Samenvatting boek: Arbeidsrecht begrepen
Cursus: Arbeidsrecht
,Samenvatting Arbeidsrecht
Hoofdstuk 1: Arbeidsrecht in kaart
Inleiding
Het individuele arbeidsrecht ziet op de arbeidsrelatie tussen de individuele werkgever en
werknemer. Het BBA en het Ontslagbesluit zijn van toepassing als de werkgever de
arbeidsovereenkomst opzegt. Tot het collectieve arbeidsrecht wordt gerekend:
- De Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (Wet CAO)
- De Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV)
- Het Sociaal Plan
- De Wet op de ondernemingsraden (WOR)
Collectieve arbeidsovereenkomst
Veel wettelijke bepalingen van Boek 7 of andere wetten, zijn ook vertaald in CAO-bepalingen. In de
CAO staan zaken die specifiek geregeld zijn in Boek 7, zoals functie-indelingen, functielonen,
algemene en periodiek loonsverhogingen, werktijden, arbeidsduurverkorting, ploegentoeslagen,
persoonlijke toeslagen bij tewerkstelling in lager betaalde functies en overwerktoeslagen. De meeste
CAO’s zijn minimum-CAO’s. je mag dan niet naar beneden afwijken maar wel naar boven. Uit de tekst
van desbetreffende CAO moet je afleiden of het gaat om een minimum- of standaard-CAO.
Definitie CAO
CAO is geen echte arbeidsovereenkomst maar een arbeidsvoorwaardenregeling. Het is een
overeenkomst tussen werkgevers of werkgeversorganisaties, aan de ene zijde en
werknemersorganisaties aan de andere zijde, waarbij arbeidsvoorwaardenregelingen voor grotere
groepen werknemers worden afgesproken. Dat kan een CAO zijn voor een gehele bedrijfstak, maar
het kan ook gaan om slechts 1 specifieke onderneming, de ondernemings-CAO. Hoewel er
contractsvrijheid is, staat de deur op een kier voor vakbonden die buitenspel staan maar wel een
belangrijk deel van de werknemers in de branche vertegenwoordigen. Zij kunnen soms toegang tot
de onderhandelingstafel vorderen. De rechter maakt een afweging tussen het gaande
onderhandelingproces van de wel deelnemende partijen en het verwachtingspatroon voor het te
bereiken eindresultaat bij toelating van die vakbonden. Een CAO is pas geldig als deze is aangemeld
bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Doorwerking en nawerking CAO-bepalingen
CAO-bepalingen werken door in de individuele arbeidsovereenkomst als werkgever en werknemer
beiden lid zijn van 1 van de contracterende CAO-partijen. CAO-bepalingen gaan voor op de
bepalingen zoals afgesproken in de individuele arbeidsovereenkomsten. Is de tijdsduur van de CAO
verstreken, dan werkt deze CAO na totdat er een nieuwe is afgesloten. Het lidmaatschap van een
werkgevers- of werknemersorganisatie is minder van belang op het moment dat CAO-bepalingen
door de minister van SZW algemeen verbindend zijn verklaard. De CAO-bepalingen gelden dan voor
alle werkgevers en werknemers werkzaam in een bepaalde bedrijfstak.
Algemeenverbindendverklaring van CAO-bepalingen
CAO-bepalingen worden alleen algemeen verbindend verklaard door de minister van SZW als blijkt
dat de werknemersvereniging onafhankelijk van de werkgever heeft geopereerd en aan de
representativiteitseis is voldaan. De representativiteit komt tot stand door deling van het aantal
werknemers in dienst van georganiseerde werkgevers, door het totale aantal werknemers werkzaam
in de bedrijfstak. Een werkgever die onder een bedrijfstak-CAO valt die algemeen verbindend wordt
verklaard, en zelf een ondernemings-CAO wil afsluiten, dient dispensatie te vragen bij de
contracterende CAO-partijen van die bedrijfstak-CAO, voor zover deze CAO een dispensatieregeling
kent, of bij de minister van SZW. Bij dispensatie controleert het ministerie of werknemersvereniging
die de ondernemings-CAO afsloot, onafhankelijk van de werkgever opereerde.
Nawerking AVV?
