Vragen 2012-2013 (3)
Vraag 1
Dekker BV maakt kunstmest voor boeren in het hele land. Hiervoor krijgt het mineralen aangeleverd
door De Wit BV. Na de laatste levering van De Wit BV blijkt tijdens het testen dat de kunstmest niet
geschikt is voor bemesting van het land. Er lijkt iets mis te zijn. Na wat onderzoek blijkt dat de
mineralen in contact zijn gekomen met pesticiden, die De Wit BV ook in de loodsen heeft liggen om
aan boeren te verkopen. De Wit BV is nalatig geweest met de preventie voorschriften. De kunstmest is
hierdoor compleet onbruikbaar, waardoor Dekker BV veel grote bestellingen mist en veel schade lijdt.
Dekker BV wil De Wit BV hiervoor aansprakelijk stellen.
1. Op welke grondslag kan Dekker BV de aansprakelijkheid van De Wit BV baseren? Laat buiten
beschouwing of De Wit BV in verzuim is of niet.
Stel, Dekker BV wil niet alleen de schade vorderen die het gevolg is van inkomstderving, maar ook de
schade die voortkomt uit de verkwiste andere bestanddelen van de kunstmest. Als Dekker BV dit aan
De Wit BV meldt zegt De Wit BV dat prestatie niet onmogelijk is en Dekker BV daarom eerst een
ingebrekestelling zal moeten sturen.
2. Heeft De Wit BV hierin gelijk?
Vraag 2
Blom BV bouwt voor Van Vliet BV een nieuw ICT systeem. Er wordt afgesproken dat de oplevering op
1 september 2012 plaats zal vinden. Daarnaast wordt er een boete beding opgesteld. Elke dag dat
Blom BV te laat oplevert zal het een boete ter waarde van €800 verbeuren. Ook wordt ook
afgesproken dat onverlet het boetebeding Van Vliet BV ook schadevergoeding kan vorderen bij
wanprestatie door Blom BV. Is dit beding rechtsgeldig?
Vraag 3
Op 1 juli 2007 verkoopt Stijn zijn playstation aan Jelle voor €150. Stijn levert het dezelfde dag en Jelle
betaalt hem de eerste €20. Op 15 oktober 2007 ziet Stijn Jelle weer op de kroeg en herinnert zich dat
hij nog €130 van Jelle krijgt. Jelle heeft op dat moment maar €30, maar geeft het gelijk af aan Stijn en
belooft de overige €100 de volgende dag over te maken. De mannen komen elkaar niet meer tegen,
maar als Stijn niet kan slapen een paar jaar later bedenkt hij zich opeens weer dat hij nog steeds €100
te goed heeft van Jelle. De volgende dag, 6 oktober 2012, maant Stijn Jelle schriftelijk aan. Jelle heeft
echter ooit “Rechten voor Dummies” gelezen en stuurt Stijn een brief terug dat hij zich beroept op
verjaring. Stijn is het hier niet mee eens. Wanneer verloopt de verjaringstermijn en kan Stijn nog in
rechte de €100 van Jelle vorderen?
Vraag 4
Vermeulen BV produceert meubels. Het hout die het daarvoor nodig heeft wordt gekocht bij Van Beek
BV. Dit hout koop Van Beek BV in bij Maas BV. Maas BV bedingt bij elke leverantie aan Van Beek BV
een eigendomsvoorbehoud. Op 1 september 2012 dreigt Van Beek BV failliet te gaan. Toch neemt
Vermeulen BV, die weet van de penibele situatie van Van Beek BV, nog 20 kubieke meter hout af bij
Van Beek BV. Dit hout is afkomstig van Maas BV. Op 12 september 2012 gaat Van Beek BV failliet.
Vermeulen BV heeft op dat moment nog 10 kubieke meter hout. Het hout is gemerkt met de dag van
levering aan Vermeulen BV, waaruit opgemaakt kan worden dat het hout afkomstig is van de levering
van 12 september 2012. De rest van het hout is al tot meubel verwerkt. Maas BV beroept zich op zijn
eigendomsvoorbehoud jegens Van Beek BV en wil het hout bij Vermeulen BV revindiceren.
1. Kan Maas BV met succes de overgebleven 10 kubieke meter hout revindiceren?
, 2. Kan Maas BV met succes het in meubels verwerkte hout revindiceren?
