100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 2 Cel en Leven Nectar vwo 4 €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 2 Cel en Leven Nectar vwo 4

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

een volledige samenvatting van Hoofdstuk 2 Cel en Leven. Ook zitten er meerdere plaatjes bij inbegrepen om de stof goed te kunnen begrijpen.

Voorbeeld 2 van de 12  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2 cel en leven
  • 26 juni 2021
  • 12
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5512)
avatar-seller
manonvandentempel
H2 - Cel & leven
Paragraaf 2.1 – cellen leven samen
Moleculen: de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschapen van die stof.

Glucose is een brandstof die je cellen nodig heeft, om glucosemoleculen op te nemen hebben de
meeste van je cellen insuline nodig. Dus word er door je bloed insuline (insuline komt uit de
alvleesklier) met glucosemoleculen vervoert vanuit je darmen naar je cellen.

Cellen: dit zijn de basiseenheden van je lichaam, elk levend wezen of organisme bestaat uit cellen.

Organisme: een levend wezen met zijn eigen stofwisseling.

Organisatieniveaus: begrensde biologische structuren, met duidelijke samenhang tussen de
onderdelen. Elk niveau is opgebouwd uit het vorige niveau

Organisatieniveaus:

 Molecuul: bestaat uit meerdere atomen en heeft dezelfde eigenschappen als de stof.
 Organel: een onderdeel van de cel met een bepaalde taak.
 Cel: de basiseenheid van elk organisme.
 Weefsel: een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
 Orgaan: verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak.
 Orgaanstelsel: diverse organen die samen een bepaalde taak hebben.
 Organisme: een levend wezen.
 Populatie: een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied (soort).
 Levensgemeenschap: alle organismen in een bepaald gebied.
 Ecosysteem: een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur
relaties hebben.
 Systeem aarde: een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en
biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties.

Op elk organisatieniveau is er samenwerking tussen de onderdelen.

Molecuul  organel cel  weefsel orgaan orgaanstelsel  organisme populatie 
levensgemeenschap  ecosysteem  systeem aarde

Emergente eigenschap: nieuwe eigenschappen die op hoger organisatieniveau verschijnen. Dit
gebeurt door samenwerking van onderdelen. Bijvoorbeeld: door de samenwerking van je spieren,
botten en zenuwstelsel kun je sporten.

Levenskenmerken: cellen en organismen hebben allemaal kenmerken, eigenschappen en processen
die typisch zijn voor het leven.

Levenskenmerken:

 Opgebouwd uit een of meer cellen
 Groei
 Voortplanting
 Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
 Waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
 Organisatie van erfelijk materiaal

, bij diabetes type 1 zijn bepaalde cellen in de alvleesklier beschadigd. Hierbij krijgt de patiënt allemaal
klachten. Een transplantatie van de alvleesklier kan dit verhelpen. Ook kan je dit genezen door het
gebruik van stamcellen. Deze cellen hebben het vermogen om zich te blijven delen en te kunnen
differentiëren in gespecialiseerde celtypen.

Celdifferentiatie: in een later ontwikkelingsstadium van het embryo ontstaan cellen die verschillen
in grootte, vorm en functie.

Deze cellen onderscheiden zich door de verschillende eiwitten die ze maken. Eiwitten zijn organische
stoffen opgebouwd uit aminozuren.

Verhouding oppervlak/inhoud: beperkt de maximale grootte die cellen kunnen hebben.

Paragraaf 2.2 – cellen
Cellen zijn omgeven door een celmembraan (membraam aan de buitenkant van de cel) van
fosfolipiden. Ze bestaan uit grondplasma (waterige inhoud van een cel) met organellen (een
onderdeel van een cel met een bepaalde taak).

een celmembraan bestaat uit fosfolipiden, cholesterol en eiwitten.

Heterotroof: organisme dat leeft van organische stoffen (dieren).

Je lichaam heeft honderden verschillende celtypen die allemaal eiwitten maken. De bouwstenen voor
al die eiwitten heten aminozuren, afkomstig uit het voedsel dat je verteerd.

(groep 1) Een dierlijke cel kan de volgende organellen onderdelen bevatten:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper manonvandentempel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77858 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen