2021
Privacy vs. Persvrijheid
DE ROL VAN HET EVRM IN DE STRIJD TUSSEN HET
KONINGSHUIS EN DE MEDIA IN NEDERLAND EN IN
HET VERENIGD KONINKRIJK
NAAM – STUDENT-ID
1500 WOORDEN
,Inhoud
1. 1. Introductie onderwerp..........................................................................................................2
2. 2. Wat is al onderzocht?............................................................................................................2
3. 3. Wat is nog niet (goed) onderzocht?.......................................................................................3
4. 4. Wat zal worden onderzocht?.................................................................................................4
5. 5. Welke methode zal worden gehanteerd en waarom?...........................................................4
6. 6. Welke informatie is nodig om zinvolle conclusies te kunnen trekken en op welke wijze zal
de informatie worden verzameld?............................................................................................4
7. 7. Wat is de theoretische (wetenschappelijke) relevantie van het onderzoek?........................5
8. 8. Wat is de praktische (maatschappelijke) relevantie van het onderzoek?..............................5
9. 9. Literatuur- en jurisprudentieoverzicht...................................................................................6
1
, 1. Introductie onderwerp
Het onderzoek gaat over de spanning tussen het recht op privacy van het Koningshuis en de
persvrijheid van de media. Deze kwestie wordt behandeld vanuit een rechtsvergelijkend perspectief
tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Tevens wordt er gekeken naar de invloed van de
rechtspraak van het EHRM op deze kwestie.
2. Wat is al onderzocht?
In 1998 heeft de Raad van Europa een resolutie opgesteld die strekt ter bescherming van het recht op
privacy van zogenoemde ‘’public figures’’.1 Daarnaast zijn er ook handboeken en artikelen geschreven
die ingaan op de verhouding tussen beide grondrechten. 2 De vrijheid van meningsuiting in het
Verenigd Koninkrijk is al eens geëvalueerd in het licht van de Human Rights Act 1998. 3 Daarnaast is
dit grondrecht ook al beoordeeld binnen de context van het EVRM. 4 In Nederland is ook onderzoek
gedaan naar de horizontale verhouding tussen beide grondrechten. 5 Gezien de huidige technologie en
de steeds groeiende invloed van sociale media is er ook onderzoek gedaan naar de werking van deze
grondrechten in het digitale tijdperk.6 Ook was het recht op privacy vooral van belang bij het invoeren
van de nieuwe AVG-wetgeving.7 Voor public figures zijn vaak andere aspecten belangrijk. Het
handelen van deze public figures is vaak het gesprek van de dag. De media die publiceert over
bepaalde kwesties stelt vaak dat er sprake is van een ‘’publiek belang’’ om te kunnen publiceren. 8 Dit
publieke belang ‘’overruled’’ namelijk het recht op privacy van deze public figures. 9 Meerdere auteurs
hebben het recht op privacy ook al eens onderzocht wanneer het om een public figure gaat. 10 Over de
strijd tussen het recht op privacy en de persvrijheid wordt vaak geprocedeerd door de persoon 11 wiens
privacy is geschonden en door de media12 die wordt beperkt in het publiceren van informatie en
foto’s.13 Deze kwesties worden vaak aan het EHRM voorgelegd. Vaak gaat het dan om voorafgaande
toestemming die niet zou zijn verleend door de desbetreffende persoon aan de media. Deze situatie
van voorafgaande toestemming wordt beschouwd als een te grote inbreuk op de persvrijheid. 14 Leden
1
Resolutie 1165 (1998) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (26 juni 1998), Right to
Privacy.
2
Chambers, Comm. Law 2002/53, p. 40-42; Moreham, Cambridge Law Journal 2006, p. 606-635; Rozenberg
2005,p. 115-171; Terlouw, NTM/NJCM-bull. 2011, p. 656; Wacks 2013, p. 2-51.
3
Barendt, Indiana Law Journal 2009, p. 851-866.
4
Bychawska-Siniarska, Council of Europe 2017, p. 87-107.
5
Nehmelman & Noorlander 2013/9.5.4.
6
De Meij, NTM/NJCM-bull. 2001, p. 274.
7
Bonthuis 2020/7.1; Kranenborg 2007/6.4; Kranenborg & Verhey 2018/8.5.
8
EHRM 10 november 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:1110JUD004045407 (Couderc and Hachette Filipacchi
Associés/France); Cour d’appel de de Versailles – ch. 14 (Frankrijk) 5 juni 2013, Sas Mondadori Magazines
France v HRH the Duke of Cambridge et HRH the Duchess of Cambridge no 12/06773.
9
Kesar, NTM/NJCM-bull. 2018/6.
10
Hughes, Cambridge Law Journal 2019, p. 70-99; Jordan, Q.M.L.J. 2016, p. 16-28; Nieuwenhuis, Mediaforum
2012, p. 2-13; Shackelford, 49 Am. Bus. L.J. 2012/125; Yanisky-Ravid & Zion Lahav, U. Pa. J. Const. L. 2017/975.
11
EHRM 25 juni 1992, ECLI:CE:ECHR:1992:0625JUD001377888 (Thorgeir Thorgeirson/Iceland); EHRM 28 april
2009, ECLI:CE:ECHR:2009:0428JUD003931105 (Karakó/Hungary); EHRM 6 april 2010,
ECLI:CE:ECHR:2010:0406JUD004334905 (Jokitaipale/Finland); EHRM 10 mei 2011,
ECLI:CE:ECHR:2011:0510JUD004800908 (Mosley/United Kingdom); EHRM 7 februari 2012,
ECLI:CE:ECHR:2012:0207JUD003995408 (Springer/Germany).
12
EHRM 18 mei 2004, ECLI:CE:ECHR:2004:0527JUD006674601 (Plon France); EHRM 4 juni 2009,
ECLI:CE:ECHR:2009:0604JUD002127705 (Standard Verlags); EHRM 18 januari 2011,
ECLI:CE:ECHR:2011:0118JUD003940104 (MGN/United Kingdom).
13
EHRM 15 januari 2009, ECLI:CE:ECHR:2009:0115JUD000123405 (Reklos and Davourlis/Greece); Van Toor,
SteR nr. 32, 2017/III.6.2.1.1.0.g.
14
Nieuwenhuis, NTM/NJCM-bull. 2011, p. 24.
2