Samenvatting herkansing CIVR.1-BPR
Week 1: Absolute en relatieve competentie, dagvaardingsprocedure
Formeel recht → regels procederen civiel recht, hoe wordt materiële recht
afgedwongen.
Materieel recht → inhoudelijke rechten en plichten
Functies van het burgerlijk procesrecht:
- Handhaven/beïnvloeden burgerlijke rechten en plichten
- Voorkomen van gerechtelijke procedures
- Voorkomen van eigenrichting
Algemene uitgangspunten
- Hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel)(art. 19 Rv); partijen moeten gelegenheid
krijgen te reageren op stellingen wederpartij, dan kan rechter pas beslissen. Partij
hoeft hier geen gebruik van te maken, moet wel de gelegenheid krijgen. Schending
hiervan levert vormverzuim op.
- Beginsel van partijautonomie (lijdelijkheidsbeginsel)(art. 24 Rv); vrijheid om geschil
voor te leggen aan rechter. Zelf de omvang van het geschil bepalen. Als partijen naar
rechter stappen ontstaan hierdoor ook verplichtingen, zoals dat de partij moet waken
voor onredelijke vertraging in procedure (art. 20 lid 2 Rv) en partijen moeten feiten
volledig en naar waarheid voorleggen aan rechter (art. 21 Rv).
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn (art. 20 lid 1 Rv); de rechter waakt
tegen onredelijke vertraging en kan hiertoe maatregelen nemen.
- Openbaarheid uitspraak en openbaarheid zitting (art. 27, 28 en 29 Rv); rechter
controleren, voorkomen achterkamertjes politiek. Creëert draagkracht rechterlijke
macht en dit leidt tot begrip. Muv de in sub a-d genoemde gronden. Schriftelijke
beslissing die (digitaal) beschikbaar is, is voldoende openbaar.
Uitgangspunten niet genoemd in de kennisclip:
- Recht op rechtspraak en rechtsbijstand (toegangsprincipe)(art. 17, 18 en 112 Gw);
Ieder kan geschil voorleggen aan rechter + recht op bijstand hierbij (gesubsidieerde
bijstand).
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter; rechter geen verantwoording afleggen aan
iemand. Hij oordeelt zonder zich te laten leiden door personen van procespartijen;
objectief en onbevooroordeeld. Bij twijfel kan een partij de rechter wraken (art. 36 Rv)
of een verzoek tot verschoning doen (art. 40 Rv).
- Motiveringsbeginsel; Art. 30 Rv, 121 FW, 5 lid 1 RO: uitspraken houden de gronden
in waarop zij rusten, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing (26 en 23 Rv, 12 Wet algemene
bepalingen): vloeit voort uit het recht op rechtspraak en rechtsbijstand. Rechter mag
niet weigeren om een uitspraak te doen en de eindbeslissing moet volledig zijn: alle
geschilpunten betreffen.
- Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden (Art. 25 Rv); verplichting van rechter om,
indien nodig, op eigen initiatief de rechtsgronden aan te vullen. Als een partij
vordering/verweer op onjuiste grondslag baseert moet de rechter te hulp schieten en
corrigeren. De partij moet wel voldoende feiten en omstandigheden aanvoeren om
de grond te onderbouwen, de rechter mag niet aanvullen (Art. 24 Rv).
,Deelnemers van de gerechtelijke procedure
- Procespartijen: Partijautonomie leidt ertoe dat partijen zelf bepalen of en waarover
wordt geprocedeerd. Zowel np als rp (51 Rv, 26 WOR) kunnen procederen. Onder
vertegenwoordiging, groepsbelang of algemeen belang.
- Vertegenwoordiging np (3:32 BW): vertegenwoordiger is de formele partij,
vertegenwoordigde is de materiële partij; deze partij wordt gebonden.
- Vertegenwoordiging rp: altijd door np; rp blijft formele en materiële partij,
tenzij er sprake is van faillissement: dan is de curator formele partij (68 Fw).
- Groepsbelang/algemeen belang (3:305a-c BW): vertegenwoordiging voor
collectief belang → vereniging/stichting.
- De gerechtsdeurwaarder: Door kroon benoemd openbaar ambtenaar met officiële
ambtstaken. Kan optreden als gemachtigde in een procedure maar dit is geen
hoofdtaak. Heeft rechten/plichten ogv GDW.
- Hoofdtaken gerechtsdeurwaarder:
- Exploten (3 Gdw)(begin van proces)
- Beslagen
- Tenuitvoerleggen uitspraken dmv dwang als niet wordt nageleefd
(einde van proces, alleen gerechtsdeurwaarder kan dit)
- Rechtsbijstandverleners:
- 18 Gw → iedereen heeft recht op bijstand. :
- 79 lid 1 Rv → procederen bij kantonrechter of in kort geding geen verplichte
bijstand; kan in persoon procederen.
- 79 lid 2 Rv → civiel, hoger beroep en in cassatie: verplichte bijstand.
- Taken advocaat:
- Stelt processtukken op
- Aanspreekpunt
- Woordvoerder zitting
- Correspondentie mbt zaak
- Administratie van processtukken
- Andere rechtshulpverleners:
- 80 lid 1 Rv → als advocaat niet verplicht is (kanton) kan
persoon zich bij laten staan door een gemachtigde of dmv
volmacht. In kort geding mag machtiging niet door iemand
anders dan een advocaat (dus in persoon procederen of bij
advocaat 255 lid 1 Rv). Iedere handelingsbekwame
vertrouwenspersoon kan gemachtigd worden.
- 80 lid 2 Rv → overleggen schriftelijk volmacht bij niet-
advocaten
- 80 lid 3 Rv → schriftelijk volmacht niet nodig voor advocaten of
gdw
- Griffie: gerechtelijke administratieve ondersteuning. Op griffie werken griffiers.
- Gerechtssecretaris: juridische ondersteuning gerecht; hulp/rechterhand rechter.
- De rechter
- Taak en positie rechter:
- Einduitspraak: wie heeft er gelijk
- Soms beslissingen nemen zonder geschil (verzoekschriftprocedure)
- Lijdelijke rol
, - Voeren regie over zitting, gebonden aan kaders en beleid
- Onpartijdig en onafhankelijk, benoemd voor het leven (112 GW)
- Maatregelen → 46 Wrra
- Rechter mag geen persoonlijk belang (wraking, verschoning)
Soorten gerechten
- Rechtbank (40-57 RO) → eerste aanleg (1 BZG): verdeling in NL
- Gerechtshof (58-71 RO) → hoger beroep, 2e feitenrechter. Soms 1e aanleg:
66 RO Arrondissementen kunnen samen een ressort vormen.
- Hoge Raad (72-83 RO) → 1 in Den Haag, cassatierechter.
Bevestigd/vernietigd een eerdere uitspraak in het geval van:
- Vormverzuim
- Schending van recht
Enkelvoudige en meervoudige kamers
- Eerste aanleg → uitgangspunt is enkelvoudige kamer (15 lid 1 Rv),
doorverwijzen naar meervoudige kamer is mogelijk (lid 2).
- Gerechtshof → uitgangspunt is meervoudige kamer (16 lid 1 Rv), 344 Rv:
voorbereiding van de zaak kan door enkelvoudige kamer (uitzondering).
- Hoge Raad → uitgangspunt is meervoudige kamer met 5 rechters (17 lid 1
Rv). Uitzondering kan met 3 rechters (lid 2) of ook voorbereiding door een
enkelvoudige kamer (408a lid 1 en 2 Rv).
Ontwikkelingen Burgerlijk Procesrecht (KEI-wet 2016)
KEI zou ertoe moeten leiden dat civiele procedures niet meer via papier zouden
lopen maar digitaal → werkte niet + kon geen veiligheid bieden voor digitale
bestanden.
Gevolgen wetsvoorstel:
- Alle rechtbanken hebben weer hetzelfde procesrecht → papiere
dagvaarding
- Einde apart procesrecht rb. Gld en Midden-Nederland en overige.
- Digitaal procederen handelszaken civiele rechter bij Gld en Midden-NL stop
- Rechter ruimte voor regie in begin, vooraf en tijdens behandeling.
Absolute competentie
Absolute competentie → welke rechterlijke instantie is bevoegd? Waar moet de zaak
voor de eerste keer aanhangig gemaakt worden? welke sector van de rechtbank?
Art. 42 RO → 1e aanleg is rechtbank bevoegd. Rechtbanken worden gesplitst in
civiel en kanton; afdelingscompetentie. De civiele kamer is bevoegd als de kanton kamer
dit niet is.
Art. 93 Rv → welke zaken moeten aan de kantonrechter worden voorgelegd.
- Zaken van waarden tot 25.000 euro, daarboven sector civiel
- Waarde is onbepaald, maar vermoedelijk niet hoger dan 25.000 euro
- Zaken die altijd aan kantonrechter moeten worden voorgelegd; naar hun aard
(aardvorderingen). Huur- consumentenkoop- en arbeidszaken; waarde van vordering
maakt niet uit. Aardvorderingen altijd naar kantonrechter!
- Als de wet bepaalt dat de kantonrechter bevoegd is.