ARBEIDSRECHT
LESWEEK 1
Arrest:
· HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746 (IOAW)
Verschillende vormen van werk tegen betaling:
Arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW)
Overeenkomst aanneming van werk (art. 7:750 BW): bijvoorbeeld bij een verbouwing
van een huis door een bouwaannemer/bedrijf.
Overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW): bijvoorbeeld een krantenbezorger.
Vereisten arbeidsovereenkomst:
Definitie van een arbeidsovereenkomst in art. 7:610 BW: de arbeidsovereenkomst is de
overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere
partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
‒ Arbeid: is productief en persoonlijk verricht (art. 7:659 BW)
‒ Er is sprake van loon: als tegenprestatie voor verrichte arbeid (geld/giraal, art.
7:616/631 BW)
‒ In dienst van: er is sprake van een gezag (het bevoegd geven van instructies, art.
7:660 BW)
‒ Gedurende zekere tijd: de overeenkomst moet vanzelfsprekend een tijdje duren.
Totstandkoming van een arbeidsovereenkomst (art. 6:217 BW):
Eerst de precontractuele fase ofwel de sollicitatiefase. Daarna komt er door aanbod en
aanvaarding een arbeidsovereenkomst tot stand. Werkgever heeft wel een informatieplicht
(art. 7:655 BW), de werkgever dient schriftelijke informatie over de arbeidsovereenkomst of
arbeidsverhouding te verstrekken binnen één maand na aanvang de werkzaamheden.
Soorten arbeidsovereenkomsten:
contract voor onbepaalde tijd ofwel “vast contract”
contract voor bepaalde tijd (objectief bepaalbaar einde)
vaste arbeidsomvang*
variabele arbeidsomvang
driehoeksverhoudingen
- uitzendovereenkomst: arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer onder gezag en
leiding van de derde (de inlener), op basis van overeenkomt tussen de werkgever
(uitzendbureau) en derde.
- payroll: opdrachtgever (feitelijke werkgever) selecteert arbeidskracht en stuurt hem
vervolgens door naar de payrollonderneming bij wie de werknemer formeel in dienst
treedt.
*arbeidsomvang: aantal uur per week de werknemer in dienst is bij de werkgever.
,Oproepovereenkomsten (art. 7:628a lid 9 BW): een arbeidsovereenkomst waarbij de
arbeidsomvang per tijdseenheid niet eenduidig is vastgelegd.
‒ Werken als de werkgever de werknemer oproept, bijvoorbeeld: nulurencontract, min-
maxcontract.
‒ Oproeptermijn is 4 dagen (lid 2)
‒ Werknemer hoeft niet te komen (lid 2)
‒ Wijziging, intrekking oproep en recht op loon (lid 3)
‒ Afwijking bij cao (lid 11)
‒ Informatieplicht van werkgever (art. 7:655 lid 1 BW)
Maatregelen om oproepovereenkomsten onaantrekkelijk te maken voor werkgevers:
Aanbod vaste arbeidsomvang in de 13e maand.
Aanbod aan de hand van gemiddeld aantal gewerkte uren van afgelopen 12
maanden
Werknemer kan weigeren
Nieuw aanbod na 12 maanden
Sanctie: recht op loon (lid 8)
Als de arbeidsduur gelijk is aan de gemiddelde arbeidsduur van de afgelopen 3 maanden,
wordt dit rechtsvermoeden van de arbeidsduur of de arbeidsomvang genoemd.
De ketenregeling (art. 7:668a BW): na verloop van tijd of na een aantal contracten verandert
het tijdelijke contract in een vast contract.
Eerste situatie: Opeenvolgende contracten (2 of meer) duren samen langer dan 36
maanden. Dan verandert het tijdelijke contract in een vast contract vanaf de dag dat de
periode van 36 maanden is overschreden (lid 1 sub a). Het maakt niet uit in welke functie de
werknemer zijn werkzaamheden verricht. De tussenliggende periode mag maximaal 6
maanden zij, als er meer tussen zit dan begint de telling opnieuw.
Tweede situatie: Er is sprake van meer dan drie contracten. Met ingang van het vierde
contract is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De duur van de
contracten is niet relevant, evenals de functie waarin de werknemer de werkzaamheden
verricht heeft. Er mag ook hierbij maximaal 6 maanden tussen de contracten zitten, anders
begint de telling opnieuw.
De ketenregeling is ¾ dwingend recht, er kan dus van bepaalde regelingen worden
afgeweken.
Opvolgend werkgeverschap: Als er een wijziging van werkgever is, maar de werknemer
hetzelfde werk blijft verrichten. In dit geval is de ketenregeling nog steeds van toepassing.
, LESWEEK 2
Arrest:
· HR 2 maart 2001, JAR 2001, 58 (Hotel New York)
Loon (art. 7:610 BW):
HR Hotel New York: loonbegrip, loon is…
1. Een vergoeding
2. Verschuldigd door de werkgever
3. In ruil voor arbeid
Betaling van loon:
Wijze van betaling: geld (art. 7:620 BW)
Tijdstip van betaling: per maand (art. 7:623 BW)
Wettelijke verhoging: boete voor te late betaling (art. 7:625 BW)
Loonstrook: verantwoording van betaling (art. 7:626 BW)
Bruto/netto, zwart loon
Loonvormen: geld, aandelen, goederen (art. 7:617 BW)
Hoogte van het loon: Er is contractsvrijheid met betrekking tot het onderhandelen over loon,
wel moet de werkgever zich houden aan minimumloon (wet minimumloon en vakantiebijslag
of CAO loon). Ook moet er sprake zijn van gelijke behandeling, mannen en vrouwen moeten
hetzelfde verdienen.
Geen arbeid, wél loon (art. 7:628 BW), tenzij het niet verrichten van de arbeid voor risico van
de werknemer behoort te komen.
Bij ziekte (art. 7:629 BW)
Vakantie (art. 7:634 e.v. BW)
Enkele specifieke arbeid (bijv. WAZO)
Vakantie (art. 7:634 e.v. BW):
Recuperatiefunctie (rust van werk)
Vaststelling en wijziging van vakantie (art. 7:638 lid 2 BW)
Vakantiedagen: gekoppeld aan loon, opbouw vindt plaats naar evenredigheid vanaf het
begin van de arbeidsovereenkomst.
Afkoop tijdens het dienstverband, wettelijke vakantiedagen kunnen niet worden
afgekocht (art. 7:640 BW), aan het einde van de arbeidsovereenkomst moet de
werkgever de nog resterende vakantiedagen uitbetalen (art. 7:641 lid 1 BW).
Minimum wettelijke vakantiedagen (art. 7:634 lid 1 BW)
Verval van vakantiedagen: wettelijk (art. 7:640a) en bovenwettelijk (art. 7:642 BW)
Niet-genoten vakantiedagen bij einde van arbeidsovereenkomst (art. 7:641 lid 1 BW)
Verjaring wettelijke en bovenwettelijke in art. 7:642 BW (loonvordering, art. 3:310
BW)
Opbouw tijdens ziekte: ook bij arbeidsongeschiktheid wordt het loon o.g.v. art. 7:629
lid 1 BW doorbetaald, de opbouw van vakantie is gekoppeld aan loon en loopt dus
ook door.
Opnemen: de werkgever is verplicht de werknemer in de gelegenheid te stellen
jaarlijks zijn vakantie op te nemen waar de werknemer o.g.v. art. 7:634 BW recht op
heeft, dat staat in art. 7:638 lid 1 BW.
