Civil Law/Romeins Recht/Ius
Commune
Week 1 - Eigendomsbegrip
Ius Commune p.75-103
• ius commune heeft altijd als subsidiair recht gegolden en moest altijd aan lokale wetten en
gewoonterecht voorrang geven
1. Zakelijke en persoonlijke rechten
• rechten op een zaak (iura in re) onderscheiden van rechten tegen een persoon (iura in personam) =
persoonlijke rechten (verbintenisrechtelijek overeenkomsten en eenzijdige rechtshandelingen en
rechtmatige en onrechtmatige daden)
• zakelijke rechtsvorderingen (actiones in rem) & persoonlijke rechtsvorderingen (actiones in
personam)
• uit het recht dat iemand op een zaak heeft vloeit een zakelijke rechtsvordering voort
• uit de verbintenis (recht tot een zaak; ius ad rem) vloeit een persoonlijke actie voort
• Romeinse onderscheid is vervangen door absolute en relatieve vermogensrechten;
zakenrecht/goederenrecht vs verbintenissenrecht
• Justinianus maakte onderscheid tussen verbintenissen uit delict en verbintenissen anders dan die
uit delict (obligatoire rechtsfeiten) —> geen uniform verbintenissenrecht
zakelijke rechten hebben absolute werking
• persoonlijk recht stelt de gerechtigde/schuldeiser in staat om nakoming te vorderen van de
schuldenaar of degenen die hem in rechte opvolgen (erfgenaam); recht op prestatie en bij niet-
nakoming recht op schadevergoeding
• persoonlijk recht heeft relatieve werking tegen schuldenaar en zijn opvolgers onder algemene titel
• zakelijk recht = zekerheidsrecht met absolute werking (tegenover iedereen)
• zakelijk gerechtigde is bevoegd ieder die in het bezit is van de zaak die het object van zijn recht is
aan te spreken; revindicatie
• zakelijk gerechtigde heeft een bevoegdheid waaraan zaaksgevolg is verbonden; persoonlijke
rechten missen zaaksgevolg
• een zakelijk gerechtigde is tot de zaak gerechtigd als zakelijk gerechtigde (niet als schuldeiser)
• zakelijk gerechtigde heeft een recht van voorrang ‘droit de préférence’
zakelijke rechten zijn beperkt in aantal
• object van zakelijke rechten kan verschillend zijn & juridisch karakter van zakelijke rechten is
anders
• opsomming zakelijke rechtsvorderingen = actiones in rem op p.83
• rei vindicatio = eigendomsrecht
• hereditatis petitio
• actio Publiciana
• actio confessoria = erfdienstbaarheid & vruchtgebruik
• vectigalis actio = erfpacht
• actio Serviana = pand en hypotheek
,• er bestond in Romeinse recht geen numerus clausus (gesloten stelsel) van zakelijke rechten maar
wel een typedwang die de mogelijkheden tot uitbreiding van zakelijke rechten aan banden legde
• gesloten stelsel was pas sprake bij Justinianus’ codificatie
zakelijke rechten zijn overdraagbaar
• persoonlijke rechten zijn uit hun aard niet voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
en daarom onlichamelijke zaken; kunnen alleen in rechte werkelijk worden gezien
• zakelijke rechten hebben een tastbaar object omdat het rechten op een zaak zijn
• daarom geschiedt overdracht van zakelijker rechten door middel van de overgifte van het goed
dat het object van dat recht vormt
• men kon eigenaar zijn van een lichamelijke zaak maar ook van een onlichamelijke zaak
(vorderingsrecht) —> uiteindelijk werd daarom de overdracht van onlichamelijke
zaken/vorderingen behandeld naar analogie van de overdracht van het eigendomsrecht op
lichamelijke zaken
2. Eigendom en beperkte zakelijke rechten
• beperkte zakelijke rechten zijn van het eigendomsrecht afgeleide rechten
• eigendomsrecht geeft gerechtigde de bevoegdheid om op de meest volstrekte wijze over het
object van het eigendomsrecht te beschikken (ius utendi, fruendi, abutendi = gebruik, genot, teniet
doen gaan)
• beperkte zakelijke rechten zijn ofwel genotsrechten ofwel zekerheidsrechten
• beperkte zakelijke rechten staan in concurrentie met het eigendomsrecht
prioriteit
• tussen eigendomsrecht en het beperkte zakelijke recht bestaat geen rangorde; het betreft rechten
van geheel verschillende orde; ondanks dat het recht van de eigenaar in functionele zin wordt
beperkt door de bevoegdheden van de beperkt zakelijk gerechtigde
• van rangorde kan pas sprake zijn als ten aanzien van één zaak, meer dan een beperkt recht van
