100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting gedrag in organisatie begrippen €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting gedrag in organisatie begrippen

 324 keer bekeken  5 keer verkocht

Alle begrippen van het boek gedrag in organisatie op een rijtje.

Voorbeeld 3 van de 13  pagina's

  • Ja
  • 29 december 2014
  • 13
  • 2014/2015
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Michelle1209

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 26 Oefenvragen
Gratis 1 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

motivatie

Antwoord: beweegredenen die je kunnen aanzetten tot bepaald gedrag.

2.

behoeften

Antwoord: innerlijke krachten/driften die je kunnen aanzetten tot gedrag

3.

Deficiëntiebehoeften

Antwoord: Behoeften die voortkomen uit een tekort.

4.

Behoefteprofiel

Antwoord: Beeld van de sterkte van behoeften bij een persoon.

5.

Trial and error

Antwoord: Een proces van gissen en missen

6.

Frustratie regressiehypothese

Antwoord: Hoe meer de bevrediging van hogere behoeften wordt gefrustreerd, des te belangrijker de behoeften op lager niveau worden.

7.

Wet van het effect

Antwoord: Gedrag wordt gevolgd door het gewenste effect, zal een volgende keer eerder worden vertoond dan gedrag dat niet wordt gevolgd door het gewenste effect.

8.

Verwachtingstheorie

Antwoord: Mensen zijn geneigd zich in te spannen als ze verwachten dat hun inspanning aantrekkelijke opbrengsten met zich meebrengt.

9.

Attributietheorie

Antwoord: Deze theorie beschrijft hoe mensen de oorzaken van hun eigen gedrag en dat van anderen proberen te achterhalen.

10.

Positieve bekrachtiging

Antwoord: Gewenst effect dat ervoor zorgt dat bepaald gedrag wordt herhaald

Begrippen hoofdstuk 1
1. Motivatie Beweegredenen die je kunnen aanzetten tot bepaald gedrag.
2. Behoeften Innerlijke krachten(driften) die je kunnen aanzetten tot gedrag.
3. Deficiëntiebehoeften Behoeften die voortkomen uit een tekort.
4. Behoefteprofiel Beeld van de sterkte van behoeften bij een persoon.
5. Trial and error Een proces van gissen en missen
6. Frustratie Hoe meer de bevrediging van hogere behoeften wordt
regressiehypothese gefrustreerd, des te belangrijker de behoeften op lager niveau
worden.
7. Wet van het effect Gedrag wordt gevolgd door het gewenste effect, zal een
volgende keer eerder worden vertoond dan gedrag dat niet
wordt gevolgd door het gewenste effect.
8. Verwachtingstheorie Mensen zijn geneigd zich in te spannen als ze verwachten dat
hun inspanning aantrekkelijke opbrengsten met zich meebrengt.
9. Attributietheorie Deze theorie beschrijft hoe mensen de oorzaken van hun eigen
gedrag en dat van anderen proberen te achterhalen.
10. Positieve bekrachtiging Gewenst effect dat ervoor zorgt dat bepaald gedrag wordt
herhaald
11. Negatieve Ongewenst effect dat ervoor zorgt dat gedrag niet wordt
bekrachtiging herhaald
12. Zelfbeeld De eigenschappen die mensen aan zichzelf toekennen
13. Attitude Houding t.a.v. andere mensen, gedraging, objecten of ideeën.
14. Interne attributie Oorzaken van het eigen slagen en falen worden toegeschreven
aan de eigen inspanningen en mogelijkheden.
15. Externe attributie Oorzaken van het eigen slagen en falen worden toegeschreven
aan de omstandigheden.
16. Zelf dienende Neiging van mensen om positieve zaken eerder aan zichzelf toe
vertekening te schrijven en negatieve zaken eerder aan de omstandigheden.
17. Fundamentele Neiging van mensen om de oorzaken van het gedrag van andere
attributiefout mensen eerder toe te schrijven aan hun kenmerken dan aan hun
omstandigheden
18. Vergelijkingsniveau Norm over billijkheid die tot stand komt door vergelijking van de
met alternatieven eigen kosten-batenverhouding met die van beschikbare
alternatieven
19. Betrokkenheid Aard van de binding tussen een persoon en een organisatie
20. Arbeidssatisfactie De mate waarin iemand werk als plezierig ervaart
21. Algemeen Norm over billijkheid die tot stand komt door vergelijking met
vergelijkingsniveau anderen.
22. Intrinsieke motivatie Motivatie om een handeling uit te voeren, omdat die handeling
leuk is om te doen, of omdat die handeling uitdaagt om te laten
zien wat je kunt.
23. Extrinsieke motivatie Motivatie om een handeling uit te voeren, omdat daarna een
aantrekkelijke beloning volgt.
24. Persoonlijkheid Patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens en
gedragingen waarmee een persoon zich onderscheidt van
anderen en dat relatief stabiel blijft in de tijd en in verschillende
situaties.
25. Cognitieve dissonantie Voelen van onaangename spanning omdat er tegenstrijdigheden
worden ervaren tussen feiten en attitude(s) of tussen attitude(s)
en gedrag.
26. Billijkheid Mate waarin een persoon de verhouding tussen zijn
inspanningen en de opbrengsten die daaruit worden verkregen,
als billijk (rechtvaardig) ervaart.

,Begrippen hoofdstuk 2
1. Assessment- Testmethode waarbij het werkelijk functioneren van een
centermethode kandidaat wordt beoordeeld in verschillende oefensituaties.
2. Validiteit Mate waarin met een selectiemethode kan worden voorspeld of
een kandidaat geschikt is voor een bepaalde functie.
3. Employability Mate waarin een medewerker mobiel is en kan worden ingezet
op verschillende plekken en voor verschillende activiteiten.
4. Socialisatie Proces van aanpassing van de persoon aan de heersende
waarden en normen in de organisatie.
5. Gestructureerd Interview waarin de gestelde vragen van tevoren vaststaan.
interview
6. Congruentie Overeenstemming tussen een persoon en een organisatie.
7. Anticiperende Van tevoren aanpassen aan een situatie die nog moet komen.
socialisatie
8. Mentorsysteem Systeem waarbij mentoren nieuwe medewerkers inwerken.
9. Identificatiemodellen Mensen die voor iemand een voorbeeld zijn om na te volgen.
10. Prestatiebeloning Volledige of gedeeltelijke koppeling van de hoogte van een
prestatie aan de hoogte van een beloning, afhankelijk van de
eigen prestatie of die van de hele groep waarvan men deel uit
maakt.
11. Cafetariasysteem Systeem waarin medewerkers kunnen kiezen uit verschillende
vormen van prestatiebeloning, al naar gelang hun behoeften.
12. Exitgesprek Gesprek met iemand die de organisatie gaat verlaten om te
achterhalen welke motieven daarbij een rol hebben gespeeld.

, Begrippen hoofdstuk 3
1. Uitvoerende groep Groep waarin uitvoerende werkzaamheden worden verricht.
2. Zelfsturend team Groep met zowel uitvoerende als plannende en controlerende
taken.
3. Formele groep Groep die een vast onderdeel is van de organisatie.
4. Informele groep Groep die geen vast onderdeel is van de organisatie.
5. Groep 2 of meer mensen die regelmatig en zonder tussenkomst van
anderen met elkaar omgaan, gemeenschappelijke doelen
hebben, voor het bereiken van die doelen van elkaar afhankelijk
zijn en het gevoel hebben een groep te zijn.
6. Bestuurlijke groep Groep waarin door overleg en besluitvorming wordt bepaald
hoe een organisatie moet functioneren.
7. Evolutionaire verklaring Mensen leven in groepen omdat die hen bescherming bieden
tegen onveilige situaties
8. Psychologische Mensen maken deel uit van een groep omdat ze behoefte
verklaring hebben aan contact met andere mensen en ergens bij willen
horen.
9. Cognitieve verklaring Mensen maken deel uit van een groep omdat ze met elkaar
meer kunnen bereiken.
10. Sociale identiteit Gedeelte van identiteit die iemand ontleent aan zijn sociale
omgeving.
11. Conformeren Aanpassen aan de gedragingen en opvattingen van anderen.
12. Deviantie Afwijken van de opvattingen en gedragingen van anderen.
13. Dubbelinteractie Kleinste interactie-eenheid waarmee mensen hun
samenwerking regelen.
14. Groepsstructuur Relatief stabiel patroon van relaties en gedragingen van een
groep.
15. Taakgerichte rol Bijdrage die nodig zijn om de groepsleden doelmatig met elkaar
te laten samenwerken aan een groepstaak.
16. Cohesie Mate waarin de groepsleden zich tot elkaar aangetrokken
voelen en graag bij de groep willen blijven.
17. Wij/zij-differentiatie Proces waarin men de leden van de eigen groep positiever gaat
beoordelen dan de leden van andere groepen, waardoor
vooroordeel en stereotypering ontstaan.
18. Sociale Opvatting dat mensen een deel van hun identiteit ontlenen aan
identiteitstheorie de groepen waarvan ze deel uit maken.
19. Contacthypothese De veronderstelling dat conflicten tussen groepen onder
bepaalde omstandigheden kunnen worden verminderd door het
onderlinge contact te vergroten.
20. Rol Specifieke bijdragen die van iemand worden verwacht.
21. Rolonduidelijkheid Onduidelijkheid over de rol die een persoon moet vervullen.
22. Rolconflict Tegenstrijdige eisen aan of verwachtingen over te vervullen rol.
23. Groepsgerichte rol Bijdragen die nodig zijn om de sfeer in de groep goed te
houden.
24. Zelfgerichte rol Bijdragen gericht op het eigenbelang en het frustreren van
groepsbelang.
25. Sociometrische Methode om vast te stellen wie graag met wie omgaat.
methode
26. Sociogram Grafische weergave van de affectieve relaties in een groep.
27. Groepsnormen Informele regels die het gedrag van de groepsleden bepalen
28. Negatieve spiraal Proces waardoor conflicten worden versterkt.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Michelle1209. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd