Inleiding Belastinghe ng Ondernemingen 2020 - 2021
Week 1 - Subject- en totaalwinst
Binnenlands belastingplichtige, artikel 2 lid 1 sub a Wet VPB, de in NL gevestigde:
• N.V.;
• B.V.;
• Open C.V.; en
• Andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld.
Open C.V., vennoten kunnen vrij in- en uittreden, zonder toestemming van zittende vennoten.
Gesloten C.V., vennoten kunnen enkel in- en uittreden met toestemming van andere zittende
vennoten.
Een gesloten C.V. wordt als scaal transparant gezien en wordt derhalve niet betrokken in de
he ng van de VPB. Vanwege de scale transparantie worden de achterliggende vennoten
betrokken in de belastinghe ng.
Alle resultaten van een binnenlands belastingplichtige behoren tot de belastbare winst, ongeacht
of er een materiële onderneming wordt gedreven.
Bijvoorbeeld
Een B.V. die enkel beleggingsactiviteiten uitvoert, wordt over de resultaten behaald met deze
activiteiten in de belastinghe ng betrokken. Eventuele koersverliezen worden tevens in de
belastinghe ng betrokken. Vermogen-etikettering speelt hierin geen rol.
Verenigingen en Stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen zijn
binnenlands belastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijven, ex artikel 2 lid 1
sub e Wet VPB.
Bijvoorbeeld
Beleggingen van Verenigingen en Stichtingen, die normaal vermogensbeheer niet te buiten gaan,
zullen niet in de belastinghe ng worden betrokken.
Publiek rechtelijke rechtspersonen, bijvoorbeeld gemeentes, provincies en waterschappen, niet
zijnde de Staat, die niet al op grond van artikel 2 lid 1 onderdelen a t/m e Wet VPB
belastingplichtig zijn, zijn belastingplichtig voor zover zij een onderneming drijven, ex artikel 2 lid 1
sub g Wet VPB.
Vestigingsplaats van een lichaam, ex artikel 4 AWR, wordt naar omstandigheden beoordeeld
o.b.v. plaats van de feitelijke leiding.
Plaats van de feitelijke leiding, de plaats van directievergaderingen, locatie hoofdkantoor,
woonplaats van directeuren, plaats algemene vergadering van aandeelhouders, etc;
Oprichting naar Nederlands recht, ex artikel 2 lid 4 Wet VPB, zorgt ervoor dat men acht dat het
lichaam in Nederland is gevestigd. Daardoor binnenlands belastingplichtig.
Binnenlands belastingplichtigen worden in beginsel onbeperkt belast naar het wereld inkomen.
Buitenlands belastingplichtigen worden belast naar het inkomen dat zij in NL verkrijgen.
Voorbeeld
Een B.V. dat naar NL recht is opgericht maar haar leiding in Spanje heeft. In Spanje wil men de
B.V. belasten naar het Spaanse recht over het wereld inkomen. NL zal de B.V. ook als binnenlands
belastingplichtige willen aanmerken en ook belasten over het wereld inkomen. Verdragen
voorkomen dat B.V.’s dubbel worden betrokken in de belastinghe ng.
Ex artikel 4 AWR wordt de B.V. in Spanje over het wereld inkomen belast i.v.m. de plaats van de
feitelijke leiding. In NL wordt de B.V. belast over het inkomen dat de B.V. in NL verkrijgt. Opgericht
naar Nederlands recht, daardoor binnenlands belastingplichtig.
ffi ffi ffi ffi
fiffi fi ffi
, Inleiding Belastinghe ng Ondernemingen 2020 - 2021
Onderneming, 4 vereisten:
• Duurzame organisatie, incidentele winsten worden niet belast;
• Kapitaal en arbeid;
• Deelname economisch verkeer;
• Winstoogmerk.
Stichtingen of Verenigingen zijn niet belastingplichtig voor opbrengsten uit beleggingen, aandelen,
obligaties of onroerende zaken. Zie ‘arrest passieve fondsenwerving’.
Arrest passieve fondsenwerving, het doorsluizen van gelden door een Stichting of een Vereniging
kan niet worden aangemerkt als een organisatie van kapitaal en arbeid. Het openstellen/ter
beschikking stellen van een bank- of gironummer wordt buiten de he ng van de VPB gehouden.
Verenigingen of Stichtingen die enkel aan haar leden presteert, valt buiten de he ng van de VPB.
Er wordt niet voldaan aan het vereiste van deelname economisch verkeer.
Contributie innen wordt niet gezien als deelname economisch verkeer.
Verbod op het maken van winst, zoals vermeld kan zijn in statuten van een Vereniging of Stichting,
is niet van belang voor het winstoogmerk. Fiscaal wordt er gekeken naar contracten en de
economische realiteit.
Het (objectieve) winstoogmerk wordt geacht aanwezig te zijn indien er sprake is van een
meerjarige exploitatie overschot.
