Rechten: sociale veiligheid
Recht op privacy: recht op eerbieding van persoonlijke levenssfeer.
Publiekrecht: geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers (bedrijven) en de
overheid. En omvat de rechtsgebieden: staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht. P.16
Burgerlijk recht: behoort tot privaatrecht, geeft regels voor de rechtsrelaties tussen
burgers onderling. P.16
Internationaalrecht: geeft regels voor de verhouding tussen de staten onderling. P.16
Staatsrecht (publiekrecht): hierin wordt de organisatie van de staat beschreven, er staan
regels in over de bevoegdheden van de gemeenteraad of de positie van de koning
belangrijkste wet van het staatsrecht is de grondwet. P.17
Strafrecht (publiekrecht): staan de regels die de overheid voor de veiligheid van de
burgers belangrijk vindt en als iemand deze regels overtreedt is dat niet een zaak tussen
de dader en slachtoffer kan worden afgehandeld, maar is het een zaak tussen de dader en
de samenleving als geheel. P.18
Bestuursrecht (publiekrecht): geeft regels waaraan de overheid zich moet houden als deze
het lang bestuurt. Speelt in veel zaken een rol, bijvoorbeeld het toekennen van een
werkeloosheid uitkering, opleggen van een belastingaanslag of verlenen van een
verblijfsvergunning. P.18
Burgerlijk recht (privaat recht): geeft regels voor de rechtsverhouding tussen burgers (en
bedrijven) onderling. Dagelijkse zaken zoals: kopen, trouwen, scheiden, werken, gezag
over minderjarige kinderen (burgerlijk wetboek BW). P.18
Internationaal recht: voornamelijk in internationale verdragen vastgesteld. Belangrijker en
steeds meer invloed op ons nationale recht. P.19
Onderwerp: ontstaan er specialismen zoals jeugdrecht, vreemdelingenrecht,
gezondheidsrecht en arbeidsrecht. Allerlei rechtsregels uit verschillende rechtsgebieden
die over hetzelfde onderwerp gaan bij elkaar gebracht. P.20
Materieel recht: betreft de inhoud van de rechten en plichten. Bijvoorbeeld: een boek
gaan kopen, moet de koper de koopprijs betalen en moet de verkopen het boek leveren.
P.20
Formeel recht (procesrecht): hierin staan alle regels die aangeven op welke wijze het
proces gevoerd moet worden. Bijvoorbeeld: koper heeft wel de koopprijs betaald, maar
de koper weigert boek te geven. In procesrecht hoe koper via rechter levering dwingen.
P.20
Strafrecht procesvoering =
Mediaton: proberen twee partijen met hulp van een mediator tot een oplossing te komen.
Bijvoorbeeld bij een echtscheiding of een arbeidsgeschil. Gaat niet om wie er juridisch
wint. Lukt alleen als beide partijen de wens hebben om er samen uit te komen. p. 114
Arbitrage (conflict): een methode van geschilbeslechting waarbij een onpartijdige
partijdige arbiter is een geschil tussen partijen een bindende uitspraak geeft. Arbitrage is
een manier om een conflict op te lossen zonder daarbij een rechter in te schakelen
deskundige (arbiters) beslissen over het conflict.
Bindende advies: een uitspraak gedaan door een derde met betrekking tot een geschil
tussen twee partijen. Wordt niet uitgesproken door een rechter en is daarom ook geen
vonnis.
Publiek recht: geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers (bedrijven) en de
, overheid en omvat de rechtsgebieden: staatsrecht, strafrecht, bestuursrecht.
Grondrechten= grondwet is de hoogste wet. P. 17
Klassieke grondrechten: mag de overheid geen inbreuk op maken, tenzij de wet
bevoegdheid geeft. P. 17
Sociale grondrechten: legt de overheid een taak op. Artikel 22: de overheid treft
maatregelen voor de volksgezondheid. P. 17
Wet in materiele zijn: algemeen bindend voorschrift wet geldt voor iedereen. P. 20
Wet in formele zin: over de herkomst van de wet. In samenwerking met eerste & tweede
kamer. P.20
Het vermogensrecht: grootste deel van het burgerlijk recht. Beschrijft de rechten waaruit
vermogen van een persoon kan zijn opgebouwd. P. 28
Goederenrecht (absoluut recht): geeft regels voor de relatie tussen een persoon
(natuurlijk of rechtspersoon) en een goed. P. 28
Absolute rechten: bepaalde zeggenschap over de bepaald goed. P 30
Consensuele overeenkomst: door wilsovereenstemming. Beide partijen met een
overeenkomst eens. P.33
Formele overeenkomst: totstandkoming van deze overeenkomst vaak een schriftelijk stuk,
akte noodzakelijk. P.33
Verbintenissenrecht (relatief recht): het gaat hier om de verhouding tussen personen
onderling (natuurlijke of rechtspersonen). Een verbintenis is een rechtsverhouding waarbij
de ene partij (debiteur) aan de andere partij (crediteur) een prestatie verschuldigd is.
Verbintenissen worden ook wel relatieve rechten genoemd. P. 30
Algemeen bestuursrecht: geeft regels over bestuursorgaan, belanghebbende, beschikking.
Tevens ook regels over rechtsbescherming van de burger. P. 57
Bijzondere bestuursrecht: geeft regels over specifieke onderwerpen zoals het
vreemdelingenrecht, jeugdhulp, socialezekerheidsrecht en het belastingrecht. P. 57
Bestuursorganen = P. 57
A – orgaan: publiekrechtelijke rechtspersonen zijn rechtspersonen die door de wet zijn
ingesteld, bijvoorbeeld de gemeente, de provincie en het rijk. P. 58
B- orgaan: een andere persoon of college met enig openbaar gezag bekleed. Deze organen
voeren bepaalde overheidstaken uit, zoals de garage houder die een apk-keuring doet.
P.58
Bestuurshandeling: een bestuursorgaan kan zowel feitelijk als rechtshandelingen
verrichten. P. 58
Feitelijke handelingen: zijn niet gericht op rechtsgevolg. Deze worden verricht omdat er
iets moet gebeuren, zoals plantsoen onderhouden, huisvuil ophalen of een weg
aanleggen. P. 58
Rechtshandelingen: hebben wel een bedoeld rechtsgevolg. Dat wil zeggen dat ze nieuwe
rechten of plichten in het leven roepen, bijvoorbeeld het afgeven van een
bouwvergunning of het toekennen van een werkloosheidsuitkering. Ze kunnen
onderverdeeld worden in publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtshandeling. P.58
Privaatrechtelijke rechtshandelingen: speelt zich af in het privaatrecht, bijvoorbeeld het
verkopen van bouwgrond door de gemeente. P. 58
Publiekrechtelijke rechtshandelingen: kan alleen door bestuursorganen worden verricht,
bijvoorbeeld het opleggen van een belastingaanslag. P. 58
Besluit van algemene strekking: regels die voor iedereen gelden, er zijn drie soorten
besluiten met een algemene strekking: algemeen verbindende voorschriften,