Samenvatting Maatschappijleer 3T H8 + H9
Samenvatting
Paragraaf 8.1
Werk doe je omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Er zijn allerlei redenen om te
werken, waarvan geld vaak de belangrijkste is. Werk speelt ook een rol bij het vervullen van
de vijf basisbehoeften: eerste levensbehoeften, behoefte aan zekerheid, erbij horen, status
en waardering en behoefte om ergens goed in te worden.
Je werkt niet alleen voor jezelf. Arbeid is ook belangrijk voor de samenleving. Iedereen die
werkt betaalt namelijk belasting. En iedereen die werkt betaalt ook premie, daarmee kan de
overheid mensen die niet kunnen werken een uitkering geven.
Paragraaf 8.2
Om uit te vinden of een baan voor jou de juiste is, vraag je jezelf af: wat voor werk is het, is
het veilig en gezond, ben je je eigen baas of werk je in loondienst en hoeveel verdien je
ermee?
In de Arbowet staat hoe werkgevers voor gezonde en veilige werkplekken moeten zorgen.
Voor
jongeren gelden speciale regels. In Nederland is ook vastgesteld wat iemand minimaal moet
verdienen: het minimumloon.
Werk is niet alleen een plicht, maar ook een recht: de regering moet haar best doen om
ervoor te zorgen dat er genoeg werk is voor iedereen.
Paragraaf 8.3
Je kunt op verschillende manieren op zoek naar werk: via vacatures in de krant of op
internet, een open sollicitatie, het uitzendbureau, via je netwerk en via het UWV
WERKbedrijf. Als je
solliciteert, stuur je vaak een brief en een cv met je persoonlijke gegevens, je opleiding en je
werkervaring. Als je bent aangenomen teken je een contract waarin allerlei afspraken staan:
je functie, de werktijden, het loon, de vrije dagen en de proeftijd.
Als je zwart werkt betaal je geen belasting en premies, maar heb je ook geen rechten.
Werknemers en werkgevers hebben soms dezelfde maar vaak ook verschillende belangen.
Vakbonden kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten afsluiten met werkgevers voor alle
werknemers in de bedrijfstak. Tijdens de cao-onderhandelingen worden afspraken gemaakt
over loon, vakantiedagen, pensioen, enzovoort.
Paragraaf 8.4
Werk draagt bij aan je maatschappelijke positie. Andere dingen die daarmee te maken
hebben, zijn: je geld, aanzien, status, talent, kennis en vaardigheden, macht en
verantwoordelijkheid. Als je doorleert of je specialiseert, kun je klimmen op de
maatschappelijke ladder.
Daarbij spelen je persoonlijke eigenschappen een rol.
Het lukt niet iedereen om door te leren of een hoge positie te bereiken. Er is sociale
ongelijkheid. In Nederland bestaat wel een grote sociale mobiliteit.
, Paragraaf 8.5
Er komen verschillende soorten discriminatie voor op de werkvloer. Discriminatie is strafbaar
en dus kun je aangifte doen.
Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. Bij een
conflict kan zo’n organisatie praten met de werkgever of een staking organiseren.
Als je wit werkt, kun je alleen ontslagen worden als er een goede reden voor is, bijvoorbeeld
als je bedrijf failliet gaat of moet reorganiseren. Als je gestolen hebt of weigert je werk te
doen, kun je op staande voet ontslagen worden. Je hebt dan geen recht op een uitkering.
Omdat het voor vrouwen, mensen met een migratieachtergrond en ouderen vaak lastig is
om
een baan te vinden, is voor deze groepen positieve discriminatie toegestaan. Ook zorgen
kinderopvangtoeslagen ouderschapsverlof ervoor dat meer vrouwen gaan werken.
Paragraaf 8.6
Nederland is een verzorgingsstaat omdat de overheid de burgers helpt als het nodig is. Er
zijn uitkeringen voor werknemers waardoor je geld krijgt als je werkloos, ziek of
arbeidsongeschikt wordt. Er zijn ook uitkeringen voor iedereen. De bekendste zijn: de AOW
(ouderen pensioen) en kinderbijslag. Als je geen werk hebt en geen uitkering krijgt, dan heb
je eventueel recht op bijstand.
Alle uitkeringen en regelingen bij elkaar kosten veel geld. Daarom neemt de overheid
maatregelen: ze
bezuinigen op de uitkeringen, mensen moeten voor medische zorg steeds vaker
bijbetalen en ook de pensioenleeftijd is verhoogd.
De politieke stromingen verschillen van mening over de ideale verzorgingsstaat.
- Liberalen vinden de eigen verantwoordelijkheid van mensen heel belangrijk.
- Christendemocraten willen een verantwoordelijke samenleving.
- Sociaal-democraten vinden dat de overheid vooral de kwetsbaren in de samenleving moet
helpen.