Hoofdstuk 1: Context van interne communicatie
Na het lezen van dit hoofdstuk:
Weet je wat een organisatie is en herken je verschillen tussen organisaties.
Organisatie = Doelrealiserende samenwerkingsverband tussen mensen.
Ken je een tweetal brillen om naar organisaties te kijken: enerzijds de bril van de zichtbare
en onzichtbare organisatie. Anderzijds de bril van het partijenmodel en het systeemmodel.
Eerste bril: Zichtbare en de onzichtbare organisatie.
o Organigram = De formele verdeling van functies ten opzichte van
elkaar en hun onderlinge hiërarchische verhouding.
o Expliciete (zichtbare) organisatie
Organigram, rationaliteit, bevoegdheden en procedures, macht,
formele communicatie.
o Impliciete (onzichtbare) organisatie
Emoties, gevoelens, ongeschreven regels, informele communicatie.
Tweede bril: Het partijen- en systeemmodel.
o Partijenmodel = Ziet organisaties als een verzameling van onder-
delen (teams/afdelingen: partijen genoemd).
Die partijen hebben een eigen belang dat ze nastreven.
Belang = Datgene waar hun afdeling voor staat, wat hun
afdeling wil realiseren.
De afdelingen zijn van elkaar afhankelijk. Ze hebben elkaar nodig.
o Systeemmodel = Ziet een organisatie als een vrij duurzaam
samenstel van afdelingen.
Er is sprake van een gemeenschappelijke ideologie die de afdelingen
bindt.
Gericht op harmonie, verbinding, ‘de boel bij elkaar houden’.
Begrijp je dat er zich onder de oppervlakte van de zichtbare organisatie politiek gedrag
afspeelt en dat er verborgen regels bestaan die ‘zeggen’ hoe je je behoort te gedragen.
Politiek gedrag kan gericht zijn op het eigen belang van de medewerker, bijvoorbeeld om
promotiekansen te vergroten. Persoonlijke politiek gedrag.
Bedrijfspolitiek gedrag = Het politieke gedrag ten gunste van de organisatie
(of team) als geheel, bijvoorbeeld om geld te genereren
middels politieke lobby.
Effectief politiek gedrag = Mensen die weten wie invloed heeft en die snappen
hoe ze die zelf kunnen verkrijgen.
,Strategieën waarmee mensen proberen de verandering in de door hen gewenste richting te
beïnvloeden:
1. Terugveren = De organisatie lijkt eerst te veranderen en iedereen lijkt
mee te doen. Maar als het project voorbij is, ‘veert’ de
situatie terug.
2. Smoren = Je wilt best veranderen, maar je wordt beoordeeld op je
gewone werk. Dus je probeert het nieuwe slechts
gedeeltelijk in te passen in je bestaande werk.
3. Calculeren = In taal spreken mensen zich uit vóór de verandering,
maar men denkt er ondertussen het zijne van.
4. Afketsen = Soms vindt een verandering gewoonweg geen
aansluiting bij de organisatie.
Verborgen regels = Onbewuste drijfveren in het handelen van mensen.
Functionele kant Zorgen voor stabiliteit en voorspelbaarheid in onze
relaties.
Disfunctionele kant Inperken van onze gedragsvrijheid.
Gewoontepatronen = Ongeschreven regels over wat wel en niet mag in
omgang met elkaar en wat wel en niet over deze
omgang mag worden gezegd.
Verborgen regels frustreren een verandering als ze haaks staan op de expliciete regels. Ze
hebben een voorspellende waarde voor wat er in de organisatie wel of niet slaagt.
Weet je dat, terwijl jij van alles wilt, er zich ondertussen van alles voordoet buiten jouw
blikveld, dat echter wel invloed heeft op wat jij wilt.
Het Ondertussen = Datgene wat parallel aan ons kijken en handelen elders
gebeurt, zonder dat we dat opmerken.
Verandermanagement = Als je iets probeert te veranderen in een organisatie dan
richt je je aandacht daarop. Je denkt na over hoe je dat
aanpakt, wie erbij betrokken zijn+ wat erbij komt kijken.
Het is belangrijk dat je je beseft dat terwijl jij je voor iets inzet, elders tegelijkertijd zaken
spelen die van invloed zijn.
Leer je dat er voortdurend wordt geprobeerd een organisatie te veranderen in een gewenste
richting. En dat dat via een ontwerp- en een ontwikkelbenadering kan gebeuren.
Ontwerpbenadering = Gebaseerd op organisatiekundige inzichten hoe een
organisatie functioneert en zou moeten functioneren.
Ontwikkelbenadering = Sluit meer aan bij veranderkundige inzichten over de
vormgeving van veranderingsprocessen en het gedrag
van mensen in organisaties.
, Ontwerpbenadering
Kenmerkend: De inhoud van de verandering staat centraal. Hiermee bedoelen we het
ontwerpen van een nieuwe structuur, het vastleggen van nieuwe werkprocessen, het
bedenken van de nieuwe missie, etc.
Probleem: bekend.
Aanpak: oplossingsgericht.
Ontwerp: begint met het vaststellen van doelen.
Aandacht: sterk gericht op de output van de organisatie, het transformatieproces en
de daaraan gekoppelde informatietechnologie.
Verandering: eenmalige gebeurtenis en deze verloopt lineair van probleem naar
einddoel.
Verandering is succesvol: als de nieuwe organisatie is ingevoerd en een stabiele
eindsituatie is bereikt.
Veranderingen worden gestart, gecoördineerd en gecontroleerd vanuit de top van de
organisatie.
Ontwikkelbenadering
Organisaties worden nu beschouwd als bron van kennis, inzicht en ervaring, waarvan
tijdens het veranderingsproces zoveel mogelijk gebruik gemaakt moet worden.
Start verandering: analyseren van de tekortkomingen en problemen.
o Betrek hierbij zoveel mogelijk medewerkers.
Tijdens verandering aandacht voor: organisatiecultuur en het vermogen van mensen
om problemen op te lossen of dilemma’s beter te leren hanteren.
o Vergroot het veranderingsvermogen van de organisatie.
Veel trainingen in vaardigheden, coaching of begeleiding.
Er zijn verbeterteams of andere werkgroepen.
Er is dus sprake van een meer geleidelijke verandering, waarin ruimte is voor ideeën
van de werkvloer.
Door hun participatie ontstaan ‘rijkere’, kwalitatief betere oplossingen.
Probleemanalyse, doelbepaling en verandering gaan vloeiend in elkaar over.
Organisatieleden zijn bij alle fasen van het veranderingsproces betrokken en oefenen
gaandeweg met het nieuwe.
Participatie is goed mogelijk omdat wordt gewerkt vanuit de bestaande situatie, de
doelen gaandeweg worden ontwikkeld en er ruimte is voor overleg en bijstelling.
Voorkeur ontwerpbenadering:
o Wanneer het probleem bekend is, weinig complex en de oplossing voor de
hand ligt. (Bijvoorbeeld bij een crisis, want dit gaat snel.)
o Bij politiek getinte situaties waar geen overeenstemming kan worden bereikt
over de beoogde veranderingen en bij afslanking of sluiting van bedrijven.
Voorkeur ontwikkelbenadering:
o Situaties waarin het probleem complex is en de oplossing niet direct voor de
hand ligt.
Ontwikkelend ontwerpen = Een afwisseling tussen de ontwikkel-en
ontwerpbenadering in één veranderingstraject.