Internationaal Privaatrecht
Hoorcollege week 1
31-8-2020
Wat is het internationaal privaatrecht?
Internationaal privaatrechtelijke vragen: bv. wordt een Italiaans huwelijk in Nederland erkend? En hoe zit het met
een huwelijk dat is gesloten in Las Vegas, door een nep Elvis in een wedding chapel?
Internationaal privaatrecht = IPR.
IPR is in beginsel nationaal recht, dat geschreven is voor internationale situaties. Lost problemen tussen
verschillende rechtsstelsels op.
Tegenwoordig is er een tendens tot internationalisering. Haagse Conferentie en EU.
Materieel IPR (= conflictenrecht, of collisierecht)
- Internationaal burgerlijk recht
- Internationaal handelsrecht
Formeel IPR
- Internationaal burgerlijk procesrecht (welke rechter is bevoegd kennis te nemen van het geschil?)
3 hoofdvragen van het IPR (3 afzonderlijke vragen!)
1. Welk recht is van toepassing op een internationale rechtsverhouding? (toepasselijke recht)
2. Welke rechter is bevoegd om kennis te nemen van het geschil over een internationale
rechtsverhouding? (rechtsmacht, bevoegdheid rechter. Eigenlijk meestal de vraag: is de Nederlandse
rechter bevoegd?)
3. Kan een buitenlandse rechterlijke beslissing in Nederland worden erkend? (erkenning en
tenuitvoerlegging)
Het feit dat het Nederlandse recht van toepassing is betekent niet meteen dat de Nederlandse rechter ook
bevoegd is. En dat de Nederlandse rechter bevoegd is betekent niet meteen dat Nederlands recht moet worden
toegepast.
Het IPR is slechts bij internationale situaties van toepassing. Bv. bij: woonplaats van partijen, nationaliteit van
partijen, rechtsfeit in het buitenland, goed in het buitenland, beslissing van de buitenlandse rechter. Elke casus
die wordt voorgelegd is een internationale casus. Dus zoek steeds de internationaliteit.
Hoe bepaal je de internationaliteit? kijk naar geografie.
Werkwijze van het IPR: stappenplan.
1. Is er sprake van een internationale casus?
2. Kwalificatie grondslag vordering: bv. OD, huwelijk. Etc.
3. Welk instrument is van toepassing? In welke bron vind je de conflictregel? Let op het toepassingsgebied!
Ze zijn niet altijd van toepassing.
4. Toepassen instrument, ga op zoek naar de conflictregel of de zelfstandige regel
IPR = regelneutraal. Het conflictenrecht geeft niet de oplossing, het IPR wijst slechts via een conflictregel het
toepasselijke recht aan dat de oplossing geeft. Het zegt alleen in welk rechtsstelsel je de oplossing moet vinden.
Dus vraag wordt beëindigd wanneer je beantwoord hebt welk recht van toepassing is. Dus als je tot de conclusie
komt dat het NLs recht van toepassing is, hoef je niet het recht te gaan toepassen!!!
De regels inzake de rechtsmacht kunnen de oplossing geven.
Algemene leerstukken van het IPR.
1. Kwalificatie
2. Aanpassing
3. ‘renvoi’ (niet renvooi!)
4. Leer van de voorvraag
5. Leer van de verkregen rechten
6. Openbare orde
Op tentamen geen uitleg van wat is het leerstuk. Maar wel: welk leerstuk heb je moeten toepassen om tot het
antwoord te komen.
Kwalificatie: het brengen van een rechtsvraag onder een conflictregel. Kwalificatie van de rechtsregel: waar gaat
het om in casu?
Lex fori: kijk naar het recht van het land waar het geschil rijst.
,Kwalificatie van de rechtsverhouding: waar gaat het om in casu?
HR Ooievaar. Een vliegtuigcrash boven Thailand. En Franse man vloog vanuit Amsterdam naar Thailand in
een KLM vliegtuig. Crash is gevolg van een fout van de gezagvoerder van het vliegtuig. Weduwe van Fransman
stelt een vordering uit OD in tegen de KLM. Vordert schadevergoeding bij de NLse rechter.
