College 1 - Wat is recht?
Wat is recht? Alles
- Boodschappen doen is recht
- Verkeer is recht
- Mondkapjesplicht is recht
Recht heeft 2 functies
- Het ordenen van menselijk gedrag
- Con ictoplossing
Regels en hun verschijningsvormen
Algemene regels
Descriptieve regels: algemene regels die beschrijven hoe de werkelijkheid is (zwaartekracht).
Deze zijn empirisch toetsbaar.
Prescriptieve (normatieve) regels: met deze regels houdt het recht zich bezig, de regels hoe de
werkelijkheid zou moeten zijn. Deze zijn niet empirisch toetsbaar. Je kan niet empirisch toetsen of
een regel geldt. Je kan bij een druk kruispunt toetsen of iedere etser zijn hand uitsteekt. Als het
in 20% van de gevallen gebeurt betekent dat niet dat de regel niet geldt.
Normatieve regels schrijven voor hoe we ons behoren te gedragen.
- Moraal/ethiek, dit verschilt van persoon tot persoon
- Fatsoen, het vertonen van uiterlijk gepast gedrag, dit verschilt van groep tot groep, per sociale
context
- Religie, religie staat vol van allerlei gedragsnormen. Sommige religieuze regels zijn opgenomen
in de rechtsregels die we kennen
- Recht
Moraal/ethiek en fatsoen verschillen van elkaar, moraal/ethiek ligt wat dieper dan het fatsoen.
Waarin verschilt het recht van andere normatieve kennisgebieden
- Gelding: je kunt je niet onttrekken van de gelding van het rechtssysteem
- Sanctie: regels van het recht kunnen door de overheid worden afgedwongen
Wanneer is iets recht?
Iets is recht als het voortvloeit uit één van de vier rechtsbronnen
1. Wetten: bevatten algemene regels die zijn opgeschreven. Langs democratische weg tot stand
gekomen, goedgekeurd door het Nederlands parlement.
2. Verdragen: contracten/afspraken tussen verschillende landen. Verdragen moeten ook worden
goedgekeurd door het Nederlands parlement.
3. Jurisprudentie: rechtspraak in het geheel; rechtspraak waarin een nieuwe regel is ontwikkeld.
Jurisprudentie wordt gemaakt door rechters. Dit is legitiem omdat er het gelijkheidsbeginsel
bestaat, iedere burger is voor het recht gelijk, een vergelijkbare uitspraak is dus voor de
volgende burger ook van toepassing en alle rechters richten zich tot de hoogste rechter (hoge
raad) omdat wanneer de uitspraak van de rechtbank anders is dan de hoge raad al jaren
voorschrijft, de burger uiteraard altijd in hoger beroep zal gaan. Dit gebruik is ontstaan, van
oorsprong was het helemaal niet de bedoeling.
4. Gewoonte/rechtsbeginselen: gewoonte zelf is niet voldoende voor het gelden van de
rechtsregel. De gewoonte moet worden ervaren als groep als onderdeel van het recht.
Voorbeeld is de vertrouwensregel; een minister moet aftreden als de Kamer het vertrouwen is
verloren, maar dit staat niet in de wet.
Deze 4 rechtsbronnen bij elkaar opgeteld is al het geldend recht in Nederland = positief recht
Positief recht (Ius positum): Het geheel aan rechtsregels die op dit moment in Nederland gelden,
door de mens gesteld.
Positief recht is het mens dat door mensen is bedacht.
1
fl fi
,Natuurrecht: (veronderstelde) fundamentele rechtsnormen die overal van nature gelden,
onafhankelijk van de vraag of de mens deze normen erkent.
Thomas van Aquino: er zitten bepaalde rechtsnormen ingebakken in de natuur.
Hugo de Groot (natuurrecht denker): je kan tot de rechtsregels komen door rationeel na te
denken. Dit is natuurlijk erg afhankelijk van je eigen morele opvattingen/godsdienst/moreel.
Natuurrecht is dus helemaal niet zo vanzelfsprekend.
In het moderne rechtssysteem is er een duidelijk onderscheid tussen recht en moraal.
Wat is hier het voordeel van?
- Het biedt duidelijkheid (rechtzekerheid)
- Rechter A kan niet een ander oordeel geven dan rechter B gebaseerd op de morele
overtuigingen van de rechter (rechtsgelijkheid)
Let op: het rechtssysteem is niet per se rechtvaardig (Nazi-Duitsland: joodse huurders werden uit
huis gezet, dat was op dat moment geldend recht, achteraf is door geallieerden geoordeeld dat
deze mensen alsnog de wet hebben overtreden, omdat het zo in strijd is met de fundamentele
rechten die de mens heeft (natuurrecht).)