Duur van de AVV is gekoppeld aan de duur van desbetreffende CAO. Bij niet-gebonden lede is er na
afloop van de AVV geen sprake van nawerking. Oorspronkelijke tussen partijen geldende
, arbeidsvoorwaarde herleven dan. Wel is het zo dat als de werkgever lid is van een
werkgeversorganisatie die de CAO heeft gesloten, hij verplicht is om die CAO-bepalingen ook toe te
passen. In AVV-loze tijdperken is niet alleen de oorspronkelijke geldende individuele
arbeidsovereenkomst maatgevend, maar evenzeer wat partijen over en weer uit elkaars verklaringen
en gedragingen mochten afleiden. De omstandigheden van het specifieke geval spelen een rol. Als
een werknemer ziek wordt tijdens een periode waarin de CAO algemeen verbindend is verklaard,
behoudt hij bij voortdurende ziekte, ook na afloop van de AVV recht op de aanvulling tot 100%.
Incorporatiebeding
In 1 geval hoeft überhaupt niet nagegaan te worden of 1 van de partijen lid is van een van de
contracterende CAO-partijen of dat de CAO algemeen verbindend is verklaard. Dat is als in de
individuele arbeidsovereenkomst de desbetreffende CAO met naam en toenaam daarop van
toepassing wordt verklaard. Dit noemen we een incorporatiebeding,
Keuzemogelijkheden en decentralisatie arbeidsvoorwaarden
In CAO’s is nauwgezet beschreven op welke werkgevers en werknemers de CAO van toepassing is. Dit
noemen we de werkingsfeer van de CAO. Binnen de CAO zijn in het laatste decennium wel
keuzemogelijkheden en nadere invulling van arbeidsvoorwaarden gecreëerd.
Keuzemogelijkheden
Het merendeel van de CAO’s kent keuzemogelijkheden voor de werknemer, ook wel beeldend het
cafetariasysteem of de CAO à la carte genoemd. Daarbij wordt de CAO toegesneden op de wensen
van verschillende groepen van werknemers. In de CAO worden geldbronnen genoemd die besteed
kunnen worden aan gelddoelen zoals bijvoorbeeld opbouw extra pensioen of eindejaarsuitkering.
Ook tijdbronnen kunnen worden ingewisseld voor tijddoelen. Veel voorkomende tijdbron zijn de
bovenwettelijke vakantiedagen. Bij de meerkeuzesystemen kom je allerlei variaties tegen. Bij de
cashvariant krijg je de volledige loonsverhoging, bij de zorgvariant neem je met minder loon
genoegen en stop je de verhoging in een potje waarmee de zorgdagen worden gefinancierd.
Decentralisatie arbeidsvoorwaarden
Een ander soort CAO is de raam-CAO. CAO-partijen spreken centraal het geraamte af en de nadere
invulling vindt decentraal plaats. Er wordt beter ingespeeld op de specifieke behoefte van de
werkgever en werknemers in de onderneming zelf. De Grafmedia-CAO kent verschillende lagen:
- Eerste laag bestaat uit mantelbepalingen. De mantelbepalingen bedekken de gehele graf-
mediaindustrie. Het zijn dus algemene bepalingen.
- Tweede laag bestaat uit sectorbepalingen, aanvullende bepalingen voor afzonderlijke
sectoren.
- Derde laag bestaat uit decentrale afspraken die werkgever en werknemers op werkplek zelf
kunnen maken.
Decentralisatie en looptijd CAO
Decentrale afspraken zijn gebaseerd op de CAO. Op het terrein van arbeidsvoorwaarden ligt het
initiatief bij de CAO-partijen. Werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties bepalen of er
sprake is van decentralisatie van arbeidsvoorwaarden en voor welke periode die decentrale
afspraken gelden. Als decentralisatiebepalingen ongeclausuleerd zijn (zonder voorbehoud en
beperking), dan komen deze bepalingen niet in aanmerking om algemeen verbindend verklaard te
worden.
Afwijkingen van bepalingen in het Burgerlijk Wetboek
Van bepalingen van Boek 7 titel 10 kan soms niet worden afgeweken. Niet bij individuele
arbeidsovereenkomst, zelfs niet bij CAO. Ze zijn van dwingend recht. Soms kan wel afgeweken
worden bij schriftelijke overeenkomst. Dit zijn bepalingen van semidwingend recht. Soms mag alleen
bij CAO worden afgeweken van de wettelijke bepalingen. Dat zijn bepalingen van driekwart
dwingend recht. Een enkele keer hebben partijen niets geregeld en kan een wetsartikel van
aanvullende aard in het BW zijn opgenomen. Dit noemen we bepalingen van aanvullend of regelend
recht. Een bepaling in Boek 7 titel 10 die afwijking bij schriftelijke overeenkomst toelaat, bedoelt te
zeggen dat de afwijking zowel bij individuele arbeidsovereenkomst als CAO mogelijk is. De enige
uitzondering is het concurrentiebeding. De wetgever vond dit zo zwaar drukken op de werknemer,