Concurrentiecriterium, ex artikel 4 lid 1 sub a Wet VPB, een Stichting, Vereniging en
publiekrechtelijke rechtspersoon is belastingplichtig indien zij in concurrentie treedt met het
bedrijfsleven welke in de belastinghe ng worden betrokken. Mits ex artikel 2 Wet VPB er geen
sprake is van een onderneming.
Vermogensetikettering, van toepassing op beperkt belastingplichtigen voor zover zij een
onderneming drijven. Voor voordelen die voortvloeien uit vermogensbestanddelen moet eerst
bepaald worden of dit bestanddeel al dan niet tot de onderneming hoort. 10% is geen wetgeving,
maar een vuistregel.
• 90% - 100%, verplicht ondernemingsvermogen, bestanddeel wordt vrijwel uitsluitend gebruikt
t.b.v. de onderneming;
• 10% - 90%, keuze vermogen;
• 0% - 10%, verplicht privé/ niet-ondernemingsvermogen, bestanddeel wordt in het geheel niet
t.b.v. de onderneming gebruikt.
Privaat rechtelijke rechtspersonen, lichamen waarvan uitsluitend publiek rechtelijke
rechtspersonen (on)middelijk aandeelhouder zijn. Bijvoorbeeld, B.V., N.V., open C.V. of andere
vennootschappen waarvan uitsluitend publiek rechtelijke rechtspersonen (on)middelijk
aandeelhouder zijn.
Buitenlands belastingplichtig, ex artikel 3 lid 1 Wet VPB, de niet in NL gevestigde
• Verenigingen;
• Andere rechtspersonen;
• Open C.V.;
• Andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld.
• Bijvoorbeeld doelvermogens die in NL inkomen genieten. Doelvermogens, zijn naar vreemd
recht opgerichte trusts.
Subjectieve buitenlandse belastingplicht van lichamen, die vergelijkbaar zijn met NL Verenigingen
of Stichtingen is in artikel 3 Wet VPB ook van beperkte aard.
Enkel voorzover buitenlandse Verenigingen of Stichtingen een onderneming in NL drijven zijn zij
buitenlands belastingplichtig voor de Nederlandse VPB, ex artikel 3 lid 2 Wet VPB. Enkel
ffi ffi ffi ffi
, Inleiding Belastinghe ng Ondernemingen 2020 - 2021
belastingplichtig voorzover zij NL inkomen genieten. Nederlands inkomen, ex artikel 17 & artikel
17a Wet VPB.
Indien inkomen van een lichaam niet vermeld staat, ex artikel 17 of artikel 17a Wet VPB, heeft NL
geen he ngsrecht, ongeacht de aanwezigheid van een verdrag tussen landen.
Verdragen zijn he ng beperkend maar kunnen geen he ngsrecht toekennen.
Bepaalde lichamen die ex artikel 2 en artikel 3 Wet VPB belastingplichtig zijn, zijn subjectief
vrijgesteld, ex artikel 5 Wet VPB, bij algemene maatregel van bestuur en daarmee alsnog niet
belastingplichtig. Vrijstelling hebben een sociale achtergrond of vinden hun grondslag in algemeen
maatschappelijk belang. Bijvoorbeeld, natuurschoon-lichamen, pensioenfondsen, ziekenhuizen.
Vrijstelling voor Verenigingen, Stichtingen en kerkgenootschappen indien de winst niet uitstijgt
boven de zogenoemde winstplafond, ex artikel 5 Wet VPB.
Winstplafond, ex artikel 6 Wet VPB:
• EUR 15.000 per jaar; of
• EUR 75.000 gemeten over het lopende jaar en de 4 voorafgaande jaren.
Belastbaar bedrag (binnenlands belastingplichtige), ex artikel 7 lid 1 = Winst (artikel 8) - Giften
(artikel 7 lid 3) - Te verrekenen verliezen (artikel 7 lid 2 j.o artikel 20)
Wet Vennootschapsbelasting kent geen eigen winst begrip, artikel 8 Wet VPB, enkel aanvullingen
op het begrip. Voor het winst begrip wordt aangesloten bij de Wet Inkomstenbelasting, ex artikel
3.25 Wet IB.
Verliesverrekening, ex artikel 20 Wet VPB:
• Carry-back, verliezen zijn 1 jaar terug te verrekenen;
• Carry-forward,
• Verliezen geleden in 2018 zijn tot 2027 te verrekenen (9 jaar);
• Verliezen geleden in 2019 zijn tot 2025 te verrekenen (6 jaar).
Belasting tarief VPB, ex artikel 22 Wet VPB, waarbij twee schijven worden gehanteerd.
• Tot EUR 200.000 wordt belast tegen het basis tarief van 16,5%; alles boven de drempel wordt
belast tegen 25%;
• Vanaf 2021 wordt de schijfgrens verhoogd naar EUR 245.000 en het basis tarief verlaagd naar
15%;
• Vanaf 2022 wordt de schijfgrens verhoogd naar EUR 395.000 en het basis tarief blijft 15%.
Basis winstbepaling, totaal- en jaarwinst, VPB is gelijk voor inkomstenbelasting ondernemingen.
Artikel 8 Wet VPB, de winst wordt opgevat en bepaald op de voet van artikel 3.8, 3.11 t/m 3.14,
3.21 t/m 3.30, 3,30a, 3,31 t/m 3.54 en 3.55 t/m 3.57, 10.10, 10a.2 en 10a.3 Wet
Inkomstenbelasting, waarbij voor ondernemer wordt gelezen belastingplichtige.
Zie tevens artikel 8 lid 2 sub c en artikel 8 lid 5 Wet VPB.
Totaalwinst, artikel 3.8 Wet IB
• Bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig), i.e. alle vermogens toenamen en
afnamen (uitgezonderd stortingen of terugbetaling van kapitaal), verkregen uit de
onderneming;
• Stortingen en terugbetalingen van kapitaal zijn resultaten behaald uit de verhouding tussen
de eigenaren van de onderneming en de onderneming en betreft geen resultaat uit
bedrijfsuitoefening. Speelt zich af in de kapitaalsfeer tussen de vennootschap en de
aandeelhouders. Stortingen en terugbetalingen moeten bij het bepalen van de winst worden
geëlimineerd. Kapitaalstortingen of dividend betalingen mogen de winst niet beïnvloeden.
Voor het bepalen van de winst van een vennootschap is het van belang of een voordeel is
behaald in de winstsfeer of de kapitaalsfeer.
• ‘Alles’ is belast en ‘alles’ is aftrekbaar, mits dit voortvloeit uit de onderneming;
• Belast ook ‘in atie winst’, waarbij de euro = euro regel geldt, nominalistisch.
ffi fl ffi ffi ffi
, Inleiding Belastinghe ng Ondernemingen 2020 - 2021
Jaarwinst, ex artikel 3.25 Wet IB, de in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens
goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is
van de vermoedelijke uitkomst.
Winsten moeten uiterlijk worden genomen op het moment dat deze zijn gerealiseerd.
Verliezen mogen in aanmerking genomen wanneer deze worden voorzien.
Kapitaalstorting, vindt plaats in de kapitaalsfeer, het verhoogd het eigen vermogen van de
vennootschap maar het mag geen invloed hebben op de belastbare winst van de vennootschap:
• Formeel, bijvoorbeeld agio, het daadwerkelijk op aandelen gestort kapitaal, civiel rechtelijk
ook als dergelijk genoemd;
• Informeel, al hetgeen de aandeelhouder als zodanig bewust ter bevoordeling aan de
vennootschap doet toekomen, heeft geen civiel rechtelijke achtergrond en bestaat enkel in het
scaal recht.
Voorbeeld kapitaalstorting
Stel dat een moedervennootschap of aandeelhouder van de vennootschap een auto verkoopt aan
de vennootschap voor een bedrag van EUR 1.000, de dagwaarde van de auto is echter EUR
10.000. Het verschil tussen de dagwaarde van de auto en wat er in het maatschappelijk verkeer
werkelijk voor wordt betaald is, EUR 9.000, dit wordt gezien als informele kapitaalstorting, maar
beïnvloedt de winst van de vennootschap niet, het vergroot enkel het eigen vermogen van de
vennootschap.
Dividend, verlaagt het eigen vermogen van een vennootschap, maar zorgt er niet voor dat de
belastbare winst verminderd, het betreft namelijk geen kosten die uit de onderneming
voortvloeien.
Formeel dividend, winstuitkering na besluit van een daartoe bevoegd orgaan.
Vermomd dividend, een vermogensverschuiving en/of bevoordeling van de vennootschap jegens
de aandeelhouders. Vereist bewustzijn en de aanwezigheid van voldoende winst reserves.
Bij vermomd dividend en informele kapitaalstortingen moet men zich afvragen of er in het geval
van een willekeurige derde gelijk zou zijn gehandeld.
Voorbeeld vermomd dividend
Stel dat de vennootschap een auto verkoop aan een moedervennootschap of aandeelhouder van
de vennootschap voor een bedrag van EUR 1.000, de dagwaarde van de auto is echter EUR
10.000. Het verschil tussen de dagwaarde van de auto en wat er in het maatschappelijk verkeer
werkelijk voor wordt betaald is, EUR 9.000, dit wordt gezien als vermomd dividend, het beïnvloedt
de winst van de vennootschap niet, het verkleint het eigen vermogen van de vennootschap.
Dagwaarde moet worden opgenomen in de vermogensvergelijking. Het verschil tussen de
dagwaarde van de auto en de werkelijke prijs zoals betaald in het economisch verkeer wordt als
vermomd dividend gezien.
Totaalwinst = eindvermogen + onttrekkingen - kapitaalstortingen - beginvermogen
Alle ondernemingskosten zijn aftrekbaar bij het bepalen van de scale winst, ex artikel 8 Wet VPB
j.o. artikel 3.8 Wet IB.
Ondernemingskosten, door de bedrijfsuitoefening veroorzaakte uitgaven gedaan met het oog op
de zakelijke belangen van de onderneming.
Onttrekkingen, uitgaven die de onderneming vreemd zijn, derhalve niet aftrekbaar bij het bepalen
van de scale winst.
fi
fi ffi fi