Wij houden ons alleen maar bezig met het positief recht.
Objectief vs Subjectief recht
Objectief recht: het geheel van geldende rechtsregels (=positief recht), kenmerk van regels is dat
ze algemeen zijn en voor iedereen gelden (engels: law)
Subjectief recht: de bevoegdheid die iemand aan een concreet geval aan een regel van objectief
recht ontleent (engels: right)
Indelingen van het (objectieve) recht
Objectief recht kan worden onderverdeeld in publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht: regels over exclusieve overheidstaken, bevoegdheden die door normale burgers niet
kunnen worden uitgevoerd (VB: het verlenen van vergunningen). Horizontale werking: de overheid
staat boven de burger
Privaatrecht / burgerlijk recht / civiel recht: bevoegdheden die iedere burger heeft. Regels over
betrekkingen tussen personen/rechtspersonen onderling
Verticale werking: alle burgers staan naast elkaar
Publiekrecht kan worden onderverdeeld in de volgende rechtsgebieden
- Staatsrecht: regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat, de bevoegdheden
van staatsorganen en op de grondrechten
- Strafrecht: regels over welke feiten strafbaar zijn, wie dader is en met welke sancties het plegen
van die feiten wordt bestraft
- Bestuursrecht: regels over de bestuursactiviteiten van de overheid. Het begrip ‘beschikking’
speelt hierbij een belangrijke rol. Beschikking is een besluit van de overheid die individueel
geldt.
- Volkenrecht
Privaatrecht / burgerlijk recht / civiel recht = regels over betrekkingen tussen personen/
rechtspersonen onderling
2
,Materieel vs formeel recht
Materieel recht: regels die betrekking hebben op de inhoud van rechten en plichten
Formeel recht: (procesrecht)regels die betrekking hebben op de handhaving van het materieel
recht in procedures voor een recht
Enkele voorbeelden
Art. 42 Grondwet
1. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
2. De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk
Artikel 215 Wetboek van Strafvordering
De getuige verklaart de geheele waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen. De
deskundige verklaart naar waarheid en zijn geweten te verklaren.
(Dit is een regel van formeel strafrecht)
3
, Artikel 3 Opiumwet
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen
krachtens artikel 3a, vijfde lid:
A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;
B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren,
te verstrekken of te vervoeren;
C. aanwezig te hebben;
D. te vervaardigen
(Niet in het wetboek van strafrecht, materieel strafrecht)
Artikel 8 Wegenverkeerswet
Het is een ieder verboden een voertuig te besturen, als bestuurder te doen besturen of als
begeleider op te treden, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet
of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik
van een andere stof - de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen of tot
behoorlijk te begeleiden in staat moet worden geacht
(Ook niet in het wetboek van strafrecht, regel van materieel strafrecht)
Artikel 185 Wegenverkeerswet
Indien een motorrijtuig waarmee op de weg wordt gereden, betrokken is bij een verkeersongeval
waardoor schade wordt toegebracht aan, niet door dat motorrijtuig vervoerde, personen of zaken,
is de eigenaar van het motorrijtuig (...) verplicht om die schade te vergoeden, (...).
(Dit is een voorbeeld van privaatrecht, de overheid heeft hier niets mee te maken)
Functioneel rechtsgebied: alle rechtsregels die relevant zijn voor een bepaalde maatschappelijke
activiteit, ongeacht tot welk klassiek rechtsgebied deze behoren
Samenvatting college 1
- Recht is een normatief kennisgebied.
- Het verschilt van andere normatieve kennisgebieden omdat het bindend is.
- Iets is recht als het uit een rechtsbron voortvloeit.
- Rechtsbronnen dienen de rechtszekerheid en -gelijkheid
- Het recht kent verschillende deelgebieden
College 2 - Beginselen der staatsinrichting
Staatsvorm
Wat is een staat?
- Grondgebied: Er moet sprake zijn van een grondgebied
- Bevolking: Er moet op dit grondgebied een bevolking leven
- Overheidsstructuur: Er moet een overheidsstructuur zijn, er is een overheid die gezag uitoefent
over de bevolking
- E ectief gezag: Het gezag dat de overheid uitoefent is e ectief
- Erkenning: De staat moet erkend worden door het internationale gestel.
Staatsvorm
Unitarisme
Unitarisme: Er is sprake van een eenheidsstaat (Frankrijk: Frankrijk is één en ondeelbaar. In
Frankrijk is een sterk centraal gezag.)
De eenheidsstaat kan wel gedecentraliseerd zijn. Waarbij er een centrale overheid is met lagere
overheden (NL: provincie, gemeente, waterschappen)
Federalisme
Er zijn tweesoortige overheden in het federalisme
- Federatie / bondsstaat
4
ff
ff