Nederlandse rechter bevoegd: KLM te Amstelveen gevestigd (thans artikel 4 EEX-Vo II)
Welk recht is van toepassing? Thais recht, omdat daar de crash plaats heeft gevonden, of Nederlands recht,
omdat de gedaagde daar is gevestigd, of is Frans recht van toepassing, omdat het slachtoffer daar woonachtig
was.
In deze casus zijn 3 kwalificaties mogelijk:
1. Crash onrechtmatige daad, lex loci damni (art 4 lid 1 Rome III) recht van Siam geen
aansprakelijkheid van KLM voor fouten van gezagvoerder
2. Crash schending van vervoerovereenkomst (wanprestatie) wet vestiging vervoerder (art 5 lid 2
Rome I) NL’s recht (KLM te Amstelveen gevestigd) geen aansprakelijkheid
3. Crash overlijden echtgenoot echtgenoot = bron van inkomsten (=
onderhoudsverplichting/alimentatie) wet woonplaats onderhoudsgerechtigde (art 3 lid 1 HAP)
Frans recht
Welke kwalificatie is de juiste kwalificatie? er is geen juiste kwalificatie!
De derde kwalificatie is hier eigenlijk gek. Werd dan ook telkens afgewezen. Vordering uit vervoerovereenkomst
is niet gek, maar HR komt tot het oordeel dat het geschil tussen partijen wortelt in de OD. Dus HR sluit aan bij
de kwalificatie van de OD. In de praktijk hangt het af van de stellingen en motiveringen van de eisende partij.
Waar vinden we het IPR? Verdragen, verordeningen, wetten, rechtspraak, doctrine. Let op de volgorde!! Maar
verdrag en verordening zijn gelijk. Dus vaak is er een voorrangsregel. Unificatie van het IPR in het HCCH, EU,
Benelux.
Verdragen: 2 verschillende soorten verdragen
IPR vs. EPR. EPR = eenvormig privaatrecht. Dit heeft altijd voorrang boven het IPR. (Weens Koopverdrag,
CMR)
IPR verdragen: EVEX II (Verdrag van Lugano), EVO, Haags Kinderbeschermingsverdrag, Haags
Alimentatieprotocol (maar is eigenlijk ook een verdrag)
Als je geen toepasselijk verdrag hebt, heb je misschien een toepasselijke Verordening. Bv. 81 VWEU. Maar
Ierland kan per verordening aangeven of ze meedoen of niet. Dus er staat altijd bij of Ierland wel of niet meedoet
aan de verordening. En Denemarken heeft ook een bijzondere positie. Doet niet mee, maar is wel gebonden
aan een aantal verordeningen door een ovk met EU waarbij zij zich verbonden verklaart aan sommige
verordeningen
De wet is het commune IPR. (Commuun IPR is al het IPR dat niet in de verdragen of verordeningen is
geregeld.)
Boek 10 BW. BW: bv. 1:25/26, 1:28, 3:31, 6:247, 7:48g, 7:500, 8:371.
Rv 1-14, 431, 765-767, 985-994, 1074-1076
Er kan een situatie voorkomen waar je geen regeling vindt in een Verdrag of een Wet, dan moet je kijken naar
het ongeschreven recht. Bv. in de rechtspraak: prejudiciële beslissingen van het HvJEU, of uitspraken van HR,
hof of RB. Of in een doctrine: rechtsgeleerde schrijvers. Bv. noten in de NJ.
Ambtshalve toepassing van het IPR. Als rechter vaststelt dat er sprake is van een internationaal geval moet hij
altijd het IPR toepassen.
10:2 BW: ten aanzien van het toepasselijke recht. Ook door de appelrechter. Als normale rechter het nog niet
heeft gezien is ook de appelrechter gebonden aan 10:2 BW. Kan tot verrassingsbeslissingen leiden. Maar dat
moet voorkomen worden. I
Rechtspraak HR: ten aanzien van de rechtsmacht.
Regel is: IPR moet ambtshalve worden toegepast.
En 25 Rv: Rechter moet ambtshalve de rechtsgronden aanvullen: de conflictregel moet hij aanvullen. En rechter
moet ook de rechtsgronden aanvullen wat het toepasselijke recht betreft.
10:3 BW: Nederlandse rechter past Nederlands procesrecht toe. NL procesrecht bepaalt hoe je een partij moet
oproepen, in welke taal de procedure wordt gevoerd etc.
Buitenlands recht is niet een feit dat moet worden bewezen.
