Kinderen met Speciale Onderwijsbehoeften – Week 6
Samenvatting: Mitchell (2015)
Wat écht werkt: 27 evidence based strategieën voor het onderwijs
Strategie 16 – Ondersteunende technologie
“Vergroot de vaardigheden van de leerlingen”
De Strategie
Een apparaat uit de ondersteunende technologie, ofwel een hulpmiddel voor
gehandicapten, wordt in de wetgeving van de VS omschreven als “ieder voorwerp,
uitrustingsstuk of productsysteem, of het een standaardproduct of maatwerk is, dat gebruikt
wordt om de functionele vaardigheden van kinderen met beperkingen te vergroten, te
onderhouden of te verbeteren.” In Europa verwijst ondersteunende technologie gewoonlijk
naar “hulpmiddelen of voorzieningen die bedoeld zijn om functionele beperkingen te
compenseren, zelfstandig wonen te bevorderen of oudere of gehandicapte personen met
bewegingsbeperkingen hun volle potentieel te laten benutten.”
Ondersteunende technologie biedt veel voordelen, maar er zijn toch ook veel beperkingen
aan het gebruik van hulpmiddelen. Dat zijn bijvoorbeeld beperkte beschikbaarheid, gebrek
aan informatie, kennis onder professionals over ondersteunende technologie, gebrek aan
technische ondersteuning en onderhoud van hulpmiddelen.
Deze strategie hangt samen met het onderdeel biologische structuren en functies van het
leer- en onderwijsmodel, aangezien er geprobeerd wordt te compenseren voor sensorische,
lichamelijk of intellectuele belemmeringen voor het leren en communiceren.
Het Achterliggende Idee
Hightech apparaten ter ondersteuning worden gebruikt sinds de jaren ’80. Meer dan 20 jaar
geleden werden de voordelen van ondersteunende technologie voor leerlingen met
beperkingen al geuit toen het Amerikaanse Congres verklaarde dat personen erdoor in staat
waren om:
een grotere controle te hebben over hun eigen leven;
meer deel te nemen en bij te dragen aan activiteiten thuis, op school, op het werk en in
de maatschappij;
meer te kunnen interacteren met niet-gehandicapte personen.
Omdat onze samenleving steeds afhankelijker wordt van technologieën, is het ook in de
ondersteuning van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften belangrijk er gebruik van te
maken.
De Praktijk
Er bestaan honderden ondersteunende technologietoepassingen. Ze lopen uit een van
lowtech (apparaten zonder elektronica of batterijen, gewoon goedkoop en goed te verkrijgen)
tot hightech (gebaseerd op elektronica en gewoonlijk duur). Bij deze strategie komen vooral
hightech apparaten aan bod.
Wie heeft er ondersteunende technologie nodig?
Er zijn verschillende groepen leerlingen met speciale onderwijsbehoeften die er baat bij
zouden kunnen hebben:
Voor computergebruik betreft dat leerlingen met een handicap, die nog wel enige
handfunctie hebben of een mondstokje of hoofdspriet kunnen gebruiken, maar een of
meer van de volgende problemen hebben: slecht de gewenste toets kunnen vinden, vaak
, per ongeluk een toets indrukken naast de gewenste toets, niet met de muis kunnen
slepen en snel vermoeid raken. Zij kunnen geholpen worden met aanpassingen als:
o een vergroot toetsenbord;
o een joystick in plaats van een muis die direct met mond, vingers, voeten,
ellebogen of andere lichaamsdelen wordt bediend;
o plaktoetsen, waardoor letters of opdrachten getypt kunnen worden zonder extra
toetsen in te hoven drukken, zoals Shift of Control;
o een touchscreen, waarop de gebruiker direct icoontjes kan aanraken en
verslepen;
o een sleutelkaart, een metalen of plastic kaart met daarin gaten die over het
toetsenbord wordt gelegd om het aantal aanslagen van verkeerde toetsen te
beperken;
o alternatieve inputapparaten, zoals een trackersysteem van oogbewegingen en
een spraakherkenningssysteem.
Leerlingen met een beperkte beheersing van hun ledematen of hoofd, die niet in staat
zijn een standaardtoetsenbord en muis te gebruiken. Ze kunnen baat hebben bij een
spraakherkenningssysteem.
Leerlingen die slechtziend zijn kunnen baat hebben bij een groot scherm of bij beelden
en plaatjes uit boeken, bij kaarten en dergelijke die gescand naar het scherm worden
gestuurd waar ze vergroot kunnen worden. Blinde leerlingen kunnen schermlezers
gebruiken die de tekst voorlezen.
Leerlingen met gehoorproblemen kunnen baat hebben bij gehoorapparaten en apparaten
die het geluid versterken.
Leerlingen met bepaalde leerproblemen of die ruimtelijke of perceptuele problemen
hebben, kunnen profiteren van een vereenvoudigd toetsenbord.
Leerlingen die problemen hebben met het verwerken en onthouden van gesproken taal.
Zij kunnen met luisteren geholpen worden door een persoonlijk luistersysteem dat de
stem van de spreker direct in het oor van de luisteraar laat klinken of opnameapparatuur
waardoor de leerling kan luisteren naar eerder opgenomen tekst of gesproken informatie
uit de les.
Leerlingen met leesproblemen. Zij kunnen geholpen zijn met luisterboeken, OCR-
apparatuur, waarmee ze gedrukt materiaal kunnen scannen zodat de tekst hardop
voorgelezen wordt vanaf een computer of handapparaat en
spraaksynthesizers/schermlezers, die tekst op een scherm laten zien en voorlezen.
Leerlingen die problemen hebben met schrijven of tekenen. Ondersteunende technologie
kan leerlingen helpen de fysieke taak van het schrijven te omzeilen, terwijl andere helpen
met spelling, interpunctie, grammatica, woordgebruik en zinsbouw. Dat zijn onder meer
programma’s ter uitbreiding van het aantal afkortingen, grafische organizers en
schetsprogamma’s, spraakherkenningsprogramma’s en spraaksynthesizers.
Leerlingen die problemen hebben met hun mobiliteit, zoals zelfstandig reizen. Zij kunnen
baat hebben bij verschillende soorten rolstoelen en navigatiesystemen.
Toegang tot de computer
Afhankelijk van de behoeften van de leerling kan een computer op allerlei wijzen worden
aangepast zodat hij voor iedereen toegankelijk is. Naast de bovengenoemde aanpassingen,
volgen hier nog een paar andere:
plaats computers op in hoogte verstelbare tafels of karretjes;
zorg voor een voetensteun;
zorg voor een polssteun;