Een goede overzichtelijke samenvatting over de belangrijkste dingen van hoofdstuk 3 Leefbaarheid in stedelijke gebieden uit het boek Wonen in Nederland van De Geo.
Samenvatting Wonen in Nederland
3 Leefbaarheid in stedelijke gebieden
3.1 Wonen in een stedelijke omgeving
Een verstedelijkt land
► Ruim 90% van de Nederlandse bevolking woont in een van de vele vooral
middelgrote steden of op het verstedelijkte platteland.
● De grote steden zijn in Nederland kleiner dan die in andere landen.
● De centrale stad en het verstedelijkte platteland eromheen noem je een
stadsgewest, deze liggen vooral ten zuiden van de lijn Haarlem-Zwolle.
Samenhang binnen een stadsgewest
► Stadsgewesten vormen vooral door twee soorten relaties een ruimtelijk
samenhangend geheel. Het gaat daarbij om de volgende relaties.
● Het forensisme tussen gemeenten van het stadsgewest. Het stadsgewest is
een soort regionale arbeidsmarkt en woningmarkt.
● De bewoners van het verstedelijkte platteland benutten de centraal
gelegen voorzieningen. Het stadsgewest valt meestal grotendeels samen met
het verzorgingsgebied van die voorzieningen.
Model van een stad
► De ligging van de diverse soorten wijken kun je weergeven met een
model.
Elke bouwperiode zorgt voor typische gebouwendichtheid en
stratenpatroon, inrichting en bewoners.
Historische binnenstad en stadscentrum
► Historische binnensteden dateren uit de middeleeuwen. Je ziet dat aan de
ligging en aan oude gebouwen. Die passen bij de vroegere verdedigings- of
handelsfunctie, of bij de religieuze functie. De vroegere functie van
gebouwen is vaak veranderd. In de oude binnenstad liggen naast
horecazaken en winkels tegelijkertijd woningen.
● De binnenstad is een vrij compact stadsdeel met smalle wegen in een
fijnmazig netwerk. In de 19e eeuw vond in de binnenstad verdichting plaats.
Vanaf toen breidde de stad zich buiten de muren verder uit.
● Een historische binnenstad ontbreekt in sommige steden, bijvoorbeeld
door oorlogshandelingen of late stedelijke opkomst.
● Alle steden hebben een centraal zakencentrum (cbd / central business
district).
, Negentiende-eeuwse arbeiders- en industriewijken
► Tussen ongeveer 1870 en 1900 ontstonden tijdens de industriële
ontwikkeling, vooral langs spoorlijnen en waterwegen, arbeiders- en
industriewijken met kleine slechte arbeiderswoningen en fabrieken, vaak in
smalle straten met weinig groenvoorzieningen. Nu zijn deze oude woningen
meestal gerenoveerd of gesloopt.
■ Drents dorp (Eindhoven) is een voorbeeld van een oude arbeiderswijk,
waar woningen wel tuintjes hebben.
● Naast arbeiderswijken bouwden rijke industriëlen ook soms villa’s.
■ Voorbeeld daarvan is te vinden in Maastricht.
Vooroorlogse stadswijken 1900-1940
► De overheid kreeg vanaf 1900 meer invloed op de woningbouw,
bijvoorbeeld door de Woningwet (1901). Woningen werden beter en
wooncorporaties belangrijker.
● Verder van het centrum werd (bij lagere grondprijzen) ruimer gebouwd.
De ‘tuindorpen’ uit deze periode hadden meer groen en woningen waren
vaak groter en hadden meestal erkers en glas-in-loodramen.
● Langs de uitvalswegen van de centrale steden werden in de dertiger jaren
van de vorige eeuw ook grote huizen gebouwd, nu nog al eens in gebruik
door advocaten, makelaars of architecten.
Naoorlogse wijken
►Talrijke factoren (waaronder oorlogsschade, geldgebrek, bevolkingsgroei)
zorgden na de Tweede Wereldoorlog voor woningnood. Huizenbouw was
daarom snel en goedkoop. Naast rijtjeshuizen stond hoogbouw centraal. Het
was systeembouw van gehorige etage- of portiekwoningen. De hoogbouw
hield tot ver in de jaren zestig aan, al veranderden de flats wel van vorm met
meer groen ertussen. Het voorzieningenniveau was laag.
● Vanaf de jaren zestig steeg het aantal koopwoningen, steeds meer
aangepast aan individuele wensen. Woonerven en bloemkoolwijken werden
aangelegd.
Verstedelijkt platteland
► De suburbanisatie vanaf de jaren zestig was selectief; jonge rijkere
gezinnen. Het platteland rondom de centrale steden verstedelijkte daardoor
snel.
groeikern ● De overheid wees groeikernen aan ter bescherming van landschap en
dorpskarakters. Het inwoneraantal van de groeikernen nam snel toe zoals in
Purmerend, Capelle aan de IJssel, Zoetermeer of Nieuwegein.
Re-urbanisatie
► Suburbanisatie zorgde voor allerlei problemen in de centrale steden,
zoals verarming en vergrijzing van de 19e-eeuwse en naoorlogse wijken,
leegstand en verder verval en daling van het voorzieningenniveau. Hierin
vestigden zich vaak veel niet-westerse bevolkingsgroepen.
● De overheid begon met het compactestadbeleid, gevolgd door re-
urbanisatie.
Vinex-locatie ● Tegelijk begon het Vinex-beleid, gericht op nieuwbouwwijken: de Vinex-
wijken op de Vinex-locaties. Ze moesten het tekort aan woningen, vooral in
West-Nederland, oplossen.
■ Vinex-wijken zijn meestal erg grootschalig. Dat was onder andere vanwege
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xninaxx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.