert met een bepaalde gemiddelde snelheid ouderdom kan bepaald
worden
DNA van het Y-chromosoom (erft over via de mannelijke lijn)
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten
- Je kunt de begrippen ‘natuurlijke selectie ‘ en ‘selectiedruk’ op de juiste manier gebruiken bij je
uitleg over hoe een soort verandert ( =adapteert).
Voorwaarde van evolutie is het voorkomen van variatie in erfelijke eigenschappen, zodat er
natuurlijke selectie kan optreden. Een individu kan zich niet aanpassen. Binnen een
populatie kan selectie zijn op gunstige eigenschappen de populatie kan zich wel
aanpassen (=adaptatie)
Omdat de natuur constant verandert, stopt de adaptatie van een populatie nooit!
- Je weet dat het begrip ‘the fittest’ niet ‘de sterkste’ betekent, maar ‘het krijgen van de meeste
nakomelingen’.
The fittest: de individuen in een populatie die het best zijn aangepast aan de selectiedruk, de krijgen
de meeste nakomelingen.
- Je weet dat één individu zich niet kan aanpassen, maar een populatie wel. Je kunt uitleggen
hoe bij een constante selectiedruk bij elke nieuwe generatie het aandeel van gunstige
eigenschappen toeneemt.
Hoe beantwoord je vragen over het ontstaan van een groep soortgenoten met bepaalde
kenmerken met behulp van de evolutietheorie:
• Er was binnen een populatie variatie in de eigenschap …………
• De individuen met de allelen voor ………. hebben selectievoordeel, omdat
………………….
• Daardoor hebben de individuen met het allel voor ……………meer kans om zich voort te
planten dan de individuen die …………………………… hebben.
• De allelen voor ………………………..worden aan meer nakomelingen doorgegeven,
zodat het aantal individuen met …………………….. zal toenemen.
OF
• Er was binnen de populatie……variatie in de eigenschap ……..
• Het allel voor ……. heeft een grotere fitness (= voortplantingssucces) dan het allel
voor….., omdat ……….
• Hierdoor neemt de allelfrequentie van het allel ………toe.
- Je weet dat adaptatie ook een kwestie is van evenwicht tussen investeringskosten (energie)
en opbrengst (overlevingskans).
- Je weet wat co-evolutie is en kunt in een context co-evolutie herkennen.
Co-evolutie= evolutie waarbij soorten zich aanpassen aan elkaar en samen evolueren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rooswezenbeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.