ff
OPDRACHTEN ERFRECHT
Erfrecht Compendium
Prof. mr. W.G.
Huigen
Prof. dr. G.G.B.
Boelens
Prof. mr. B.E.
Reinhartz
Prof. mr. F.
Amber Lankman
Leerjaar 2 – HBO Rechten
NHL Stenden Hogeschool te Leeuwarden
,Inhoudsopgave
Erfrecht A...................................................................................................................................................... 3
Week 1..................................................................................................................................................................3
Week 2..................................................................................................................................................................6
Week 3..................................................................................................................................................................9
Week 4................................................................................................................................................................11
Week 5................................................................................................................................................................14
Erfrecht B..................................................................................................................................................... 16
Week 1................................................................................................................................................................16
Week 2................................................................................................................................................................17
Week 3................................................................................................................................................................19
Week 4................................................................................................................................................................20
, Erfrecht A
Week 1
1. A laat als erfgenamen achter zijn zes kleinkinderen: D, E, F, G, H
en I. De twee dochters van A, genaamd B en C, zijn voor A
overleden. D is een zoon van B. De zonen van C heten E, F, G, H en
I. Wie zijn voor welke delen erfgenaam? Maak een tekening!
Verdeel de nalatenschap er van uitgaande dat deze € 100.000
bedraagt.
Antwoord:
Is er sprake van een testament? Zo ja, dan het testamentaire erfrecht, zo
niet, dan is het wettelijk erfrecht van toepassing. In deze casus is er geen
sprake van een testament, dus ga je naar art. 4:10 BW.
In lid 1 sub a staat een echtgenoot, in deze casus is er geen sprake van
een echtgenoot. Tevens staat in dat artikel of er sprake is van kinderen.
Hier zijn de twee kinderen vooroverleden.
Als je kijkt naar lid 2 van artikel 10, dan zie je staan dat de afstammelingen
van een kind bij plaatsvervanging worden geroepen. Op grond van art.
4:12 lid 2 BW worden de kinderen staaksgewijs opgeroepen. Dus D komt
op voor B en E, F,G,H,I komen samen op voor C. Een staak is dat wat er
hangt onder diegene wiens plaats je vervult.
Als je wilt weten wat B en C zouden hebben geërfd, dan moet je kijken
naar art. 4:11 BW. Dit artikel geeft aan dat degene die opkomen voor
erfgenamen, die erven voor gelijke delen. In dit geval is de nalatenschap
100. = 50.000. Als je uit eigen hoofde erft, geldt voor gelijke delen.
D, E, F, G, H, I erven niet uit eigen hoofde, maar door middel van
plaatsvervulling en dan kom je staaksgewijs en ga jij het bedrag delen. E,
F, G, H, I moeten dus 50.000 delen met zijn vijven. D hoeft niet te delen.
A
B C
D E F G H
I