Samenvatting Hoofdstuk 6
, §6.1 Dynamiek op de wadden
Getijstromen
Het waddengebied strekt zich uit van Den Helder, langs de Duitse kust naar het Deense
Esbjerg. Het NL deel: waddeneilanden, Waddenzee en smalle kuststrook van N-H, Fr, Gr.
- Natuurkracht in waddengebied is water; ieder etmaal stroomt hij vol. Opkomend
water: vloed, afgaan water: eb = getij
- Waddenzee is ondiepe binnenzee, omsloten door land. Na 6 uur gaat minder sterke
ebstroom van oost naar west.
- Eens in de twee weken is extra hoog water: springtij
De Waddenzee
Waddenzee bestaat uit verschillende onderdelen:
- Noordzeewater stroomt via zeegaten tussen eilanden waddenzee binnen. De
zijtakken van de gaten (geulen) zijn dan ook gevuld met water, liggen beneden
niveau van gemiddeld laagwater.
- In water zweven deeltjes, sommige licht: kleideeltjes, andere zwaar: grof
zand → slib, in geulen stroomt water heel snel = slibdeeltjes zakken naar de bodem
- Wadplaten in Waddenzee vallen bij eb droog, opgehoogd door fijne slibdeeltjes.
90% van het sediment (wat er neergelegd wordt op de bodem) is fijn zand, rest is
klei(/slik), 1% uit grof zand. Op de platen zijn kleine geultjes: prielen (voeren bij eb
water af = droogvallen)
- Wantij = plek zuiden van eiland → vloedstromen vanuit 2 zeegaten
samenkomen. In rustig/stilstaand water bezinkt slib.
Een waddeneiland
Meeste waddeneilanden evenwijdig aan kust
- Op de ‘kop’ en ‘staart’ van eiland enorme zandbanken → veranderen
steeds van plek (door storm/wind, gevolg van wisselende
golven/getijstromen/zandaanvoer)
- Langs hele Noordzeekust van eiland brede zandstranden met duinen erachter
- Op de hogere, droge delen van strand ontstaan lage duintjes door oplaaiende wind,
groeien na tijdje tot een duinenrij → ontstaan duingebied
- Aan waddenkant van eiland ligt kwelder: begroeid stuk land, direct aan zee grenst,
bij storm/springtij overstroomd. Een slenk (kreek) voert water af naar zee. Op
kwelder alleen planten die tegen zout water kunnen
- Op vasteland werd opslibben van kwelders geholpen door
landaanwinningswerken: winnen van land op zee door meer slib te laten
bezinken in rustig water achter lage dammetjes → kustlijn schuift
zeewaarts op