Europese Rechtsgeschiedenis: MODERNE TIJD 1648 – 1914
(VERVOLG)
Hoorcollege 11
Rationaliteit en natuurrecht
Rationaliteit
Een tijdsgeest, alles moet rationeel zijn. Rationaliteit is het levensgevoel dat de tweede helft van de 17e
eeuw, de gehele 18e eeuw en 19e eeuw kenmerkt.
Verlichting doorwerking in het recht (bijv. grondwet)
Verlichting is een politiek-filosofische stroming die vooral van belang is geweest voor de politiek
en staatsinrichtin: Er mag geen machtabsolutisme zijn, maar er moet een redelijk staatsbestel zijn
waarin de burgers zoveel mogelijke natuurlijke vrijheden hebben. de verlichting is een politiek
stroming die zijn sporen heeft nagelaten in het recht. We hebben vandaag de dag een grondwet
en dat is de danken aan de verlichte denkers. In de grondwet hebben we vandaag een duidelijk
systeem van staatsmachten en grondrechten.
Rationaliteit en de rechtstreekse inwerking op het recht
De rationaliteit heeft een rechtstreekse werking op het recht. Dan hebben we te maken met het
natuurrecht
Natuurrecht: recht dat besloten ligt in de menselijke natuur
De mens wordt geleidt door zijn verstand
recht dat voortvloeit uit de menselijke rede
het recht dat je kunt uitdenken als redelijk mens. Het recht dat jij uitdenkt is dan ook een
rechtvaardigd recht.
verwevenheid recht-moraal (rechtvaardigheid)
Juridische stroming, 17e-18e eeuw, Frankrijk/Duitsland
Frankrijk en duitsland waren de meest verlichte landen, en daar had de natuurrecht het meeste impact
, Hugo de groot en het natuurrecht (1)
Hugo de groot is grondlegger van het natuurrecht
- Grotius (1583-1645) grondlegger van het moderne natuurrecht
Grotius is zijn wetenschappelijke naam. Hij wordt gezien als de grondlegger van het natuurrecht
- Inleidinge tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheit (1631)
Zijn aanzet tot het natuurrecht geeft Hugo in zijn boek weer. Dit is een synthese van
gewoonterecht, wettenrecht, Romeins recht, canoniek recht, natuurrecht. Dit is een typisch
humanistisch boek, een boek waarin de groot moeite doet om het eigen recht van de provincie
Holland te perfectioneren.
- De Iure Belli ac Pacis (1625)
De aanzet tot het natuur recht denken wat hij in het boek ‘inleidinge tot de hollandsche
rechtsgeleerdheit’ geeft, werkt hij verder uit in een nieuw boek genaamd ‘de Lure Belli ac pacis’.
Hugo de groot en het natuurrecht (2)
- Inleidinge tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheit (1631) synthese van gewoonterecht,
wettenrecht, Romeins recht, canoniek recht, natuurrecht.
De aanzet tot het rechtsdenken doet hij dus in het boek Inleidinge tot de Hollandsche
Rechtsgeleerdheit, en dit is een humanistisch boek, dat wilt zeggen dat hij het eigen recht van
nederland wilt perfectioneren en dat wil hij aanvullen met ander recht. Dat hollands recht was
voornamelijk gewoonterecht met wettenrecht en dit vult hij aan met romeins recht, kerkelijk
recht, recht uit andere provincies en natuurrecht
- “Uit een ongeoorloofde handeling kunnen twee verbintenissenontstaan: de ene tot straf, de
andere tot schadevergoeding.”
Er kunenn 2 verbintenissen onstaan
1. Een publieke vergeldigingsactie in handen van de overheid
2. Private schadevergoedingsacties in handen van de beschadigde particulier
Waarom kunnen die ontstaan?
Hij zegt dat de verbintenissen tot straf en schadevergoeding vloeien voort uit het aangeboren recht (het
natuurrecht).
- De verbintenissen tot straf en schadevergoeding vloeien voort uit het “aangeboren recht”, m.a.w.
het natuurrecht: de gedachte dat het natuurrecht rechten en plichten met zich mee kon brengen
werkt hij verder uit in: