Perspectieven op Recht Literatuur Sandel SV
Hoofdstuk 1: wat is de juiste handelwijze?
Dit hoofdstuk begint met een aantal casussen waaruit de volgende vragen blijken:
- Casus orkaan Florida: is prijsverhoging in dit geval rechtvaardig?
- Letsel van veteranen medaille in Amerika (Purple Heart): is het onderscheid tussen
lichamelijk en geestelijk letsel rechtvaardig?
- Is de redding van banken en uitkering van bonussen aan hun directeuren, door middel van
belastinginkomsten, tijdens de crisis van 2008, rechtvaardig?
Bij de beantwoording van deze drie vragen, komen steeds drie benaderingen van rechtvaardigheid
naar boven. Deze benaderingen van rechtvaardigheid zijn:
1. Maximaliseren van welzijn: de welvaart bevorderen, levensstandaard verhogen,
economische groei stimuleren, etc. we vinden welvaart belangrijk omdat ze aan ons welzijn
bijdraagt. Dit wordt bijv. ondersteund door het utilitarisme. Hierbij moet het grootste geluk
voor het grootste aantal mensen moeten naar worden gestreven.
2. Respecteren van vrijheid: respect voor de rechten van het individu. Het is de bedoeling dat
er respect is voor bepaalde universele mensenrechten. Het individu staat centraal. Hiervan
zijn twee soorten:
a. Laisser-faire/neoliberalen: de theorie dat rechtvaardigheid bestaat uit respecteren
en bevestigen van vrijwillige keuzes van volwassenen die weten waar ze voor kiezen.
b. Eerlijkheid: stelt dat rechtvaardigheid een beleid is dat sociale en economische
achterstelling opheft en dat aan ieder mens iedere kans op succes geeft.
3. Bevorderen van deugdzaamheid: cultureel en religieus conservatisme. Deugdzaamheid en
een goede manier van leven. Een rechtvaardige samenleving behoort bepaalde deugden en
ideeën te ondersteunen.
Vervolgens wordt er gekeken naar de invloed van moraal in rechtvaardigheid
- Aan de hand van 2 casussen:
o Casus: het op hol geslagen treintje, het wisselspoor
o Casus: De Afghaanse geitenhoeders
- Hieruit blijken de volgende morele dilemma’s en overwegingen:
o Verschil wel of geen keuze
o Verschil direct of indirect
o Verschil schuldig/verwijtbaar/verantwoordelijk en onschuldig
o Onduidelijkheid van toekomst van de situatie
o Dilemma tussen goed en kwaad
o Dilemma tussen rechtvaardig en onrechtvaardig
Hoofdstuk 2: principe van het grootste geluk, het utilitarisme
Utilitarisme Jeremy Bentham
- Het hoogste principe in de ethiek moet maximalisatie van geluk zijn.
o Geluk: toestand waarin genot over het geheel genomen een overwicht heeft over
pijn
o Juiste handelswijze wanneer wat iemand doet de maximale utiliteit (nut) oplevert.
Nut is hierbij alles wat tot genot of geluk leidt, en pijn en lijden voorkomt.
- Gevoelens van pijn en genot heersen over ons en wat we doen en wat we behoren te doen
wordt hierdoor bepaald
o Natuurlijke rechten zijn nonsens
- Bij besluitvorming over wetten en beleid behoort de overheid datgene te doen wat het geluk
van de gemeenschap als geheel maximaliseert
, o Gemeenschap: een denkbeeldig lichaam, samengesteld uit de som van individuen
die er deel van uitmaken
- Er wordt gekeken naar de belangen, en dus een som van de voor- en nadelen
o De vraag die moet worden beantwoord is de volgende: als we alle voordelen bij
elkaar optellen en de nadelen ervan aftrekken, brengt dit dan het meeste geluk
voort, en is dit dus dan rechtvaardig?
o Alle voor- en nadelen worden op waardes gebaseerd
Voorbeeld: 5 levens wegen op tegen slechts 1 leven
Voorbeeldcasus Utilitarisme
- Casus 1: 4 mannen 1 boot, 1 ligt op sterven, 2 mannen vermoorden stervende jongen om te
kunnen overleven. Jongen had geen familie of ander ‘gemeenschappelijk nut’. Is deze actie
rechtvaardig of niet?
- Casus 2: ‘de jacht op bedelaars’: bedelaars laten werken
Bezwaar 1 op Utilitarisme: rechten van het individu
- Voorbeeldcasus: ‘Christenen voor de leeuwen’: Christenen worden voor leeuwen gegooid,
zorgt voor genot van toeschouwers, maar is de inbreuk op individuele vrijheid te
rechtvaardigheid?
- Voorbeeldcasus: ‘is marteling te rechtvaardigen’: terrorist martelen om een bom te
ontdekken die 5000 mensen kan doden
o Individuele rechten
o Schuldig vs. onschuldig (schuldige terrorist of onschuldige dochter)
o Is het moreel acceptabel?
- Voorbeeldcasus: ‘de gelukkige stad’: hele stad gelukkig, maar hiervoor wordt meisje
verwaarloosd
o Voorwaarde moreel acceptabel?
