Sportmanagement samenvatting
Hoofdstuk 1 – Inleiding tot sportmanagement
De contingentiebenadering wordt ook wel situationele benadering genoemd. Legt de nadruk op het feit dat
verschillende organisaties in verschillende omstandigheden opereren en dus verschillende
managementmethoden vereisen.
Verschillen in organisatie (omstandigheden) zijn :
De omvang van de organisatie
De mate waarin betrokken individuen verschillen
De mate van onzekerheid van de omgeving
De definitie van sport voor een sportmanager is een lichamelijke of geestelijke bezigheid ter ontspanning of als
beroep met spel- of wedstrijdelement, waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn en bevorderd worden en
waarvoor bepaalde regels gelden.
Unieke eigenschappen van sport als business, oftewel een eigen manier van managen en organiseren :
Sport is passie en emotie. Hierbij worden er emotionele keuzes gemaakt, waar passioneel aan
vastgehouden wordt. In de sport moeten er nooit puur rationele beslissingen genomen worden, maar
juist altijd rekening houdend met gevoelens ( passies en emoties ) van betrokkenen.
Sport is ‘’ not all about the money ‘’. Veel sportorganisaties zijn niet opgericht om winst te maken,
maar hebben vaker als doel om sportieve successen te bereiken.
Sport is concurreren en tegelijkertijd samenwerken. Sport en competitie zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden. Veel sportorganisaties concurreren met elkaar om een plaats boven aan de
ranglijst. Echter zijn ze ook afhankelijk van elkaar. Daarnaast moeten clubs in een competitie met
elkaar samenwerken om de competitiebelangen te behartigen.
Sport is identificatie en loyaliteit. Veel mensen ontlenen aan sport hun identiteit, dat geldt zowel voor
actieve sportbeoefening als voor het supporten van een club of een team. Voordeel voor een
sportmanager is dat trouwe klanten niet zomaar overstappen naar de concurrent, ook als het even
niet loopt zoals het zou moeten. Een nadeel is dat het heel moeilijk is nieuwe klanten en nieuw
marktaandeel te winnen. Sporters voelen zich sterk verbonden met hun huidige sport en gaan niet
zomaar een nieuwe sport beoefenen.
Sport is afhankelijk van vrijwilligers. Hoewel er steeds meer betaalde krachten in de sportwereld
actief worden is de sportwereld een sector die sterk afhankelijk is van vrijwilligers. Het feit dat je één
of meerdere keren in de week kunt sporten bij je sportvereniging wordt mogelijk gemaakt door
tientallen vrijwilligers : het bestuur, de trainers en coaches, de scheidsrechters, toernooiorganisatoren
en barmedewerkers. Zelfs in een sterk gecommercialiseerde organisatie als een betaald
voetbalorganisatie (BVO) zijn er vrijwilligers actief, zoals stewards in de stadions en mensen die helpen
bij supportersactiviteiten en het verspreiden van het supportersmagazine in het stadion. De meeste
werkzaamheden binnen een sportbond worden door vrijwilligers gedaan. Vrijwilligers doen het niet
voor het geld, maar vaak voor het plezier en voor de erkenning en waardering.
,Het werkterrein van de sportmanager :
Om tot een indeling van verschillende sportmanagementfuncties te komen wordt hier gebruik gemaakt van
een aangepaste vorm van het kwadrantenmodel van Broeke. In dit model worden twee assen tegen elkaar
afgezet.
De Anglo-Amerikaanse managementbenadering gaat uit van concurrerend ondernemerschap, weinig
overheidsbemoeienis en gericht op korte termijn winst. ( horizontale as )
De Rijnlands-Europese managementbenadering gaat uit van samenwerken om doelen te bereiken en
een actieve rol van de overheid. ( verticale as )
De horizontale as geeft aan hoe sport benaderd wordt. Sport als doel is sport in de zin van sport beoefenen en
actief met sport bezig te zijn en daarbij sportieve doelstellingen realiseren (winnen).
De verticale as is sport als middel, dat betreft activiteiten waarbij sport wordt ingezet om andere
doelstellingen te realiseren, zoals naamsbekendheid van sponsoren en een gezondere samenleving.
De Rijnlands-Europese managementbenadering en sport als doel zijn sportmanagers die zich meestal op non-
profit basis bezighouden met het vermarkten van sportactiviteiten.
De Anglo-Amerikaanse managementbenadering en sport als doel zijn sportmanagers die op commerciële basis
sportactiviteiten of goederen vermarkten.
Topmanagers zitten tussen beide managementbenaderingen in.