dezelfde soort is gevestigd die met elkaar concurreren
• eerder in tijd, sterker in recht; prior tempore potior iure
• ten aanzien van de conflicten tussen zakelijke genotsrechten geldt NIET de prior tempore-regel,
maar de regel van gelijkgerechtigden en de uitoefening van hun bevoegdheden worden opgelost
aan de hand van de regels die in acht dienen te worden genomen bij conflicten tussen mede-
eigenaren
• Er kan over zakelijke rechten op dezelfde wijze als over het eigendomsrecht worden beschikt;
zakelijke rechten zijn in strike zin onlichamelijke rechten maar omdat zij een lichamelijke zaak
tot onmiddellijk object hebben kan erover worden beschikt op de wijze die voor lichamelijke
zaken is voorgeschreven (overdragen en bijvoorbeeld in ondererfpacht geven)
• beperkte zakelijke rechten kunnen worden gestapeld op andere beperkte zakelijke rechten
3. Eigendom
algemeen
• Romeinse eigendomsbegrip is algemeen van aard omdat het juridische karakter ervan niet
verschilt naar gelang van de aard van de zaak waarop het is gevestigd (roerend en onroerend)
• Het begrip eigendom is in Nederland en Duitsland beperkter dan het gemeenrechtelijke omdat het
slechts kan worden gebruikt voor stoffelijke voorwerpen
• zaak in gemeenrechtelijke zin is een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk voorwerp &
ook een vermogensrecht
• In Romeinse recht geen leenrechtelijke voorstellingen dus geen fundamenteel verschil tussen het
eigendomsrecht van land en het eigendomsrecht van roerende zaken; beide eigenaren hadden een
even absoluut recht
, • geen relatie tussen het eigendomsrecht en de factor tijd in Romeinse recht, ius commune of
moderne continentale zakenrecht —> Engelse ‘estates’ = de een heeft stuk grond voor een
zekere tijd in eigendom, terwijl een ander daartoe tegelijkertijd als eigenaar gerechtigd kan zijn
dominium directum en dominium utile
• de Romeinse bronnen kenden aan een aantal zakelijk gerechtigden niet een bijzondere op hun
beperkte zakelijke recht toegesneden actie (zoals op p.83) maar een ‘bijzonderlijk op het geval
toegesneden eigendomsactie’; vindicatio utilis.
• het aanvankelijk persoonlijke recht van de opsteller werd aanvankelijk tot wat wij een zakelijk
recht noemen; opstallen werd voor langere tijd in gelegenheid gesteld uit eigen naam een
zakelijke rechtsvordering in te stellen
dominium directum = eigendomsrecht van de bloot-eigenaar
dominium utile = zakelijke recht van de erfpachter en de opstaller
• beide hebben het land in eigendom, zij het op verschillende wijzen
• leenrecht is geen erfpacht omdat een eenmaal geen regelmatige financiële vergoeding aan de
bloot-eigenaar was verschuldigd
• leenrecht is geen vruchtgebruik omdat leen als regel niet verviel bij de dood van de leenman
• zolang de leenrechtelijke rechtsverhouding duurt beschikt de leenman over de op restitutie
gerichte rechtsvordering tegen derden die hem in het bezit van zijn leen storen niet op grond van
zijn bevoegdheden als eigenaar (dat is de leenheer) maar slechts als houder van de in leen
gegeven grond
• de leenman beschikt over alle possessoire en pétitoire rechtsmiddelen om zich weer in het bezit
van het leen te stellen —> maar leenman is in geen enkele zin eigenaar; slechts houder
• er is dus geen sprake van dominium directum en dominium utile in het leenrecht;
• leencontract werd beëindigd als de termijn waarvoor het leen was gegeven was verstreken of
wanneer de leenman overlijd zonder erfgenamen achter te laten
• door het structurele gebruik van het onderscheid tussen dominium directum en dominium utile
werd het eigendomsbegrip van het gemene recht aanzienlijk gecompliceerder dan in het
Romeinse recht het geval was geweest
• Het Romeinsrechtelijke eigendomsbegrip is één en ondeelbaar
• een aantal beperkte zakelijke rechten werden in het klassieke Romeinse recht niet beschermd
door een bijzonderlijk benoemde op dat bewuste beperkte zakelijke recht toegesneden zakelijke
rechtsvordering, maar door een naar het model van de revindicatie (eigendomsactie)
vormgegeven zakelijke rechtsvordering; zonder dat daaraan de consequentie diende te worden
verbonden dat er twee verschillende vormen van eigendom zouden moeten worden
onderscheiden
absoluut
• Romeinse eigendomsbegrip is absoluut= onafhankelijk van andere rechten
• het gaat niet om accessoire rechten = rechten die afhankelijk zijn van andere rechten (pand &
hypotheek = afhankelijk van het juridische lot van de vordering waarvan zij tot zekerheid
strekken)
• uit het absolute karakter vloeit voort dat het niet kan worden gerelateerd aan de factor tijd; het is
onmogelijk het verkregen eigendomsrecht zelf aan de factor tijd te koppelen
• er is geen mogelijkheid tot splitsing van eigendom in twee verschillende soorten eigendom
(eigenaar onder ontbindende tijdsbepaling en een eigenaar onder opschortende tijdsbepaling aan
wie de eigendom na termijn terugvalt)
• dit zou in strijd zijn met de regel dat eigendom slechts door middel van bezitsverschaffing,
nimmer door de werking van vormloze afspraken wordt overgedragen
• Uit het absolute karakter van het eigendomsrecht vloeit voort dat de eigenaar te allen tijde
bevoegd is om over zijn recht te beschikken (vervreemden of bezwaren)
, Week 2 - Bezit en bezitsbescherming
Romeins recht/Ius commune p.104-136
4. tussen eigendom en bezit
• er werd in het Romeinse recht een scherp onderscheid gemaakt tussen eigendom en bezit
• uitzondering= sommige bezitters werden beschermd alsof zij eigenaren waren; zij konden hun
bezit terugvorderen met een op het bezit gegrondveste bezitsactie en óók met een zakelijke
rechtsvordering de actio Publiciana
• beschermd met de actio Publiciana werden; zij die een goed bona fide (te goeder trouw)
bezaten op grond van een geldige titel
• door verkrijging van bezit te goeder trouw op grond van een geldige titel van iemand die niet
bevoegd was om over de eigendom te beschikken verwierf gekwalificeerd bezit dat een
zakelijk recht kan worden genoemd
• het verweer van echte eigendom kan tegen de Publiciana worden ingeroepen
• de Publiciaanse bezitter verwierf na enige tijd het volle eigendomsrecht door middel van
verkrijgende verjaring
• actio Publiciana was de actie van de verjaringsbezitter; stelde iets minder hoge eisen aan de
eiser dan de revindicatie; bewijslast van de eiser komt neer op het bewijs van zijn titel en dat
van zijn bezit
5. bezit en bezitsverschaffing
bezitsbescherming
• de rei vindicatio beschermde het recht van de eigenaar; hij diende te bewijze dat hij in absolute
zin het beste recht op de zaak had
• het bezitsinterdict bood een op bezit gebaseerde procedure, met een vereenvoudigde bewijslast;
hij diende te bewijzen dat hij op het tijdstip van de bezitsstoornis in het bezit was geweest van de
litigieuze zaak en dat hij daarop een betere aanspraak had dan de gedaagde
• de vraag of iemand bezette was of niet werd beheerst door de verkeersopvattingen
bezit en houderschap
• Engels recht = de eigenaar verliest met de feitelijke heerschappij tevens het bezit, maar hij houdt
zijn recht op het bezit
• Romeins recht = de eigenaar verliest in de regel zijn bezit niet, zodat iemand door het recht kon
worden aangemerkt als bezitter zonder de feitelijke heerschappij uit te oefenen
• onderscheid tussen feitelijke heerschappij; het bezit naar natuurlijke betekenis volgens de
verkeersopvattingen; de naturalis possessie & juridische begrip bezit dat door het recht beheerst
werd; de possessie civilis
• degene bij wie zich de feitelijke heerschappij bevindt is geen bezitter, maar blote houder
(detentor), degene die feitelijke heerschappij verliest blijft in de ogen van het recht de bezitter
(possessor)
• de houder oefent de feitelijke heerschappij uit kracht van de rechtsverhouding met de eigenaar
uit (niet als bezitter)
• het enkele gegeven van de feitelijke heerschappij was niet meer toereikend om te kunnen
vaststellen of iemand naar Romeins recht aangemerkt kon worden als bezitter
bezitswil
• de wil van degene die de feitelijke heerschappij uitoefent bepaalt het juridisch karakter
daarvan
• juridisch bezitter is degene die de wil heeft bezit voor zichzelf uit te oefenen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noawammes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.