Oudheid Grieks en Romeins
- Streven naar ideaal
Middeleeuwen 11e -14e eeuw
15e eeuw: Renaissance in Europa
- wedergeboorte van de klassieke cultuur
Iconologie = onderzoek naar betekenis van afbeeldingen
Jan van Eyck
• Olieverf techniek
• Vlaamse Primitieven
primus = eerste
Enkele tijdgenoten:
. Hans Memling
. Rogier van de Weyden
. Hugo van der Goes
. Meester van Flémalle
(Campin)
Verwereldlijking: Aandacht voor „de wereld‟ = omgeving, landschap
Individu > Portret
Ca 1430 Vlaanderen => techniek
- Olieverftechniek
- Verwereldlijking
- Kunstenaar is individu en onderzoeker
Ca 1425 Italië =>Theoretiseren Klassieke Idealen
- Passer en Perspectief
- Verwereldlijking
- Kunstenaar is individu en wetenschapper
Beeldtaal Renaissance
Humanisme – Italiaanse Classici
Individuele prestaties + intellectuele bekwaamheid
Filosofie staat centraal – nieuwe idealen vergelijkbaar met
Oudromeinse tijd
Onafhankelijkheid en burgerdeugd, op de wereld gericht (niet-kerkelijk en niet aristocratisch)
in plaats van ridderlijkheid, contemplatief (Middeleeuws) Hier en nu is belangrijk, niet meer
hiernamaals!
Wereldse opvattingen bij steeds rijker wordende burgers
– Ontstaan van het humanisme
- Interesse in de Oudheid van 1000 jaar geleden
- Persoonlijk oordeel wordt belangrijk – interesse in de
,wetenschap en wijsbegeerte van de Oudheid
- Kritisch staan tegenover de kerk
Schoonheidsopvatting Klassieke Periode (5de. e.v. Chr.):
Kunst kan de natuur verbeteren
- Idealiseren
- Naturalisme
- Stijfheid weg/ontspannen
- Eén geheel
- Levensechter
CONTRAPOST
Standpunt volgens Plato zijn er 2 belangrijkste opvattingen
• Schoonheid als harmonie en proportie
• Schoonheid als volle glans
(dit zal het neo-platonische denken beïnvloeden)
Voor Plato is schoonheid autonoom, staat los van materialen, waarin ze toevallig wordt
uitgedrukt, ze is niet gebonden aan een waarneembaar voorwerp, maar schittert overal.
Aangezien het lichaam een donkere grot is, waarin de ziel gevangen wordt, verdient het
„zien‟ met het intellect, kennis van filosofie is daarom een vereiste, de voorkeur boven het
zien met de zintuigen (!)Het is dus niet iedereen gegeven de ware schoonheid te zien (of te
bevatten)! Anderzijds is dat wat „gewoon‟ kunst wordt genoemd een onechte kopie van de
authentieke schoonheid en als zodanig een slecht voorbeeld voor de jeugd is. Het is beter
dat te vervangen door schoonheid van geometrische vormen, die gebaseerd is op de
proportie en op de mathematische opvatting van het Universum.
Michelangelo Buonarroti 1475 – 1564
neoplatonische opvatting: Idee als „metafysische realiteit‟ wat een belangrijke invloed op de
esthetica van de 16de eeuw gaat hebben.
Michelangelo was zijn tijd vooruit in de wijze van
- uitdrukking geven aan menselijke emoties
- dynamischer weergave
- neoplatonische opvatting van de „Idee‟ als
metafysische realiteit
- verwerking esthetica
- zijn autonome kunstenaarschap
1420 de koepel van de Dom van Florence wordt al eerste Renaissance
bouwwerk beschouwd.
• Gotische architectuur
• Gericht op christelijk geloof
• Hemels – licht en immaterieel
• Symboliek
• Maaswerk in muurvlak,
• luchtbogen
• Verticale nadruk
• Roosvenster noordelijk transept,
• Geestelijke en fysieke verlichting
• Verwijzing naar evangelie Oude en Nieuwe testament
• Bijbel voor armen en ongeletterden
, • Maria verering
• Twaalftallen engelen,
• Aartsengelen, 4tal witte duiven
Theorie Abt Suger (begin 12e eeuw) Metafysische schoonheidsopvatting:
Achter de waarneembare werkelijkheid
God => Licht
Kerk => Goddelijk Licht plaats geven
Licht => Symbool: geeft toegang tot hogere
Ramen => filters van Goddelijk Licht
Weerspiegelen/weerkaatsen licht van belang
(goud, edelstenen etc.)
BEELDTAAL = SYMBOOLTAAL
Volgens de Florentijnse schilder, architect en kunstenaarsbiograaf Vasari ( 1511-1574) hoe
de herleving van de kunsten onder Leonardo da Vinci leidde tot wat hij „ de moderne stijl‟
noemde.
Moderne stijl:
• Navolging van alle details der natuur
• Goede ordening
• Betere compositie
• Juiste verhoudingen
• Goddelijke gratie, waardoor figuren beweging en
• adem krijgen
Leonardo da Vinci: Vitruviaanse figuur, 1485-90
• Leer der proporties
• Stimulans van kunst en wetenschap
• sfumato
Ideale Renaissance verhouding:
½ (Lengte + Breedte) = Hoogte
Gulden Snede
• De gulden snede is de verdeling van een lijnstuk in twee delen in een speciale verhouding.
• Bij de gulden snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het
gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Geven we het grootste deel aan met a en het
kleinste deel met b, dan is de verhouding van beide zo dat a : b = (a+b) : a.
Christelijk humanistisch ideaal
Alberti, het ideaal van de „uomo universalis.
Hij was namelijk een moralist, rechtskundige, dichter, toneelschrijver, musicus,
wiskundige, natuurkundige, schilder, beeldhouwer, architect, kunsttheoreticus.
Dankzij hem is
• de status van het kunstenaarschap veranderd
• grondgedachte van de alomvattende renaissancestijl gevormd