De Rijnlands-Europese managementbenadering en sport als middel zijn sportmanagers die zich bezighouden
met sportactiviteiten vanuit het oogpunt dat sport gebruikt kan worden als instrument om andere
doelstellingen te bereiken.
De Anglo-Amerikaanse managementbenadering en sport als doel zijn sportmanagers in het commerciële
bedrijfsleven, mediamanagers en managers bij bedrijven die hun goederen op de sportmarkt afzetten.
Sportmanagement is het coördineren van werkzaamheden in een sportorganisatie, zodat deze op een
efficiënte en effectieve wijze plaatsvinden, rekening houdend met de unieke eigenschappen van de sport.
Coördinatie is datgene wat de manager onderscheidt van een niet-manager.
Topmanager of CEO stuurt het middenmanagement aan en midden managers sturen weer lagere managers
en/of uitvoerders en ondersteuners aan. Elk sportmanager is eindverantwoordelijk, wat inhoudt dat hij op het
resultaat aangesproken of afgerekend kan worden.
Efficiëntie betekent het halen van maximale productie (output) met het verbruik van zo min mogelijk middelen
(input).
Effectiviteit is het doelgericht werken, activiteiten die leiden tot de realisatie van de doelstellingen. Het heeft te
maken met het einddoel, waarbij er wordt gekeken naar de hoeveelheid middelen die nodig zijn om een
doelstelling te realiseren.
Sportmanager is iemand die in een sportorganisatie werkt en die doelstellingen van de organisatie weet te
realiseren door werknemers en werkzaamheden te coördineren.
De functionele sportmanager is verantwoordelijk voor een specifiek deelgebied van een organisatie. Hiervoor
heeft hij specifieke kennis in huis, zoals de nieuwste sponsorontwikkelingen of de nieuwste trends op het gebied
van social media. (marketingmanager of sponsormanager). Coördineren alleen de activiteiten van werknemers
binnen hun eigen afdeling.
De algemene sportmanager daarentegen is verantwoordelijk voor alle werkzaamheden binnen een organisatie
of grote afdeling. Daarbinnen is hij verantwoordelijk voor verschillende deelgebieden zoals, financiën,
marketing en verkoop.
De sportmanager dient te beschikken over sportmanagementcompetenties dat bestaat uit kennis,
vaardigheden en houding.
, Er zijn 4 managementfuncties ( POLE ) :
Plannen (formuleren van doelstellingen en het ontwikkelen van een strategie om deze doelstellingen
te realiseren en om de benodigde activiteiten te integreren en te coördineren, zoals een sponsorplan)
Organiseren (bepalen wat er gedaan moet worden, wie wat moet doen, hoe taken samen worden
uitgevoerd, wie verantwoording aan wie moet afleggen en wie welke beslissingen moet nemen)
Leidinggeven (taak van de manager om met anderen samen te werken om doelstellingen van de
organisatie te realiseren)
Evalueren (managers moeten de prestaties vaststellen en evalueren, kijken of alles volgens plan gaat)
Het managementproces behelst het voortdurend nemen van beslissingen en het ontplooien van activiteiten
tijdens het plannen, organiseren, leidinggeven en controleren.
Managementrollen :
Interpersoonlijke rollen : de manager vertegenwoordigt zijn organisatie, zowel naar binnen als naar
buiten. Hij is een symbool of boegbeeld en heeft zo een zekere status. Verantwoordelijk voor
personeelsbeleid, motivatie en een positief werkklimaat. Manager probeert netwerken van formele
en informele contacten met groepen en individuen op te bouwen.
Informatieve rollen : de manager zoekt, ontvangt en verspreidt, zowel binnen als buiten de organisatie
voortdurend informatie. Die informatie moet hem in staat stellen zijn organisatie en de relevante
omgeving daarvan te doorgronden. Hij ontwikkelt informatiesystemen om lopende activiteiten te
kunnen volgen om veranderingen te kunnen signaleren en om problemen, bedreigingen en kansen te
kunnen lokaliseren.
Besluitvormende rollen : informatie wordt via besluitvorming omgezet in planmatige actie. De
manager voert namens zijn organisatie onderhandelingen met de te sponsoren organisatie en is
daarin vrij om bepaalde toezeggingen te doen en bepaalde rechten te accepteren.
Managementvaardigheden :
Technische vaardigheden : omvatten kennis van en vakkundigheid in bepaalde specialismen, zoals
marketing, sponsoring en financiën.
Menselijke vaardigheden : omvatten het vermogen om goed met anderen te kunnen samenwerken.
Ze weten hoe te communiceren, motiveren, leiden en inspireren.
Conceptuele vaardigheden : vaardigheden die managers moeten hebben om na te kunnen denken
over abstracte en ingewikkelde situaties.