Vraag 5
Jayden heeft al zijn hele leven een droom gehad om een computerwinkel te beginnen. Zijn tante,
Anne, had altijd een stoffenwinkel, maar ze is inmiddels oud en wil graag met pensioen. Omdat ze zelf
geen kinderen heeft schenkt ze het winkelpand aan Jayden, zodat hij zijn droom kan verwezenlijken.
Omdat Anne graag wil dat Jayden later hetzelfde doet bij een ander familielid wordt in de
leveringsakte opgenomen dat Jayden het pand slechts kan overdragen aan familie. Deze
leveringsakte wordt op 6 september 2012 ingeschreven in de openbare registers. Een week later
kondigt Jayden aan dat hij het pand verkocht heeft aan Real Estate BV, op 11 september 2012. Ze
waren al in onderhandeling op het moment dat de schenking, inclusief de beperking van de
overdracht, bezig was, maar Jayden heeft hier niets over gezegd. Real Estate BV wist ook dat Anne
de overdracht beperkt had. Jayden voelt zich schuldig, maar het geld is te mooi om waard te zijn.
Anne, die ziedend is over de verkoop, stelt dat de overdracht niet is gelukt. Jayden was immers niet
beschikkingsbevoegd om het winkelpand over te dragen. Bovendien was Real Estate BV volgens haar
niet te goeder trouw, want de beperking was ingeschreven in de openbare registers.
1. Heeft Anne gelijk of heeft Jayden het winkelpand wel succesvol overgedragen op Real Estate
BV op 11 september 2012. Ga in op de stellingen van Anne.
Ga er bij vraag b vanuit – ongeacht uw antwoord bij a – dat Jayden het winkelpand op 11 september
2012 heeft overdragen aan Real Estate BV.
2. Kan Anne het winkelpand revindiceren onder Real Estate BV op grond van het
verbintenissenrecht? Ga hierbij ook in op eventuele derdenbescherming voor Real Estate BV.
Vraag 6
Idea BV heeft een vordering op Hout BV voor een bedrag van €12.000. Om liquiditeit te verwerven
verkoopt Idea BV de vordering voor €10.000 aan Van der Meer BV. Hiervan wordt een onderhandse
akte opgemaakt. Wanneer Idea BV failliet dreigt te gaan wil Van der Meer BV haar rechten zo goed
mogelijk zeker te stellen. Adviseer Van der Meer BV.
Vraag 7
Sterre verkoopt op 12 september 2012 haar huis aan Merel. Ze spreken daarbij af dat Merel ook
Sterre’s garage naast het huis, maar met aparte kadastrale indicatie, overneemt. Het huis heeft de
kadasteraanduiding gemeente Groningen, sectie D, nummer 2856 en de garage gemeente
Groningen, Sectie D, nummer 8947. De leveringsakte wordt op 19 september 2012 bij de notaris
opgesteld en ingeschreven. In de akte staat het dat “het huis, kadastraal bekend als gemeente
Groningen, sectie D, nummer 2856” wordt overgedragen. Er wordt geen verdere feitelijke omschrijving
bijgevoegd. Vervolgens ontstaat er onenigheid over of de garage ook is overgedragen of niet. Sterre
en Merel leggen het aan de rechter voor. Merel zegt dat de rechter haar gelegenheid moet geven om
te bewijzen dat het de partijbedoeling is geweest om het huis inclusief garage te leveren en dat deze
dus ook geleverd is. Heeft Merel gelijk?
Vraag 8
Max heeft een prominente kastanjeboom in zijn tuin staan. Op 26 mei 1988 valt er na een heftige wind
een kastanje op het erf van de buurvrouw Roos, waarna er een nieuwe enorme kastanjeboom groeit.
Roos vindt het allemaal wel prima, maar in februari 2012 draagt ze het perceel over aan Johannes, op
een manier dat ze beide eigenaar worden van het perceel. Johannes is minder gesteld op de boom,
aangezien de halve tuin er door wordt opgeslokt. Daarom verzoeken Roos en Johannes aan Max de
boom te verwijderen, op grond van strijd met art. 5:42 BW. Max betuigt dat hij door verjaring een
erfdienstbaarheid heeft verkregen tot de plaatsing van de boom op hun erf.