100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ontwikkeling & Psychische Gezondheid €6,99   In winkelwagen

Overig

Samenvatting Ontwikkeling & Psychische Gezondheid

 66 keer bekeken  4 keer verkocht

Dit document is een samenvatting van alle colleges en het boek 'Developmental Psychology' van het vak Ontwikkeling & Psychische Gezondheid 1 van het eerste jaar Psychologie aan de RU. Voor het tentamen heb ik zelf alleen deze samenvatting geleerd en daarmee een 8,2 behaald. De samenvatting is deels...

[Meer zien]

Voorbeeld 5 van de 41  pagina's

  • 6 juni 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
PsychologieRadboud
Week 1 (H1)
Ontwikkeling
verandering binnen het leven van een individu
- evolutie is geen ontwikkeling → gaat over meerdere generaties
- ontwikkelingsperiode
- ontwikkelingsgebieden

Terugkoppeling
output wordt weer input

Ontwikkelingsplasticiteit
aanpassen van ontwikkeling op basis van omgevingsfactoren
- adaptieve ontwikkelingsplasticiteit: moeder geeft ervaringen mee aan het kind die
ontwikkelingstrajecten in gang zet in het kind die het voorbereidt op de omgeving waarmee het na
geboorte zal moeten dealen
- graduele specialisatie: subprocess binnen ontwikkelingsplasticiteit waarin de ontwikkeling
gradueel binnen het leven van de individu plaatsvindt en het individu steeds beter
aangepast raakt aan het leven → fenotype / skillset langzaam moet opbouwen

Ontwikkelingsprogrammering
de effecten van prenatale en neonatale ervaringen op volwassen functioneren
- vorm van ontwikkelingsplasticiteit


empiricist a general, all-purpose learning system with few or no biases is present at birth

nativist multiple different sets of learning systems are present at birth that each are specialized
to learn certain types of info than others

comparative comparisons across species

evolutionary focus on answering why certain traits emerged in the history of humankind

cross-cultural looking into consistency across cultures and cultural influences on development

neuroscience focus on neurobiological systems that give rise to psychological development

behaviorist focus on how external factors shape behaviors

psychoanalytic focus on understanding internal mental states and processes

cognitive science looking into how specific skills or kinds of knowledge emerge and change


1) Comparatieve en evolutionaire perspectieven
- comparatief = vergelijking tussen soorten
- evolutionair = hoe en waarom eigenschappen evolueren

2) Cross-culturele perspectieven
- hoe ontwikkelen eigenschappen in verschillende culturen?
- cultuur = eigenschappen van een groep mensen die worden overgedragen door middel van sociaal
leren (normen, gebruiken, voedsel)
- beïnvloedt de doelen en verwachtingen van mensen
- verschillen tussen groepen en mensen in doelen en verwachtingen kunnen bestaan door
sociale overdracht

,3) Dieet en microben
- microbiële compositie hangt af van het type eten
- moeder’s microben koloniseren de ingewanden van haar babies
- darm-microben kunnen de hersenontwikkeling beïnvloeden

4) Neuro-wetenschappelijke perspectieven
- neurobiologische systemen die ontwikkeling veroorzaken

5) Behavioristische perspectieven
- zichtbare gedragingen en hoe deze vormgegeven worden door externe factoren tijdens de ontwikkeling

6) Analytische perspectieven
- interne mentale processen en toestanden

7) Cognitieve perspectieven
- informatieverwerkingsprocessen
- maakt gebruik van methoden en modellen gebaseerd op diverse perspectieven
Observationele studies
- in design: wordt bedoeld dat er geen manipulatie (niet-experimenteel) is
- in meting: wordt verwezen naar observeren in natuurlijke setting

Experimentele studies
- manipuleer één variabele terwijl andere aspecten van een setting constant blijven
- manipuleer onafhankelijke variabele en observeer effect op afhankelijke variabele
- betrouwbaarheid: consistente resultaten, indien herhaald
- interrater en test-hertest
- validiteit: meet hetgeen de onderzoeker beoogt te meten
- extern en intern
- herhaalbaarheid: anderen kunnen de studie herhalen

→ replicatie = opnieuw berekenen met nieuw berekende data
→ reproductie = opnieuw rekenen met dezelfde data

