Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam: T
Studentnummer:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 07-02-2021
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
De doelstelling van het onderzoek was om erachter te komen wat het effect van speciaal
muziekonderwijs op de executieve functionering bij kinderen is. Voor het bereiken van de
doelstelling zijn 50 basisscholen at random benaderd, waarvan er 40 hebben deelgenomen aan
het onderzoek. Hieruit zijn uiteindelijk 700 deelnemers voortgekomen waarop het onderzoek
is gericht. De deelnemers zijn kinderen uit groep 7. De 40 klassen zijn random verdeeld in
ofwel een groep die speciaal muziekonderwijs (SMO) kreeg, ofwel een groep die regulier
muziekonderwijs (RMO) kreeg. De twee groepen zijn weer verdeeld in drie subcondities,
waarbij ze een bepaalde frequentie van het muziekonderwijs kregen: lage, gemiddelde en
hoge frequentie.
De deelnemers hebben vooraf een test voor het executief functioneren en het IQ gemaakt als
voormeting. Het onderzoek duurde in zijn geheel 30 weken, die werd afgesloten door het
herafnemen van de test.
De onderzoeksvraag van het onderzoek luidt: ‘welk type muziekonderwijs en welke
frequentie van muziekonderwijs hebben het grootste effect op het executief functioneren van
leerlingen, en is er tussen het type muziekonderwijs en de frequentie van muziekonderwijs
een interactie-effect waar te nemen op het executieve functioneren?
Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van een pretest-posttest design.
De resultaten laten zien dat er alleen sprake was van significant interactie-effect, dit sterke
effect liet zien dat het executief functioneren sterker toeneemt wanneer speciaal
muziekonderwijs wordt aangeboden in een hoge frequentie.
De conclusie is dan ook dat speciaal muziekonderwijs in een hoge frequentie zorgt voor het
meeste toenemen op het executief functioneren.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip, is
er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van kinderen,
wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om de
theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het brein
activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren (Särkämö et
al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal verband
tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn generalisaties moeilijk
te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd muziektraining
bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017), vocale training
(Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school (Jaschke et al., 2018)
en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).