Hoorcollege 1: privaatrecht – inleiding en bronnen van verbintenissen
Structuur van het Burgerlijk Wetboek, juridisch jargon, de verbintenis
1
- Het privaatrecht regelt de verhoudingingen tussen de burgers onderling, die staan in een
horizontale verhouding met elkaar
- Het publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en de burger, de regels worden
immers van boven opgelegd aan de burgers
2.
Het burgerlijk wetboek bestaat uit 10 boeken, die elk voor een ander privaatrechtelijk rechtsgebied regels
geven. Alle 10 de boeken horen bij elkaar, want het BW heeft een gelaagde structuur.
Gelaagde structuur: het BW is opgebouwd uit ‘algemene delen’ en ‘meer bijzondere delen’.
Boek 3 BW geeft algemene regels over rechtshandelingen & boek 6 BW geeft er
specifieke gegevens over.
De boeken vormen samen 1 geheel, van algemeen naar bijzonder.
3.
Personenrecht Personen- en familierecht: boek 1 uit BW
vermogensrecht Recht op een bepaalde zaak of goed dat geldt tegenover iedereen.
Natuurlijke personen geen rechtspersonen zoals bedrijven
Rechtspersonen Een onderneming dat net zoals een natuurlijk persoon als rechtssubject
kan deelnemen aan het (economisch) verkeer
Rechtssubject drager van rechten en plichten, mens
rechtsobject een goed of een zaak een rechtsobject waarover rechten en plichten
kunnen bestaan
rechtshandeling Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg gedaan
door een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Voor een rechtshandeling is
‘wil en verklaring’ vereist.
Feitelijke handeling Handeling waarbij een bepaald rechtsgevolg intreedt
Objectief recht geheel van regels binnen een bepaald rechtsgebied, Bv: het privaatrecht.
, We spreken dan van ‘het’ recht.
Subjectief recht dan spreken we van ‘een’ recht. Het is een bevoegdheid die je hebt om
veranderingen aan te brengen in je vermogen, Bv: een eigendomsrecht,
vorderingswet (iets verkopen, kopen)
4.
- Wetten (burgerlijk wetboek),
- parlementaire geschiedenis (toelichting op hoe wetten zijn ontstaan, wetgeving uitleggen en
begrijpelijk maken voor de burger),
- rechtspraak (uitspraken van rechters)
- Europees recht (richtingslijnen, verdragen, onderlinge afspraken in contracten en algemenen
voorwaarden die daarbij horen, ..)
1. Inleiding
1.1 Vermogen en vermogensrecht
1
Het vermogensrecht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW).
Vermogen
het geheel van op gel wardeerbare – althans in de economische sfeer liggende –
rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van zijn activa en passiva.
Actiefposten worden gevormd door:
- eigendomsrechten
- vorderingen
schulden behoren OOK tot een vermogen.
Alle schulden vormen passiefposten.
2
vermogensrecht
Objectief recht: geldende recht is het recht dat op een bepaald tijdstip en op een
bepaalde plaats geldt.
Met andere woorden: alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die
onderdeel van een vermogen kunnen vormen.
Subjectief recht: een recht dat iemand kan hebben. ‘Ik heb het recht van eigendom van
een stuk grond!’.
Verschil objectief & subjectief recht