Ecologische validiteit
komt de studie overeen met de normale omstandigheden van het individu in zijn of haar dagelijkse leven?
- jonge braziliaanse straatkinderen hebben moeite met abstracte wiskunde, maar kunnen even moeilijke
problemen wel snel en correct oplossen terwijl ze producten kopen en verkopen op de markt

Longitudinale vs. cross-sectionele studies
- longitudinaal = dezelfde groep op verschillende leeftijden (within-subjects design)
- cross-sectioneel = verschillende groepen (bijv. van verschillende leeftijden)

Periods of development
1) Prenatal period (conceptie - geboorte)
2) Infancy (geboorte - ,5 jaar)
3) Preschool period (1,5 - 4 jaar)
4) Young school age (5 - 7 jaar)
5) Later school age (8 - 12 jaar)
6) Adolescence (13 - 20 jaar)
7) Young adulthood (21 - 30 jaar)
8) Middle adulthood (31 tot 60 jaar)
9) Late adulthood (vanaf 60 jaar)

,Besides dividing the lifespan into chronological periods → categorize developmental phenomena
into different types of psychological processes that undergo developmental changes:
- perceptual development
ways people grow in their ability to pick up info from the world by using senses and processing sensory info
- development of action
how people change in their ability to move about in the world and purposefully guide their body and limbs
- cognitive development
how people change over the lifespan in ways that they understand and use info
- moral development
how a child’s sense of values emerges as well as how moral and immoral behaviors develop
- social development
how a wide range of relationships between people form and change
- emotional development
how the full range of emotions takes shape, beginning in infancy

Qualitative change
takes place when a new kind of structure or process emerges that was not present before
- often refer to different stages of development =
child is said to be in one stage before a qualitative change occurs and in a different stage afterwards
- stages involve relatively discontinuous changes in thinking and behaving → new kinds of
accomplishments and patterns of thought that were not present before that stage

Quantitative change
the same structures and processes remain but show differences in their magnitude
- kikkervisje behoudt dezelfde structuur en groeit zonder dat de normale transformatie van
zijn anatomie plaatsvindt → geen kwalitatieve verandering; slechts kwantitatief (blz 10)

Global changes
similar developments occur at roughly the same time in very different areas of thought
- general changes that apply across all situations or domains

Local changes
different kinds of psychological capacities develop relatively independently of each other
- specific changes that occur in restricted areas or domains

Cohort effect
variaties in de kenmerken van een studiegebied in de tijd bij individuen die worden gedefinieerd door een
gedeelde tijdservaring of een gemeenschappelijke levenservaring, zoals het geboortejaar of het jaar van
blootstelling aan straling. Belangrijk is dat cohorte-effecten niet alleen aan leeftijd gebonden zijn, maar ook
aan gebeurtenissen.



Week 2 (H5)
Cognitie
het vermogen om te denken, redeneren en kennis te gebruiken over de wereld / de omgeving
- expliciete cognitie
cognitie waar je bewust van bent en die uit te drukken is in woorden
- impliciete cognitie
cognitie buiten het bewustzijn en die moeilijk uit te drukken is in woorden

Cognitieve ontwikkeling
hoe mensen veranderen gedurende hun leven aangaande het begrijpen en gebruiken van info

, - gaat om zowel kennis als vermogens
Jean Piaget
- bestuurde elk aspect van cognitie bij kinderen
- observeerde zijn eigen (buurt)kinderen om zijn ideeën te testen
- niet al zijn ideeën waren juist, maar velen klopten (of waren op zijn minst nuttig)
- fundering voor later onderzoek

Schema
geheel van mentale structuren, kennis, interpretaties en acties die gebruikt worden om te interacteren met de
omgeving

Process van adaptatie
schema’s afstellen op nieuwe ervaringen in de wereld
- assimilatie
nieuwe ervaringen interpreteren in termen van bestaande schema’s
- accommodatie
schema’s veranderen als reactie op nieuwe ervaringen
- equilibratie
assimilatie en accommodatie werken samen om een beter afstemming met de omgeving te krijgen

Wat Piaget geloofde
- kinderen redeneren anders dan volwassenen (kwalitatieve ontwikkeling)
- construeren actief begrip van de wereld
- periodes / stadia van ontwikkeling
- domein algemeenheid van cognitieve ontwikkeling

