Hoorcollege 8: schade, wettelijke schadevergoedingsplicht en causaliteit
Causaliteit en eigen schuld
Vereisten art. 6:162 BW
- “Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden
toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden’’
Er moet sprake zijn van…
1. Gedraging: doen of nalaten
2. Onrechtmatigheid – relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW); de gedraging is onrechtmatig
jegens de benadeelde
3. Toerekenbaarheid; de onrechtmatige daad is toerekenbaar aan de ledens
4. Causaal verband; tussen de onrechtmatige daad en de schade bestaat een causaal
verband
5. Schade
Onrechtmatigheid
Art. 6:162, lid 2 BW:
- Inbreuk op een subjectief recht; maar alleen indien een directe, rechtstreekse of opzettelijke
inbreuk(HR 9 December 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1576, zwiependetakken)
Subjectief recht zijn de rechten die deel uitmaken van je vermogen zoals persoonlijkheidsrechten
(recht op leven, integriteit menselijk lichaam), absoluten rechten (recht op eigendom, beperkte
rechten, intellectuele rechten) en bepaalde vorderingsrechten uit huur of pacht
Niet iedere inbreuk op een subjectief recht is onrechtmatig. Van een inbreuk daarop is pas sprake
als er betreft een directe, rechtstreekse of opzettelijke schending van het subjectief recht.
Voorbeeld: swiepende takkenarest
- Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht; maar alleen indien de geschonden norm
strekt tot bescherming van het getroffen belang(art. 6:163 BW: relativiteitsvereiste)
niet ieder handelen is in strijd met een wettelijke plicht levert een onrechtmatige daad op jegens
degene die daardoor schade lijdt. maar alleen indien de geschonden norm strekt tot bescherming
van het getroffen belang art. 3:163 BW: relativiteitsvereiste
, Voorbeeld:
- HR 17 januari1958, NJ 1961/568 (Tilburgsetandartsen)
In Tilburg had zich een tandarts gevestigd die niet over de benodigde papieren en diploma’s beschikte.
Zijn collega tandartsen ondervonden daarvan schade en vorderden een schadevergoeding op grond van
een onrechtmatige daad. De tandarts zonder papieren had immers in strijd met de wet op de
tandheelkunde gehandeld. De HR oordeelde anders: weliswaar had de tandarts zonder papieren in strijd
met deze wet gehandeld, maar die wet strekte niet tot de bescherming van de andere tandartsen. De wet
was immers in het leven geroepen om patiënten te beschermen van kwakzalverij, en niet om concurrentie
vervalsing te voorkomen. De overtreding was dus niet onrechtmatig jegens de concurrenten. Aan het
relativiteitsvereiste was niet voldaan.
De feiten
Tandarts Dorenbos werkt zonder een vergunning als tandarts, deze vergunning is bij de wet verplicht
gesteld. Met behulp van de vergunningsplicht wordt beoogd om patiënten tegen onbekwame tandartsen
te beschermen. Dorenbos is al enkele malen vervolgd wegens het uitoefenen van dit beroep zonder
vergunning, desondanks werkt hij gewoon door. De andere tandartsen in Tilburg, die wel een vergunning
bezitten, zijn het zat en stappen naar de civiele rechter. Zij vorderen dat Dorenbos op straffe van een
dwangsom wordt verboden om zijn praktijken verder uit te voeren, omdat zij vinden dat hij jegens hen
een onrechtmatige daad pleegt.
Rechtsvraag
Is er in casu sprake van een onrechtmatige daad van Dorenbos jegens de andere tandartsen?
Overweging
De rechtbank wijst de vordering van de tandartsen toe. Het hof wijst de vordering af, omdat zij stellen dat
de geschonden norm niet de tandartsen beoogd te beschermen maar de patiënten. Er is derhalve niet aan
het relativeitseis voldaan, waardoor er geen sprake is van een onrechtmatige daad van Dorenbos jegens
de andere tandartsen. In cassatie overweegt de Hoge Raad dat er niet aan de relativiteitseis is voldaan,
derhalve is er op basis van de we#elijke norm geen onrechtmatige daad. De Hoge Raad gee+ er echter een
andere draai dan het hof aan. De Hoge Raad stelt namelijk dat er wel sprake is van strijd met een
ongeschreven verkeersnorm wegens de correctie Langemeijer. Doordat Dorenbos zonder vergunning
werkt, concurreert hij met de andere tandartsen en brengt hij hen voorzienbaar schade toe, nu de
tandartsen wel de moeite hebben genomen om aan de wettelijke vereisten te voldoen. Bij een
ongeschreven verkeersnorm is de relativeitseis niet van toepassing, derhalve is er sprake van een
onrechtmatige daad, zij het dat dit komt door strijd met een ongeschrevenverkeersnorm.
Rechtsregel
In dit arrest komt duidelijk naar voren wat de relaveitseis inhoudt. Er is enkel een verplichting tot
schadevergoeding, indien de geschonden norm strekt ter bescherming van de schade zoals de benadeelde
die hee+ geleden. De geschonden norm moet de belangen van de benadeelde dus beogen te beschermen,
indien dit niet het geval is, is er niet aan de relativitseis voldaan.