HC 1
Waarom is goede communicatie belangrijk?
Voor een accurate diagnostiek en accurate behandeling.
Om anamnestische informatie te verkrijgen.
Om het stressniveau/bevattingsvermogen van de patiënt helder te krijgen.
Het opbouwen van een goede werkrelatie (50% van het succes van de behandeling wordt
immers bepaald door de werkrelatie tussen tandarts en patiënt): aansluiten bij de klachten
en wensen van de patiënt.
Tenslotte is goede communicatie belangrijk om een patiënt voorlichting te geven, om een
patiënt te motiveren iets te doen/laten (therapietrouw realiseren) en om de autonomie van
de patiënt te waarborgen.
Wat is als tandarts van belang om op te letten qua professionele omgangsvormen?
Professioneel gedrag
Verbale communicatie: o.a. van belang voor het afnemen van een anamnese. Informatie kan
worden verkregen d.m.v.: *Zie HC voor voorbeelden
1. Volgen: grofweg vaak aan het begin van het consult.
Doel: interactie bevorderen, erkennen van het probleem en het exploreren
van het referentiekader van de patiënt.
Middel*: open vragen (denk aan de 5 w’s), exploratief doorvragen,
bekrachtigen, parafraseren, gevoelsreflecties.
Valkuil: verzanden, praatpaal.
2. Sturen: grofweg de tweede fase van het consult.
Doel: verkrijgen van specifieke informatie, ordenen van informatie m.b.v. een
tandheelkundig referentiekader.
Middel*: regie in eigen handen nemen, samenvatten, gesloten vragen
stellen, nieuwe informatie vragen.
Valkuil: te veel een eigen spoor volgen, informatie mislopen, een passieve
patiënt.
3. Toetsen: grofweg aan het eind van het consult.
Doel: bevestiging zoeken van je gevormde hypothese, voorkomen van
miscommunicatie en de patiënt actief laten blijven.
Middel*: gesloten vragen.
Valkuil: belangrijke informatie mislopen en te snel en te direct toetsen
waardoor je weerstand oproept bij de patiënt.
Non-verbale communicatie: uiterlijk, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en beweging,
gebaren, ruimtelijke afstand.
o Non-verbale communicatie geeft informatie over gevoelens of gedachten achter een
boodschap of over gevoelens of gedachten die een boodschap vergezellen.
o Non-verbale communicatie is ambigue: voor meerdere uitleg vatbaar. Er zijn
verschillen tussen mensen, maar ook veel overeenkomsten tussen mensen in
dezelfde cultuur.
1
, o Bij non-verbale communicatie horen begrippen als meerduidigheid, incongruentie
(als de verbale en non-verbale communicatie van elkaar verschillen en niet met
elkaar stroken), patroonverschuiving en wederkerigheid.
o Zowel tandarts als patiënt observeert en dit gaat met interpretaties gepaard. Men is
echter niet in staat om alles in een gesprek te observeren, veel informatie gaat
verloren.
- Voor observeren is het van belang dat je goed waarneemt, hierbij zijn je
zintuigen cruciaal.
- Je kunt reageren op non-verbale communicatie door de interpretaties die
je hebt verkregen te toetsen. Door het benoemen van observaties
(gevoelsreflectie) kun je erachter komen hoe je je observaties
daadwerkelijk moet interpreteren. Voorbeeld gevoelsreflectie: “Ik krijg
de indruk dat u zich schaamt, klopt dat?”.
Paraverbaal: de manier waaróp iets wordt gezegd, denk aan intonatie, stemklank,
toonhoogte, luidheid, spreektempo.
Niveaus van communicatie
Inhoudsniveau: de woordelijke of concrete inhoud van een boodschap. Let hierbij op het
gebruik van vakjargon (vermijd dat) want er zijn verschillende referentiekaders.
Relatie- of betrekkingsniveau: betreft de relatie tussen communicerenden, betreft hoe de
boodschap moet worden opgevat, vaak impliciet en non-verbaal, vereist extra aandacht een
communicatieve gevoeligheid.
Wat bemoeilijkt de communicatie tussen tandarts en patiënt?
Het secuur technisch werken op een klein oppervlak betekent dat er neurologisch gezien een
hele andere vorm van aandacht wordt gevraagd dan bij communiceren/empathie het geval
is. Dit vergt dus steeds opnieuw bewuste aandacht voor de communicatie.
HC 2
Anamnese:
Wat een patiënt met betrekking tot zijn voorgeschiedenis kan vertellen.
Het in kaart brengen van kenmerken van een ziekte/een klacht/de mondgezondheid.
Opzet van het (eerste) consult:
1. Introductie: voorstellen en het plan van vandaag bespreken.
2. Persoonsgegevens checken: altijd doen, kort en bondig.
3. Anamnese
o Vraagverheldering vanuit het perspectief van de patiënt
o Daarna thema’s vanuit het perspectief van de tandarts
4. Mondonderzoek
5. Bevindingen bespreken
2