Sensorimotor periode (geboorte - 2 jaar)
- centraal: object concept
- embodied cognition → gebruik van armen en benen voor cognitieve ontwikkeling
- objectpermanentie
- circulaire reactie → steeds opnieuw iets willen doen: oefenen met schema’s en cognitieve
ontwikkeling

Zes stadia van sensomotorische periode

Stadium 1: eerste maand → gebruik van reflexen
- gedrag als zuigen en grijpen wordt spontaan geproduceerd
- reflex wordt efficiënter door accomodatie
- geen bewustzijn van objecten onafhankelijk van de eigen acties
- geen vermogen om info van verschillende zintuigen te integreren

Stadium 2: 1-4 maanden → primaire circulaire reacties
- bij toeval wordt ontdekt dat gecontracteerd kan worden met het eigen lichaam door een reflex te
gebruiken (primair; eigen lichaam)
- deze actie wordt herhaald als het prettig is (circulair)
- wordt goed in deze actie
- nog geen object concept

Stadium 3: 4-9 maanden → appearance of secundaire circulaire reacties
- handelt doelmatig richting een object, buiten het eigen lichaam (secundair)
- nieuwe schema’s op externe objecten worden toegepast
- start per toeval

, - meer aandacht voor unieke eigenschappen voor het object
- objecten volledig uit zicht, bestaan niet meer

Stadium 4: 9-12 maanden → coordination of secondary circulair reactions
- integratie van secundaire schema’s in 1 representatie
- schema’s worden bij elkaar gebracht om doel te bereiken
- een object heeft langdurige eigenschappen en bestaat los van eigen acties
- vinden een volledig verstopt voorwerp terug, maar hebben geen volledige mentale representatie als het
uit zicht is (A-niet-B-fout)

A-niet-B-fout
een object wordt herhaaldelijk verstopt en de baby vindt het terug op dezelfde plek (A), dan wordt het object
verstopt op een nieuwe plek (B), terwijl de baby kijkt; de baby zoekt weer naar het object op plek A
- Piaget: onvermogen om een nieuw schema toe te passen wat betreft het object in een nieuwe locatie

Stadium 5: 12-18 maanden → tertiaire circulaire reacties
- schema’s intentioneel toegepast, ‘kleine wetenschappers’
- laat creativiteit ziet, exploratie en experimenteren
- A-niet-B-fout wordt niet langer gemaakt; faalt op de onzichtbare verplaatsing
= niet in staat om mentaal de bewegingen van een object bij te houden als het verstopt is

Stadium 6: 18-24 maanden → invention of new means through mental combinations
- flexibel gebruik van schema’s
- kan objecten representeren die uit zicht zijn
- kan mentale representaties manipuleren: interne mentale exploratie
- onzichtbare verplaatsing raken worden opgelost
- begint taal te gebruiken: vermogen om symbolisch te denken (domein-algemeen)

A-niet-B-fout opnieuw onderzocht
- hypothese: de baby kan het verborgen object representeren, maar maakt de A-niet-B fout vanwege
andere redenen (inhibitie, geheugen)
- betrouwbaar, maar niet valide?
- als de doekjes doorzichtig zijn maken sommige baby’s nog steeds de fout
- het is waarschijnlijker dat de baby’s naar de correcte locatie van het object kijken dan de
incorrecte, zelfs als ze reiken naar de verkeerde plek
- denken baby’s dat de testleider iets belangrijks aan ze laat zien en maken ze daarom de fout?
- mogelijkheid 1: baby’s denken dat het een communicatiespel is, dus de fout heeft een
communicatieve verklaring
- mogelijkheid 2: de fout is niet gerelateerd aan communicatie

Principes begrip van objecten
- continuïteit → deze snappen infants
objecten bewegen op een aaneengesloten pad en kunnen niet ‘springen’ van plek naar plek
- soliditeit → deze snappen infants
objecten zijn solide, ze kunnen niet door andere objecten heen
- contact → deze snappen infants
wanneer objecten contact maken beïnvloeden ze elkaar, er bestaat geen ‘actie op afstand’
- zwaartekracht
niet ondersteunde objecten vallen richting de grond
- inertie
objecten veranderen niet zomaar van richting zonder op andere krachten te stuiten

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PsychologieRadboud. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  4x  verkocht
  • (0)
  Kopen