- paragraaf 4.1 t/m 4.2.4 - paragraaf 4.3 t/m 4.3.4 met uitzondering van de volgende kopjes: &opencurlyquote;europ
SAMENVATTING RECHT IN BEDRIJF
2.9 INLEIDING GOEDERENRECHT
2.9.1 enige belangrijke goederenrechtelijke begrippen
- Vermogen: het geheel van de op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen
(passiva) die aan een rechtssubject toekomen.
- Goederen: de op geld waardeerbare rechten, art. 3:1 BW: ‘alle zaken en vermogensrechten’.
- Schulden: de passieve vermogensbestanddelen.
- Zaken: art. 3:2 BW: ‘de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten’.
- Onroerende zaken: art. 3:3 lid 1 BW: de grond, nog niet gewonnen delfstoffen, de met de
grond verenigde beplanting, gebouwen en werken die duurzaam met de grond verenigd zijn.
- Roerende zaken: art. 3:3 lid 2 BW: alle zaken die niet onroerend zijn.
Vermogensrechten:
vermogensrechten zijn geen zaken. Het recht mag wel op een zaak rusten. Er is sprake van een
vermogensrecht als er aan een of meer van de in art. 3:6 BW genoemde vereisten voldaan is:
- het recht moet overdraagbaar zijn.
- het recht strekt ertoe de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen.
- het recht is verkregen in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk deel.
,Relatieve en absolute vermogensrechten:
relatieve rechten behoren tot het verbintenissenrecht dat wordt gekenmerkt door een open stelsel en
veel aanvullend recht. Zij ontstaan onder andere uit verbintenis schepende overeenkomsten en geven
recht op een bepaalde prestatie van een schuldenaar. De belangrijkste groep vormt de
vorderingsrechten. Relatieve rechten werken slechts tegen 1 of meer bepaalde personen.
Absolute rechten maken deel uit van het goederenrecht. Zij doen een relatie ontstaan tussen een
rechtspersoon en een goed. Het goederenrecht wordt gekenmerkt door een gesloten stelsel. Het
goederenrecht bevat dwingend recht. En zij hebben een absolute werking, jegens eenieder.
Absolute rechten kunnen worden onderscheiden in goederenrechtelijke rechten en rechten op
voortbrengselen van de geest, die rusten op creatieve scheppingen van het menselijk denkvermogen.
Denk aan octrooirecht en auteursrecht.
Goederenrechtelijke rechten kunnen worden onderverdeeld in:
- rechten die alleen op zaken kunnen rusten, geregeld in boek 5.
* eigendomsrecht
* erfpachtrecht
* opstalrecht
* erfdienstbaarheidsrecht
* appartementsrecht
- rechten die op alle goederen kunnen rusten, geregeld in boek 3.
* pandrecht
* hypotheekrecht
* het recht van vruchtgebruik
Soorten goederenrechtelijke rechten:
- moederrechten: een recht waar een beperkt recht wordt afgeleid. Als moederrecht fungeert meestal
het eigendomsrecht. Art. 3:8 BW
- beperkte rechten, art. 3:8
- genotsrechten: de beperkt gerechtigde verschaft bepaalde bevoegdheden met betrekking tot het
gebruiksgenot van het goed waarop het beperkte (erfpachtrecht, opstalrecht, erfdienstbaarheid, recht
van vruchtgebruik).
- zekerheidsrechten: zekerheidsrechten strekken ertoe dat de schuldeiser meer zekerheid heeft voor
de terugbetaling van een verstrekt krediet. (Pand- en hypotheekrecht).
Registergoederen
registergoederen zijn goederen voor overdracht of vestiging waarvan inschrijving in daartoe bestemde
openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10), hieronder vallen:
a. onroerende zaken (art. 3:89)
b. beperkte rechten op een registergoed (art. 3:98)
c. te boek gestelde schepen en luchtvaartuigen (art. 8;199, art. 8:790, art. 8:1306)
, 2.9.2 kenmerken absolute goederenrechtelijke rechten en relatieve rechten
Absolute rechten Relatieve rechten
Limitatief opgesomd (boek 3 en 5) Niet-limitatief opgesomd (boek 6,7 en 8)
Werking jegens eenieder (absoluut) Werking jegens een bepaalde persoon (relatief)
Droit de suite (zaaksgevolg) Geen droit de suite
Prioriteit In beginsel van gelijke rang
Geen nadeel van later faillissement In geval van faillissement vordering indienen bij
curator
Droit de suite:
een goederenrechtelijk recht volgt het goed, dat wil zeggen: het blijft rusten op het goed, in wiens
handen het zich ook bevindt. Bij relatieve rechten is hiervan geen sprake.
Prioriteit:
indien op hetzelfde goed twee of meer goederenrechtelijke rechten gevestigd zijn, gaat het oudere
recht voor het jongere. Relatieve rechten zijn in beginsel van gelijke rang.
2.9.3 eigendomsrecht
Bevoegdheid van de eigenaar:
eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1). Een
eigenaar mag de zaak gebruiken. De vruchten ervan genieten en de zaak aan een ander in eigendom
overdragen, met een beperkt recht bezwaren of aan een ander een relatief recht van gebruik of genot
geven. Het is een exclusief recht dat alleen aan de eigenaar toekomt en dat jegens eenieder kan
worden uitgeoefend. Als gevolg daarvan is de eigenaar bevoegd zijn zaak van iedereen die haar zonder
recht houdt, op te eisen (art. 5:2), dit heet revindicatie.
Een eigenaar mag zijn zaak niet gebruiken op een wijze die strijdt met rechten van een ander en moet
hij beperkingen gegrond op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht in acht nemen
(art. 5:1 lid 2).
2.9.4 verkrijging van goederen
er zijn verschillende manieren waarop goederen verkregen kunnen worden. Deze verkrijging kan
plaatsvinden onder algemene of onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 1).
Verkrijging onder algemene titel:
hij die verkrijgt onder algemene titel, verkrijgt het gehele vermogen of een evenredig deel van het
vermogen en daarmee niet alleen de rechten, maar ook de plichten.
Goederen worden onder algemene titel verkregen door onder meer (art. 3:80 lid 2):
- Erfopvolging: een nakomeling van iemand die is overleden, kan goederen verkrijgen door
erfopvolging.
- Boedelmenging: vanaf het moment van de huwelijksvoltrekking ontstaat er tussen
echtgenoten die bij de notaris geen huwelijkse voorwaarden hebben laten opmaken van
rechtswege gemeenschap van goederen (art. 1:93 en 1:94 BW).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudentje1212. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.