Bezwaar 2 op Utilitarisme: gemeenschappelijke munteenheid voor waarden
- Casus: ‘voordelen van longkanker’: gevolgen van roken (longkanker en lagere
levensverwachting) zorgt voor geldbesparing voor de overheid
o Tegenargument: geen morele berekening, nadelen van eerdere dood en gevolgen
voor gezin zou ook ingecalculeerd moeten worden
- Casus: ‘exploderende benzinetanks’ en ‘korting voor ouderen’: mensenlevens worden
gewaardeerd op geld
o Moreel onjuist: rekening houden met (toekomstig) geluk slachtoffer, in plaats van
alleen rekening houden met objectieve kosten
- Casus: ‘pijn lijden tegen betaling’
o Volgens Thorndike kan alles op basis van 1 weegschaal worden afgewogen en
vergeleken, zoals het missen van een lichaamsdeel, tegenover het opeten van een
dier, of het wonen op een boerderij. De waardes in geld die hieraan werden gegeven
zijn echter niet begrijpelijk
- Casus: ‘de meisjes van St. Anne’s’: wanneer jongens bleven slapen moesten zij meebetalen
aan heet water à deugdzaamheid liet zich niet gemakkelijk in utiliteit vertalen, werd opgevat
als ‘meisjes van St. Anne’s, vijftig penny’s per nacht’.
John Stuart Mill
- Probeert utilitarisme te redden door middel van individuele vrijheid, en het niet oordelen
over genot, echter doet hij dit wel
- Mill stelt over individuele vrijheid: individuele rechten berusten uitsluitend op utilitaristische
overwegingen
o Nut maximaliseren op de lange termijn: respect voor individuele vrijheid zal
uiteindelijk voor het grootste aantal mensen geluk brengen. Er moet dus niet
gefocust worden op een meerderheid, als dat eventueel op dit moment, maar niet in
de toekomst, meer nut heeft.
, - Mill stelt over genot: als er bij 2 genoegens 1 is waarvoor meer mensen kiezen, los van
gevoel van morele verplichting, is dat het meest wenselijke/hogere genoegen
o Casus: Shakespeare vs. Simpsons: soms voorkeur naar vermaak, in plaats van hogere
kunst: past niet in beredenering van Mill. Echter:
o Mill redt utilitarisme door optelsom van pijn en genot, maar kan dit echter alleen
doen met beroep van moreel ideaal van menselijke waardigheid en persoonlijkheid,
dat losstaat van utiliteit zelf, en wijkt hiervan dus af.
Hoofdstuk 3: kunnen we over onszelf beschikken? Het neoliberalisme
Neoliberalisme: voor vrijheid van mensen en economie/markt, tegen overheidsregulering. Iedereen
heeft een fundamenteel recht op vrijheid, het recht om met dingen die we bezitten te doen wat we
willen, op voorwaarde dat we het recht van anderen om hetzelfde te doen te respecteren.
- 3 soorten kritiek op beleid van tegenwoordig
1. Neoliberalen verzetten zich tegen wetgeving die wil voorkomen dat mensen zichzelf
schade berokken. Het zou eigen verantwoordelijkheid en keus moeten zijn van mensen
om bijv. een helm of gordel te dragen.
2. In wetgeving zou geen plaats moeten zijn voor moraal. Dwingende kracht van wet mag
niet gebruikt worden om bepaalde opvattingen over deugdzaamheid te bevorderen of
om morele overtuigingen van meerderheid uit te dragen
3. Er mag geen herverdeling van inkomen en welvaart plaatsvinden. Eventuele
hulpverlening moet worden overgelaten aan individu en mag niet opgedrongen worden
door overheid.
o Voorbeeld: Friedman is tegen wettelijk minimumloon of wetten tegen discriminatie,
omdat dit inbreuk zou maken op keuzes individuen
Nozick over filosofie van vrije markt
- Distributieve rechtvaardigheid moet aan twee voorwaarden voldoen:
o Middelen die je hebt gebruikt om je rijkdoem te vergroten moeten je rechtmatig toe
zijn gekomen
Moeilijk om achter te komen, maar kan niet gerechtvaardigd worden door
inkomensverdeling, maar wel door misstanden uit verleden goed te maken
o Je moet je geld verdiend hebben door uitwisseling op de markt, óf omdat het
vrijwillig door anderen geschonken is.
- Voorbeeld ‘het geld van Michael Jordan’
- Gevolgen ontnemen vrijheid:
o Zeggenschap over persoon à slavernij
o Zeggenschap arbeid à dwangarbeid
o Zeggenschap vruchten van arbeid à belastingheffing
Bezwaren tegen neoliberale idee van geen belastingheffing
1. Belastingheffing is minder erg dan dwangarbeid. Je kunt ervoor kiezen minder te werken en
dus minder belasting te betalen. Bij dwangarbeid is dit niet.
o Antwoord: klopt, maar dat betekent niet dat de staat mensen mag dwingen om die
keuze te moeten maken
2. De armen hebben het geld harder nodig
o Antwoord: dat is een reden rijken ervan te overtuigen om uit eigen vrije keuze de
behoeftigen te ondersteunen, dat mag niet een verplichting zijn opgelegd door de
overheid
3. Iemand die niet in zijn eentje werkt, is anderen ook iets verschuldigd.
o Antwoord: klopt, maar wat de markt de diensten van deze mensen waard vindt,
hebben ze al uitbetaald gekregen