Geen bewijs m.b.t. de inhoud van het buitenlandse recht. Buitenlandse recht heeft dezelfde positie als het
Nederlandse recht.
Buitenlands recht is geen recht in de zin van artikel 79 RO.
, Geen cassatie mogelijk bij onjuiste toepassing van het buitenlandse recht.
Wel cassatie mogelijk in geval van onvoldoende motivering of bij onjuiste toepassing van de conflictregel.
Nationaliteit: aanknopingsfactor om het beslissende recht te bepalen.
Verkrijging van de Nederlandse nationaliteit: Rijkswet op het Nederlanderschap. Via 1. Ius soli (naturalisatie of
door optie 3 lid 3 Rijkswet) 2. Ius sanginis (3 lid 1 Rijkswet. doordat je ouders de Nederlandse nationaliteit
hebben).
‘Retouches’ (correcties) op de aanknopingsfactor nationaliteit.
Bipatridie (= meerdere nationaliteiten) 10:19 lid 2 BW
Apatridie (geen nationaliteit) 10:16 lid 2 BW/ art 12 Ny-Staatlozenverdrag. Met welke nationaliteit heeft hij de
meeste banden
Vluchteling. 10:16 lid 2 BW/art 12 Ny-Staatlozenverdrag.
Geen band met nationaliteit. 10:8 BW. Bv. Ouders zijn Nederland maar hij heeft nog nooit in Nederland
gewoond.
Of nationaliteit is niet vast te stellen.
Of de inhoud van het buitenlandse recht is niet te achterhalen (10:23 BW)
Of men wil het buitenlandse recht niet toepassen. In beginsel: Als buitenlands recht van toepassing is dan moet
je dat gewoon toepassen.
‘renvoi’ (= verderverwijzing). Uitgangspunt: 10:5 BW. Zo ja, dan: terugverwijzing. Of verderverwijzing.
Naast nationaliteit is woonplaats ook een aanknopingsfactor.
Woonplaats bij het bepalen van het toepasselijke recht.
- Maatschappelijke woonplaats
- Gewone verblijfplaats in verdragen en verordeningen. Centrum van je leven (maar dat is altijd een
weerlegbaar vermoeden)
Woonplaats bij het bepalen van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter.
- 1:10 BW woonstede. Plaats waar je telkens terugkeert om te gaan slapen. In rechtspraak wordt uitgegaan
van het vermoeden van de inschrijving van de wettelijke registratie. Maar dat is ook een vermoeden. Je kan
ingeschreven staan in Rotterdam maar regelmatig slapen in Amsterdam.
- Werkelijke verblijfplaats
Domicile of origin en domicile of choice
Hoorcollege week 2
7-9-2020
Deel 1: Naam en huwelijk
Naamrecht in NL: 2 verschillende regelingen.
- Overeenkomst van München 1980 (richt zich tot de verdragsstaten: hoe zij het IPR-namenrecht in de
wetgeving moeten regelen. Heeft NL gedaan in de Regeling Rechtenconflict namen! Dus de Overeenkomst
van München kan je eigenlijk vergeten)
- En boek 10:18 t/m 10:26 BW
- 10:20 BW: naam van een Nederlander wordt door Nederlands recht beheerst, ongeacht of de betrokkene
een andere nationaliteit heeft.
- 10:19 BW: nationaal recht, inclusief het vreemde IPR (renvoi). Dubbele nationaliteit de effectieve
nationaliteit (lid 2)
Huwelijk
- Haags Huwelijksverdrag
- En 10:27-10:34 BW.
- Het nationale recht dat gunstiger is dan het verdrag mag je toepassen. Dus eigenlijk wordt het verdrag
buitenwerking gesteld. In de praktijk (en in het tentamen) moet het Haags Huwelijksverdrag niet worden
toegepast. Verdrag is nog steeds van belang voor de erkenning van de in Nederland gesloten huwelijken in
andere Verdragsstaten.
2 problemen bij het IPR-huwelijksrecht:
Huwelijksbevoegdheid?
Kan een Nederlander met een buitenlander in Nederland trouwen/
Kunnen twee buitenlanders in Nederland trouwen?
Twee Nederlanders trouwen in Nederland: dan is er geen IPR-geval. De nationaliteit van de casus ontbreekt
hier.