Krachtwerk.
Methodisch werken aan participatie en zelfregie.
Oefenvragen.
Hoofdstuk 1 t/m 11.
Judith Wolf
ISBN: 978 90 469 051 97
Tweede, herziene druk 2016, derde oplage 2019
Aantal meerkeuzevragen: 35
Aantal open vragen: 40
Inclusief antwoorden.
1
Gemaakt door: N.C.R. Reijnders-Mies, 07-06-2021
,MEERKEUZEVRAGEN:
1. Wat is de juiste omschrijving van participatie?
a. Het samen met anderen activiteiten uitvoeren met het oog op het bereiken van doelen, en
het staat voor het meedoen aan het maatschappelijke verkeer, in al zijn facetten.
b. Het invloed willen hebben en krijgen op de kwaliteit van je leven en de kwaliteit van zorg en
ook het jezelf zoveel mogelijk willen weren in het licht van emotionele, fysieke, sociale en
materiële uitdagingen in het leven.
c. Het reguleren van het zelf via psychische processen die regie over het eigen leven en zelfzorg
mogelijk maken.
d. Het kunnen vervullen van aangeboren basisbehoeften en jezelf ervaren als competent,
autonoom zijn, en je verbonden voelen met anderen.
2. Er zijn zes krachtprincipes van Krachtwerk. Welke van onderstaande is er hier geen van?
a. De cliënt heeft regie over de begeleiding.
b. De samenleving als hulpbron.
c. Focus op krachten zowel als tekortkomingen.
d. De werkrelatie staat centraal en is essentieel.
3. Een krachtgericht begeleidingstraject bestaat uit drie samenhangende delen. Welke zijn
dit?
a. Focusbepaling, uitvoering, ontmoeten.
b. Uitvoering, evaluatie, afronden.
c. Focusbepaling, ontmoeten, afronden.
d. Focusbepaling, uitvoering, evaluatie.
4. Krachtwerk is gebaseerd op drie pijlers die essentieel zijn voor de participatie en zelfregie
van mensen. Welke pijlers zijn dit?
a. Hoop, zelfdeterminatie, burgerschap.
b. Hoop, zelfregulering, burgerschap.
c. Hoop, zelfdeterminatie, samenleving.
d. Hoop, zelfregulering, samenleving.
5. Welke behoefte hoort niet bij de drie aangeboren psychische behoeften die nodig zijn bij
zelfdeterminatie?
a. De behoefte aan wederkerige en betekenisvolle verbindingen met anderen.
b. De behoefte aan sociale cohesie.
c. De behoefte aan autonomie.
d. De behoefte aan competenties.
2
Gemaakt door: N.C.R. Reijnders-Mies, 07-06-2021
, 6. Wat is de juiste omschrijving van normatief burgerschap?
a. Meedoen aan (de ontwikkeling van) de gemeenschap en het respecteren en onderhouden
van gedeelde waarden en normen.
b. Alle burgers, of ze nu cliënt zijn of niet, zijn juridisch gelijk en hebben dezelfde rechten en
plichten.
7. In het herstelproces staat het ‘zelf’ centraal. Het zelf is te begrijpen aan de hand van drie
fenomenen. Welke hoort daar niet bij?
a. Actorschap.
b. Verbondenheid.
c. Body of knowledge.
d. Reflectief bewustzijn.
8. Krachtwerk onderscheidt naast persoonlijk herstel ook sociaal herstel, functioneel herstel
en …
a. Welzijnsherstel.
b. Samenlevingsherstel.
c. Maatschappelijk herstel.
d. Psychisch herstel.
9. Wat is de juiste omschrijving van sociale inclusie?
a. Dit geeft aan dat mensen in zekere mate autonoom en ‘bij machte’ moeten zijn om te
kunnen participeren in de snel veranderende samenleving.
b. Dit verwijst naar het cement dat huishoudens, groepen, wijken en gemeenschappen
bijeenhoudt. Dit is van fundamenteel belang voor de sociale ontwikkeling in die structuren
en voor de zelfrealisatie van mensen.
c. De mate waarin mensen toegang hebben tot bronnen om hen te beschermen tegen
materiële deprivatie en hen te ondersteunen in het krijgen en behouden van een
aanvaardbare levensstandaard.
d. Dit is de mate waarin mensen toegang hebben tot economische, sociale en culturele
instituties, zoals de arbeidsmarkt, het rechtssysteem, de gezondheidszorg of cultureel
centrum.
10. Krachtwerk is gefundeerd in ‘wat-werkt-beginselen’ die verwijzen naar werkzame
bestanddelen in de begeleiding van cliënten. Welke van de onderstaande hoort hier niet
bij?
a. Contextbeginsel.
b. Inzichtbeginsel.
c. Responsiviteitsbeginsel.
d. Professionaliteitsbeginsel.
3
Gemaakt door: N.C.R. Reijnders-Mies, 07-06-2021